Seed7

"Akoestisch klein" betekend dat de akoestiek niet over het gehele frequentiebereik diffuus is. Diffuus: overal in de ruimte is de kans op een gelijke frequentie/energie verdeling even groot. In je ruimte zijn er staande golven en plaatselijke versterking en uitdoving als gevolg van reflecties. Dan is er dus geen kans op een gelijke frequentie/energie verdeling, dus is de ruimte akoestisch klein. Je kunt dan b.v. geen RT60 (nagalm)tijd meten, per definitie.

Een paar stickers op de vloer, of latjes waar de stoel tegen aan staat. Dat het veel scheelt is het probleem van de kleine ruimte akoestiek. Je zit eigenlijk voor het mid/laag nooit in het diffuse veld, dus op iedere plek klinkt het anders. Er is ook geen echte oplossing voor. Echt nearfield helpt, <1 m, maar een nul blijft een nul (uitdoving). Line array ook, maar dan heb je weer een fase probleem.

Ja, vergelijkbaar met zoals een proces uit sub-processen bestaat.

Wetenschap staat religie niet in de weg, andersom ....... Zoals geschreven, wetenschap is een methode. Een methode die al milennia gebruikt werd, zonder dat het zo benoemd werd. Een methode die tot resultaat leid.

Wetenschap is een methode. Methodes weten niets.

Als je de kortst mogelijke digitale impuls neemt dan ga je in een tik van 0 naar 1, een benadering van de dirac-impuls. Die impuls zorg voor informatie ver buiten de 20Hz tot 20KHz bandbreedte. Er is niets in de CD specificatie dat je van zo'n puls weerhoudt. Sterker nog, 20kHz met maximale amplitude bestaat uit twee van die pulsen achter elkaar. De elektronica voor de conversie van digitaal naar analoog filtert een heleboel van die energie weer weg. Al dat afkappen/filteren echter heeft invloed op het impuls gedrag, een hoe steile impuls is nog weer te geven? Een klap op een bekken genereert geluidsdruk tot ~120 kHz. Dat op zich horen wij niet, maar als je dat signaal gaat filteren alleen weergave tot onder de 20kHz dan verander je het impuls gedrag. En dat neem je wel waar. De ideale weergave keten geeft minimaal tot twee octaven onder en boven de gehoorgrens weer. Hoor je het? Neen. Neem je het waar? Ja. Hoe beter de transientweergave hoe realistischer het klinkt. Dit is waar hoge resolutie digitale systemen zin hebben, maar alleen als de rest van de keten er ook mee om weet te gaan. Niet iedere eindversterker is zomaar stabiel bij een 100kHz signaal. Om te illustreren, een praktisch gebruik van een zeer korte impuls, zet de naald van de draaiert in de uitloopgroef. Dan heb je eens per omwenteling een korte tik. Haal die tik door je audio analyser en doe een frequentieanalyse. Je ziet dat het volledige spectrum in die tik zit en je ziet ook meteen hoe en wat het element en de vv er na filteren. Een ander gebruik is in de akoestiek. Om in een grote ruimte te meten schiet je een pistool af. Je neemt de impuls op en doe het zelfde als bij de LP tik. T.a.v. harmonischen buiten het hoorbare (CD) spectrum, wat je niet opneemt kun je niet weergeven. Wat nog wel eens zie is dat harmonischen verward worden met intermodulatie vervorming. Iets waar luidsprekers goed in zijn, met name breedbanders maar ook luidsprekers in slappe kasten. Een woofer stuurt zoveel signaal een kastwand in dat de tweeter op die energie gaat staan meeklapperen en niet meer goed in staat is het eigen aangeboden signaal weer te geven.

Van kunststof. Regenboog-holo-folie van polyester. Het ging Belt, volgens zijn vrouw, om het veranderen van de perceptie van de luisteraar.

Peter Belt was niet bepaald van de natuurlijke materialen. Kabels moesten wit zijn, met zwarte tie-wraps er omheen etc.

Jane Birkin

Een kunststof gevuld met heel veel koolstof zodat het halfgeleiderachtige eigenschappen krijgt. Welke kunststof kun je testen, PVC zinkt, PE drijft, PP drijft in water. PVC stinkt naar chloor bij verbranden, PE ruikt naar kaars, PP ook. PE brand met een blauwe vlam en een beetje geel, PP brand met een voornamelijk gele vlam. (het zou mij niet verbazen als het PVC is omdat daar veel makkelijker grote hoeveelheden toevoegingen in gedaan kunnen worden) De eerste wedervraag die mij bij @pjotr27's vraag op kwam, wat is er niet goed dan?

Modernisten zijn vooral met modernisten bezig geweest in plaats van met de samenleving, zoals hun voorgangers. Het is niet helemaal voor niets dat jaren '30 panden forse bedragen opbrengen en dat er wijken vol geplempt worden met een op de jaren '30 gebaseerde facade-architectuur. In de praktische bouw zijn er eigenlijk twee boosdoeners, het zachte plafond is door harde gipsplaten vervangen en de houten vloer door beton. Ga je nog wat verder terug dan hadden we ook nog lambrisering. De architect Christopher Alexander heeft een 4 delig essay, The Nature of Order (dike pillen) geschreven over interactie mens en ruimte in de breedste zin van het woord. Zeer interessant leesvoer. Ook heeft hij een beschrijvende taal voor architectuur, eigenlijk patronen geschreven, "A Pattern Language", dat in de computerwetenschappen is opgepikt en de basis vormt voor patronen in programmeren en met name object georiënteerd programmeren.

Daar is MP3tag dan weer handig voor om in een keer te corrigeren dat alle genres met hoofdletters beginnen.

Het gebruikt Musicbrainz, zoek daar een paar van je albums op en kijk of de tags daarvan je bevallen. Over het algemeen zijn deze databases niet erg consistent want "iedereen doet maar wat".