
Seed7
Members-
Posts
7077 -
Joined
-
Last visited
Everything posted by Seed7
-
Ok. We kijken dus naar de ADC. Je probeert aan de weergave kant de opnamekant "schoon te poetsen"? In het begin van deze lange draad had ik al de vraag, wat wordt er waarom gefilterd. Uit informatie van de software auteur begreep ik dat het om anti aliasing filtering gaat. Het omvouwen of spiegelen van de data boven de Nyquist frequentie. Da's niet wat het plaatje dan lijkt te impliceren? Kortom, ik snap het gewoon niet.
-
Soort van gedemineraliseerd dus. Dank je.
-
Wat voor vloeistof gebruik je? Gewoon water?
-
Da's het 'beste', zolang er zo min mogelijk parallelle kabels zijn.
-
Daar ben ik het nog niet zo (maar) mee eens. De oranje lijn is een digitale Dirac pulse voor dat die door het systeem gaat. Het signaal gaat binnen een sample oneindig snel van nul naar één en weer terug. In het rechterplaatje het resultaat van die puls als die door je audio-systeem is gegaan. Bij sample rate conversie gaat het digitale signaal niet door het systeem. Er wordt gerekend met getalletjes in het digitale domein, daar zie je nog niets van al die in- en uitslingeringen en die neem je ook niet mee. Echter, stel je een heel treintje van deze signalen voor, een maal met een hoge sample rate en een maal met een lage. Zet nu het tweede plaatje op. Dan krijg je een reeks zwabberlijntjes die elkaar meer of minder overlappen afhankelijk van de sample rate. Ja, dat gaat anders klinken. Hoe groter de microdynamiek in de muziek hoe meer je de verschillen gaat merken (wat een zegen is die 'loudness war' toch met minimale dynamiek ) Kun je dat corrigeren? Ja, dan moet je een 'fingerprint' van het gehele systeem maken en dat doorrekenen. Als er geen 'fingerpint' gemaakt wordt dan kun je met een veralgemenisering rekenen, dan is het nooit exact maar altijd een beetje beter, of slechter. (in feite voeg je vervorming toe in de hoop (kennis) dat het resultaat dichter bij gewenst komt). Een andere optie is terugkoppeling gebruiken (vanaf de luidsprekerspoel(?) via ADC naar de ingang van de DAC), maar dat wordt heel lastig en of het beter is? Het probleem ontstaat in de audioketen altijd op plaatsen waar een transitie plaats vind. Van luchtbeweging naar microfoon, van elektromechanisch element naar elektrisch signaal, van analoog naar digitaal naar analoog. Als je dat voor een hele keten op een rij zet schrik je je rot hoe vaak het gebeurt. In de DA conversie is het het moment van conversie, het laatste stukje digitaal begint er al heel erg analoog uit te zien. Dat is het meest kritische punt in die keten. In de Mola Mola & Grimm is daar veel aandacht aan besteed. Bij die transitiepunten heb je het meeste last van geheugen effecten, tijd problemen, massa traagheid, een analoog circuit is 'trager' dan een digitaal getalletje.
-
Ja. Als je iets wilt dan kun jet het beste op de naald kijken, naar de tip. Bij een nieuwe naald zie je eigenlijk niets. Bij een oudere zie je links en rechts van de tip een vlakje dat oplicht. Die vlakjes waren gepolijst (spiegelend) en zijn nu wat ruwer en reflecteren het licht diffuus. Maar is de naald nu versleten? Daarvoor moet je meten, maar hoe? Hoe ga je die vlakjes interpreteren? Je kunt met de juiste software het oppervlak van de vlakjes bepalen, maar zegt dat iets? Je ziet lichtvlekjes die niet volledig in focus zijn, dus interpretatie wordt heel moeilijk Je zou eigenlijk willen weten hoe ruw de vlakjes zijn. Dat word lastig. Bij een ruwheidmeter wordt een zelfde soort naald als in het element gebruikt. Beetje te groot dus. Een electronen microscoop is een optie, maar die is waarschijnlijk destructief voor de rest van het element. Een modern optie is om bij een hoge vergroting, 1000x, het zgn focus stacking te gebruiken. Je veranderd steeds het focus punt en laat software de hele stapel plaatjes "samensmelten" tot een enkele. Dit geeft een veel beter beeld, maar interpretatie blijft heel moeilijk. De indicatie dat het echt veel te laat is is dat het "gladde lijntje" van de naald tussen de twee ruwe vlakjes verdwenen is. Nog een optie is een laser scanning microscoop, ik weet echter niet of die echt commercieel verkrijgbaar zijn of dat die op bestelling gebouwd worden. Hier een lange draad over het onderwerp, ik weet niet meer of er een echte conclusie in was, te lang geleden en domweg uren tellen is eenvoudiger. Wat je ook kunt doen is een referentie LP digitaliseren en na b.v. 1000 uur nog een keer en dan de vervorming bepalen. Dat lijk me de meest zinvolle methode.
-
Ja hoor, bekijken, maar wat wil je zien? Slijtage zie je b.v. niet.
-
Ja maar, ja maar, Krebbers speelde geen piano .... (en er is al zo weinig werk van Krebbers opgenomen) 'K zal de piano versie van de week eens rustig beluisteren, kende het niet.
-
Da's eerder een macroscoop voor vergrotingen tot ca 125x. Die worden veel gebruikt om kleine dieren (insecten), mineralen, bloemen en plantendelen te bestuderen. Bij een goed model kun je dan ook nog diepte zien. Prima om mee aan een element te werken. Overigens, Aalt Jouk heeft op de school waar ik (technische)fotografie heb gestudeerd nog natuurkunde les gegeven. In die tijd begon ook het naalden verhaal en op een vlucht van of naar Japan heeft hij veel wolken foto's gemaakt. Daar mochten de studenten vervolgens voor hem afbeeldingen van naalden in monteren (in de doka, geen photoshop).
-
kwaliteitskundige, dessinateur (dessin-ontwerper), colorist (dessins inkleuren), verpakkingsspecialist, procestechnoloog, product ontwikkelaar, procurement (inkoper), brouwer, ondernemer, management assistent, meettechnicus (geometrische en optische meettechniek), huisman, fotograaf en zowaar, beeldend kunstenaar. Hobbies en nevenfuncties niet meegeteld. Een mens moet toch iets met z'n tijd . EDIT: in het kader van de meettechniek heb ik me veel met trillingsmeting en akoestiek bezig gehouden.
-
Microscopie is ooit deel van m'n opleiding en werk geweest. Met een gewone optische microscoop zie je bijzonder weinig aan een naald. Zeker niet of die wel of niet versleten is. Daarvoor heb je niet voldoende resolutie/vergroting en zul je naar een electronenmicroscoop moeten. Ook moet je een referentie naald hebben om te kunnen vergelijken. Uitlijnig beoordelen is mogelijk, het betekend wel dat je een rigide en kalibreerbare opstelling voor je microscoop nodig hebt. USB microscopen en aanverwanten heb ik nooit gebruikt. Een enkel goed microscoop objectief kost al een veelvoud van zo'n ding dus ik verwacht er niet veel van. Werkafstand en vergroting gaan hand in hand. Hoe groter de afstand hoe geringer de vergroting. Er zijn in de "normale" microscopie langeafstandsobjectieven. Hiervoor betaal je een veelvoud van een normaal objectief.
-
In 'panelen' is dat voor mij de eerste Martin Logan CLS.
-
Jaren 30 woning, kinderen het huis uit. Die woningen hebben kleine slaapkamers waar net een bed over dwars in past, bij wijze van spreken. Dat en de wil om het te doen. De kosten van zo'n ingreep zijn te behappen en vallen in het niet tegenover exotische kabels of versterkers. Je kunt het helemaal zelf bouwen.
-
Ja, ATC. De JBL is een heel erg goede luidspreker, in afstemming helemaal niet wat ja van JBL verwacht, misschien wel een beetje saai zelfs. De Technics is super eenvoudig om te zien, maar de techniek er in is heel fraai. Een coaxiale luidspreker waarbij beide drivers in het zelfde vlak liggen. Heel erg goede luidspreker ook, zeker voor het geld. Er zijn twee kleiner modellen, de 30 en de 50. De SB-50RX wordt als beste in de serie gezien en gaan nu gebruikt voor E350 - 750.- per paar. Misschien moet ik er toch maar eens naar kijken voor op het bureau.
-
Met een paar scharnieren aan de muur hangen en als je niet luistert klap je ze tegen de muur. Dit is geen grap. Ik ken een dergelijke opstelling in een erg smalle, pijpela, ruimte met Audiostatics. Ze hangen in een frame zodat ze na uitklappen een cm of 50 van de muur hangen. De ruimte is zwaar behandeld, vrijwel het hele plafond is absorberend gemaakt evenals de hoeken en de eerste reflectiepunten. Zowel op de wand voor als achter de luidspreker is een grote polycylindrische diffusor gemonteerd. Die zijn van dun triplex gemaakt, waarachter een smalle luchtspleet en weer absorptie materiaal. De rest van de ruimte is zo hard mogelijk gelaten. Voor een goed gesprek is het te gedempt. Voor muziek nabij perfect. Je zit op ca. 1.5m van de luidsprekers die een beetje "toe in" hebben.
-
Los van mooi of lelijk, Olsen heeft in de jaren 50/60 al uitgevogeld wat de optimale kastvormen zijn. Inwendig gewoon de gebruikelijke doos (met akoestisch optimale verhoudingen), uitwendig ruim afgeschuinde (Avalon) of afgeronde hoeken met een grote radius (Infinity Reference, Grimm). Dan is er nog de "scheve" baffle van de JBL 250ti als alternatief voor de asymmetrische plaatsing van de drivers. Op die scheve baffle kom je steeds weer uit als je baffle-simulaties doet aan grotere meerweg systemen. Het is eigenlijk wel triest, al die malle vormen bij die hele dure luidsprekers, geluidstechnisch begin je dan al met een achterstand. Mooi: Bij de Duevel Planets is vorm volgt functie erg fraai ingevuld:
-
Mooi, hier is het ontwerp van Zingali nog ingetogen en in zeker mate functioneel. Lelijk, later komen dit soort Barbapappas:
-
Het kan zijn dat je de ruimte hoort. Bolvolmen, of een benadering daarvan werken als lens/holle spiegel en zorgen voor heel veel dicht bij elkaar liggende resonantiefrequenties/reflecties. Je krijgt sterke kamfilter-achtige effecten, een zekere neuzeligheid. Daar komt dan weer de driehoekig nis bij. De enige Paragon die ik ken klinkt gewoon goed is is heel wat minder glanzend afgewerkt.
-
De gewone Mangers zijn fraai, mede doordat de Manger driver de zelfde diameter heeft als de laagweergever. De ster in de Manger maakt het interessant en verder is het zonder opsmuk.
-
breedbekkikkers mooi: Pioneer / TAD / Exclusive Genelec, de ongespoten aluminium versies: Lelijk, hoewel het zeer functioneel is Goldmund: EDIT: @Bloom was me voor