Seed7

Kijk. Dus toch. Ik weet niet wie je dealer is, doet er eigenlijk ook niet toe. Maar ik zou dan dus rechtstreeks met Goldring contact opnemen. Adres zat ook in het lijstje van/via @carl Elites gingen op het einde tegen de E1000.-

De naalddrager dus, ofwel 'cantilever'. Het is repareerbaar, door een handje vol specialisten. De naalddrager zit aan een spoeltje waar ook weer wat aan zit voor de ophanging van het geheel. Grote kans dat dat allemaal vervangen of gerepareerd moet worden. Denk dat de kosten niet tegen die van een nieuwe opwegen. Sommige fabrikanten/leveranciers hebben een soort statiegeld systeem. Je krijgt dan een bedrag terug voor het defecte element als je dezelfde of een duurdere terug koopt. De fabrikant kan dan delen van het element hergebruiken. Geen idee of Goldring dat ook doet.

Tjsa. Dit is iets dat me altijd weer opvalt. De kwaliteit van de "eerste" en dan de langzame teloorgang. Klopt niet helemaal natuurlijk. Voor die eerste is er al heel wat gebeurt. Maar het blijft opvallend dat de piek in een oeuvre dicht tegen het begin aan zit. Niet alleen in de muziek, beeldende kunst net zo. Niemand is twee maal avant garde. Weinigen weten zich te vernieuwen en toch niveau te houden. Is het gek? Neen. De onbevangenheid van de jeugd. Je bent wild en je wilt wat en doet dat. En dan, langzaam komt de druk. De druk van het succes. Het weer moeten presteren. De eerste negatieve kritieken. The Who is als "een simpel bandje" begonnen en is gegroeid (geen domme jongens). Heeft om zich heen gekeken. Heeft terug gekeken in de Engelse literaire geschiedenis. Heeft gecombineerd en al dat culmineert in Tommy. Na Quadrophenia is de vaart er wel een beetje uit. In die tijd kregen bands nog een beetje de kans zich te ontwikkelen. Nu moet je er pats boem staan en scoren. Steeds opnieuw en continue.

Omdat The Kinks voorbij kwamen en ondanks dat Tommy "beter" is iis dit toch wel een van m'n favorieten,

Ik hoop dat de schrijver intelligent was En dat was die. Geen Lalalaala's want ik weet niet verder.

En Arthur. De latere werken van ze vind ik minder interessant. vanaf ~1965 tot ~1970 The Who, The Stones, The Kinks.

Altec 421-H8 (PDF), Qts 0,25

Qt, de kwaliteitsfactor, zegt iets over het uitslingergedrag en de filterhelling van een filter. Een luidspreker is schematisch te vervangen door een elektrische schakeling, bestaande uit een aantal filters. Hoe hoger de Q hoe meer een luidspreker zal naslingeren na een puls. Als de Q laag is is die naslingering gering. Kom je onder de 0,5 dan is die zo gering dat een versterker er enige moeite voor moet doen om de luidspreker na een puls weer in z'n uitgangspositie te krijgen. Een gesloten kast stem je normaal gesproken ergens tussen de 0,9 en 0,6 af. 0,707 geeft een maximaal vlakke frequentiecurve. Bij 0,9 ga je voor de resonantiefrequentie een hobbel zien. Bij 0,5 zie dat het afgestraalde vermogen eerder begint te dalen. Bij 0,5 is het uitslingergedrag optimaal. Een kast verhoogt de Q van het geheel. Hoe groter de kast hoe minder dat het geval is. Zonder kast heb je alleen met de Q van de speaker zelf te maken en met die van de elektronische componenten die er voor zitten. B.v. een weerstand in de toevoerleiding heeft invloed op de Q. Bij een luidspreker is het een complex samenspel van massa de conus, de stijfheid van de ophanging(spider) de magneetsterkte, de spoelafmeting etc. die de Q van een kale luidspreker bepalen.

Je electrostaten hebben een lage Qt, zij kritisch gedempt. Als je daar laagweergevers bij wilt moeten die aan de zelfde voorwaarden voldoen. Een lage Qt. Daar heb je drie mogelijkheden voor. Een hele grote gesloten kast. Een OB of een hoorn. Klipschorns b.v. passen heel erg goed bij dit soort weergevers. Gesloten kasten werkt ook prima. Het laag begint al vroeg af te vallen en je hebt meer vermogen nodig voor een bepaalde luidheid. Je kunt een Linkwitz transform toepassen om met een kleinere kast toch de zelfde overdrachtsfunctie te halen. Kost nog meer vermogen. Bij een OB het zelfde, hoe lager de Qt van de driver, hoe beter het impulsgedrag en hoe meer vermogen je nodig hebt voor de zelfde luidheid. Ik zou streven naar drivers met een Qt ~0.3. 0.5 is voor de transienten etc prima, maar je electrostaten zullen een ander plaatje laten zien. Bijkomend voordeel van lage Qt laagweergave is dat je de ruimteresonanties minder hard aanstoot. Proof, pudding, eating.

Ik kan de RPG paper niet zo snel vinden, dat gaat over de Helmholz effecten van dat soort diffusors. Hier wel een vergelijk tussen een aantal diffusors. Daar zie je dat de poly een gelijkmatige energie verdeling heeft en de beiden anderen niet. Als je geluid diffuus weerkaatst en er komt niet in alle richtingen exact dezelfde verdeling van energie over het spectrum terug heb je kleuring, vervorming. Zoals je in de plaatjes kunt zien maakt het nogal uit onder welke hoe je tov de diffusor zit. Kijk ook naar hoe diep de dips in de grafieken zijn bij de niet poly's. Als een poly van triplex gemaakt is dan is dat suboptimaal. Je kunt echter heel goed de achterzijde dempen met massa en de ruimte er achter met steenwol oid vullen. Dat levert je dan een bas absorber op. Er zijn gelukkig ook andere materialen. Je kunt zelfs een muur zo metselen. Vergeet bij de triplex versie echter ook niet de extra stijfheid die je introduceert door het buigen.

Er zijn meerdere methoden voor diffusie. Het probleem is niet de diffusie op zich, maar de kleuring die het mee kan brengen. Met name bij de RPG achtige modellen. By poly's is dat veel minder aan de orde. Ook is de diffusie bij de laatste veel uniformer.

Was zomaar een idee dat in me op kwam. Je kunt het eenvoudig proberen. Schroef je breedbander tussen twee diffusors. Of beoordeel het geheel in mono tussen 4 diffusors.

Ja. Je oor, eigenlijk je hersenen, hebben bepaalde triggers nodig voor ondermeer plaatsbepaling en verstaanbaarheid. Het verlangt bepaalde niveau verschillen binnen een bepaald tijdvenster en een bepaalde faserelatie tussen direct en indirect geluid. Als je in een maximaal diffuse ruimte gaat zitten verdwijnen die triggers en relatie. Alles is genivelleerd. De verstaanbaarheid wordt slecht(er). Dit is een van de dingen die je in moderne en fout gerenoveerde concertzalen merkt. Er is te weinig aan direct geluid en veel te weinig aan directe reflectie. Van het podium hoor je alleen nog maar gemompelde soep. (Onderliggende oorzaak, de zaal moet niet alleen vol, maar ook nog voller. Publiek achter het orkest????). In je luisterhok wordt het niet zo extreem omdat je altijd nog de directe afstraling van je luidsprekers hebt. Het doel is eigenlijk alleen maar om de eerste reflectie piek te dempen. Die komt te vroeg en te hard binnen in het eerder genoemde venster. Ons luisterhok is gewoon te klein. De twee zijwanden zijn de meest voor de hand liggende plaatsen, maar vergeet ook het plafond niet. De reflectie van de vloer is niet zo erg, daar zijn onze hersenen aan gewend. Die van het plafond kennen we echter pas sinds onze holbewoner tijd. Evolutie is langzaaaam.

Nu heb ik zitten dubben om dit te posten. Er wordt in de studio wereld op een kleine schaal iets dergelijks gedaan. Eigenlijk wil je dat het in ieder monitor hok in iedere studio in de wereld het hetzelfde klinkt. Maakt het makkelijker mixen. Er is daarvoor een oplossing bedacht. Pak je monitor in in diffusors. Dus inderdaad in alle richtingen de baffle van de monitor vergroten met diffusors. Draaf je een beetje door, een OB opgbouwd met diffusors. Die van Toine zijn door de gekozen constructie niet overdreven diep.

Kun je prima om de kerstboom heen buigen Mijn vorige woning, jaren 30 hoekhuis van een blok van 5 had een erker met schuine zijkanten. Nog erger. Ik heb toen een poly overwogen. Uiteindelijk de en-suite deuren er uit gehaald en die voor de erker geplaatst. Zo had ik en een mini serre en veel minder last van de erker voor het geluid.

Erkers zijn rot dingen, akoestisch gezien. Ze werken als een holle spiegel en focusseren de energie. Mooie oplossing dus met de diffusors zo. Als je iets transparants zou willen, een polycylindrische diffusor van plexiglas .

Uiteindelijk is iedere ruimte met een opening een 1/4 lambda resonator. De Q en Frs zal laag zijn als je bijvoorbeeld de schuifpui van een kamer open zet. RPG heeft heel lang deze effecten in hun ontwerp verzwegen en of ontkend. Uiteindelijk hebben ze na veel druk toch een paper gepubliceerd. Door verschillende modellen te gebruiken spreid je het effect en valt het niet als kleuring op. Dat doet het wel als je er veel van een enkel model gebruikt, maar da's hier m.i. niet aan de orde (hoop ik) En anders moeten de mannen maar eens een ruiltje proberen. Koe, Haas.

De ideale diffusor heeft geen enkele absorptie. Diffusie verminderd de hoeveelheid energie die bij het oor aankomt. Het verdeeld de energie anders in de ruimte. Het verminderd de totale energie in de ruimte niet. Daarvoor heb je nog steeds absorptie nodig. Het type diffusor dat je nu hebt is beiden. Wellicht kan Toine je vertellen hoe en wat het absorbeert, als hij daar ooit aan heeft gemeten. RPG heeft er wel ooit data over gepubliceerd, uiteindelijk. Theoretisch kun je een stukje voor de diffusor een absorber zetten. Zeker niet optimaal maar je kunt het voor de grap eens proberen. Grote kans dat het te veel van het goede wordt. Gewoon een plan maken en systematisch aanpakken. Er zijn genoeg opties om ze te plaatsen. 'T is dat je dipolen hebt, ander zou ik absorbers achter de speakers proberen en diffusors achter de luisterstoel, mits voldoende ruimte. Dan nog iets waar Toine maar een uitspraak over moet doen, gezien de constructie. Hang er een horizontaal op oorhoogte in met het eerste reflectiepunt in het midden van de kast. Hangt van het verstrooingspatroon af of het werkt. Je houdt dan per zijde twee kasten over om elders te plaatsen. Zomaar wat ideeen.

Vergeet niet dat diffusors niet alleen maar diffusors zijn, maar ook absorbers. Het zijn een aantal relatief smalbandige absorbers, Helmholz laat groeten. Heel extreem, als alles slecht samen valt heb je een "suck out" in het midhoog waardoor het lijkt of het hoog een extra bultje krijgt. E.a. natuurlijk afhankelijk van de constructie en afstemming. Het kan na het plaatsen nog steeds zinvol zijn om (breedbandige) absorbers te blijven gebruiken. Het zijn twee verschillende middelen die elkaar niet zomaar vervangen. Dus, ja, er is wel wat te tweaken met opstelling.

Harmonischen van een 200Hz zaagtand. Daar komt heel wat energie uit.