Jump to content

Werner

Members
  • Posts

    745
  • Joined

  • Last visited

Everything posted by Werner

  1. " Kan het impedantieprobleem niet opgelost worden met de oplossing van Audio&Techniek? ... Hiermee wordt tevens de opamp in klasse A gezet. " Nee. Dat heeft er niets mee te maken. Overigens is het stukje van A&T nogal demagogisch. Opamps staan van nature in klasse B of in klasse AB. Dat 'bijna klasse C' noemen gaat nogal ver. " Mag ik er van uitgaan dat hoe sneller de opamp hoe eerder je mijn alternatief moet/mag gebruiken?" Nee. Met de weerstand binnen de tegenkoppellus ga je met de meeste opamps en (licht) capacitieve belasting de fasemarge alleen maar verkleinen, dus veel meer kans op instabiliteit. Opamps zijn handig, lijken universeel, maar zijn zeker geen substituut voor denkwerk. Strikvraag: hoeveel ingangen heeft een modale opamp?
  2. "Ik ben het met je eens dat de opamp stabiel moet blijven maar zo dramatisch zijn de impedanties toch niet?" Stabiliteit heeft te maken met het feit dat de opamp al dan niet tot oscillatie wordt verleid, dus met lusversterking en fasemarge. In eerste instantie heeft dat niets te maken met de grootte van de aangesloten impedantie, hoewel met name de Nederlandse (hihi) vakpers erg haar best heeft gedaan de lezers wat anders wijs te maken: Krell - stromen - Apogee -1 Ohm - stabiel - ... Heel macho, maar fout. Een zielige 300pF kabelcapaciteit kan een breedbandopamp gemakkelijk over de (rode) lijn trekken in een minder dan competent ontwerp. Ik maak me sterk dat vele audio opampschakelingen minder dan competent zijn opgebouwd, en dat vele van die dingen permanent op de rand van instabiliteit leven. Dat kan nooit goed klinken. "Kun je dan niet beter ook (net als bij een eindversterker) de controle zo hoog mogenlijk houden?" Controle? Alle rommel die instraalt op de kabel doorsassen naar de negatieve ingang van een breedbandige versterker met heel veel tegenkoppeling is controle? Die boel gaat daar gewoon intermoduleren en alles verzieken. Buiten de audioband wil je juist dat de versterker de kabel niet meer ziet. Wie met opamps werkt moet maar een ding voor ogen houden: onvoorwaardelijke stabiliteit. En dat impliceert een correcte instelling ('unity gain stable' is zoiets als Sinterklaas, beter niet in geloven), een correcte voeding, een correcte layout, en een correcte koppeling naar de belasting.
  3. Misschien moet je nog eens nadenken over wat het 'signaalpad' eigenlijk wel is.
  4. De Katelijnevest was vroeger het Antwerpse Akihabara. De laatste twintig jaar heeft de plek wel veel pluimen verloren. Alleen Hifi Corner en Audiofan zijn niet iets waard. Er zijn nu wel een paar tweedehandsplatenwinkels in de buurt. De Kat'vest ligt in de schaduw van den boerentoren. Alpha is in de Pelikaanstraat. Die loopt parallel aan de sporen waar die het centraal station verlaten. Als je aangenaam wil lunchen: Zuiderterras aan de kade.
  5. Oef. Blij dat ik ontsnapt ben. En inderdaad, er valt weinig zinnigs over elementen te vertellen als de luisterervaring niet zorgvuldig gedocumenteerd werd en niet plaatsvond onder gekende omstandigheden (lees thuis en in alle rust). Ik denk dat de meeste MCs in de middenklasse en hoger tegenwoordig wel tot heel hoge prestaties te brengen zijn, mits een passend huwelijk wordt aangegaan met platenspeler/arm/voorversterker, en mits zorgvuldig ingebouwd.
  6. En rara waar al die SCRs, Solens, Audyns, Axons en Mundorfs gemaakt worden ...
  7. Werner

    Naalddruk

    Dat is iets wat echt niet mag.
  8. Niet de motor, maar de aandrijving komt voor die eer in aanmerking.
  9. Ja. Zelfs voor ons is een 12" beeldopnemer met die resolutie (net) niet mogelijk. Dus toch maar optische vergroting en met een kleinere sensor over de plaat stappen. Laat ons de Nederlandse economie steunen en een ASML ombouwen tot platenspeler. Die verkopen we dan voor $100M. De cleanroom leveren we er gratis bij.
  10. Dit staat in een oude bestelling hier: > motor RE-max 29, 9W, 36V > artikel : 226778 > prijs : 77,36 EUR/stuk Maarrrr ... Kijk eens naar de poelie en diameter van subplateau. Bereken motortoerental, en kies dan misschien een identieke motor op een andere spanning, beter voor dat specifieke toerental. Je wilt een motor natuurlijk niet te dicht bij zijn min of max limieten gebruiken! Oh, en nog iets: onderaan de motor zit een uitstekend as voor de koppeling met een aanbouwtacho. Dat was nogal een verrassing bij het uitpakken. Stond wel in de datasheet, maar ik had daar overheen gekeken. Zie eens of een Re-Max niet te hoog wordt voor die Logic? Ik kan me voorstellen dat het maatwerk dat Maxon levert aan OL bestaat uit het weglaten van die as. maxonmotor.be was heel erg vriendelijk voor deze eenmalige levering. Misschien zijn ze dat in .nl ook wel
  11. Ook de Lyra mono's zijn elementen met stereo-ophanging en mono-spoelwerk. Om een echte mono te kopen moet je tegenwoordig heel erg moeilijk doen. Als je hard aandringt vind je er misschien wel een bij Ortofon of EMT. Maar in de handen van een onwetende zijn die dingen gewoonweg te gevaarlijk.
  12. Bedenk dat veel van die diepte een artefact is veroorzaakt door niet-ideale zaken in de weergaveketen, en dus niet in de eigenlijke opname bestaat. Er is niet echt een mechanisme om met stereo diepte *echt* over te brengen op een consistente wijze.
  13. Mmmm. Met mijn JA meet ik 40dB, en dat is waarschijnlijk door beperkingen van de plaat of snijtafel. JA's spec is 50dB. Als stereo de toepassing is, in een conventionele opstelling met de luidsprekers en luisteraar in een driehoek (60-120 graden), en als je daar de werking van ons oor bij verrekend, dan is een kanaalscheiding van 30dB voldoende om een geluidsbron hard-L of hard-R te plaatsen. Bij een element is het jammer genoeg wel zo dat het overspraaksignaal sterk vervormd is. Reden genoeg om voor elementen met een hogere kanaalscheiding te kiezen.
  14. Betaalbare luidsprekers zijn altijd een compromis, en soms gebruikt een competente ontwerper onderdelen die op papier slechter zijn om een beter gebalanceerd resultaat te bekomen. Denk aan het temmen van een wat agressieve tweeter met een wat duffe filterelco. Als je dan op goed geluk 'betere' componenten gaat rondstrooien kan dat slecht aflopen.
  15. Conceptueel is dit natuurlijk ideaal. Geen motor meer. Geen armresonanties. Geen tipresonantie. Geen spoorfouten. Ik ken me voorstellen dat het met een echt goede elektronenmicroscoop mogelijk is een LP af te spelen op onvoorstelbare wijze. Teragaki heeft ooit iets gebouwd wat halverwege kwam. Eerst werd de groef(positie) opgemeten door een computer, en daarna werd de toonarm met conventioneel element door die computer quasi-rigide over de groef gestuurd. Niet iets wat je thuis in de garage bouwt ...
  16. Wel even stilstaan bij het eenvoudige feit dat de totale groeplooptijd voor de lage tonen gigantisch moet zijn in het pad microfoon-studio-luidsprekers-oren, en dus heel zeker de 1-4ms limiet overschrijdt! Voor het hoog geldt dit mogelijk in iets mindere mate, maar toch nog significant omdat we van een aantal analoge componenten (microfoons, transformatoren, bandrecorder) niet veel meer dan 30kHz bandbreedte mogen verwachten.
  17. Kraus: moderne monoplaten, dus vanaf 1950 of zo, zijn absoluut horizontaal gemoduleerd. BellaVista: er is maar een naald, ja, maar die kan horizontaal en/of vertikaal bewegen. De groef is een 'V' met wanden op ongeveer 45 graden. De spoeltjes, in een MC, staan ook op 45 graden t.o.v. de plaat. Wanneer de naald horizontaal beweegt, wordt er een gelijke spanning in beide spoeltjes geinduceerd, in faze, mono dus (L+R). Wanneer de naald vertikaal beweegt is de inductie in tegenfaze (L-R). Een echt monoelement (en zo zijn er niet veel) beperkt de cantileverbeweging tot het horizontale vlak. Daarmee speel je een stereoplaat zo kapot! Een vals monoelement combineert een stereo naaldophanging met een enkel spoel-magneetsetje met horizontale alignatie. Veilig voor stereoplaten, maar net niet optimaal voor mono. Overigens is een echte monoplaat met een echt monoelement conceptueel superieur aan stereo, net zoals bij FM-mono versus FM-stereo. De toevoeging van stereo aan een inherent eenkanaalsmedium was een noodzakelijk compromis. Stereoplaten met twee groeven, en dan twee elementen op de arm, waren nogal omslachtig ...
  18. Ik vrees dat je twee zaken verwart. De groeplooptijd is liefst wel constant, maar eigenlijk moet dat niet echt. De limiet voor hoorbaarheid is ergens 1-4 ms of zo, aan de uiteinden van het spectrum. Wat je wel wil, is dat de groeplooptijd exact gelijk is voor alle kanalen. Althans in stereo, waar het belangrijk is voor de localisatie. Zie mijn eerder centimetertje. Hoe je dit overdraagt naar surround weet ik niet. Ik verwacht dat het daarbij minder veel kritisch is, dus filters zitten ombouwen van 40kHz naar 50kHz gaat geen wereld van verschil maken. Lees dit eens: http://www.cirrus.com/en/pubs/whitePaper/DS668WP1.pdf
  19. Met muziek als signaal is een looptijdverschil ten gevolge van een padlengteverschil van 1 cm duidelijk hoorbaar in een goede installatie. Dat komt neer op 4 graden voor 400Hz. Anderzijds kan ik me voorstellen dat met 400Hz als *enige* signaal en een padverschil van 1 cm er geen verschil te horen valt! Ging het wel over faze, en niet de plaatsingsdiscriminatie die we vooraan hebben?
  20. In die situatie heb je een rattennest van parasitaire RLC-kringen: al die Cs, ESRs, ESLs, en de interconnectie-L van die matrix van condensatoren die noodgedwongen op een grote oppervlakte staan (dus hoge L). Dat geeft dan een hele hoop resonanties, en als er daar een paar nogal ongelukkig van uitvallen kan dat tot scherp geluid leiden. Zeker als alle ESRs laag zijn.
  21. Twee ideeen. 1) Hoofdinstallatie opbouwen rond een zware AV receiver zoals de onvolprezen Denon 3805. Daarvan een aantal versterkerkanalen afsplitsen voor een tweede zone, met kabels naar luidsprekers daar. Ik weet niet of de Denon een derde zone ondersteunt. 2) Hoofdinstallatie naar keuze. In elke secundaire zone een compacte installalie zoals de Denon UD-M31/35 CD-receiver (er zijn ook dergelijke wondertjes van Onkyo en TEAC) en een paar compacte luidsprekers. Radioverbinding tussen tape-out van de hoofdinstallatie en de secundaire installaties. Zo heb je in elke ruimte vanzelf de keuze uit (lokaal) radio en CD, of wat er op dat moment in de woonkamer speelt. Flexibel. Redelijk betaalbaar. En er moet geen enkel product van Microsoft gebruikt worden.
  22. Niet gebalanceerd, wel zwevend. De uitgang van elk kanaal op het element bestaat uit twee polen, waarvan er geen een inherent aan de aarde ligt / moet liggen (*). In 99.9% van de armkabels en voorversterkers wordt er per kanaal wel een pool verbonden met aarde/nul, zodat het geheel een standaard ongebalanceerd signaal levert. Maar in principe is het mogelijk een element zonder aarde-connectie aan te sluiten op een voorversterker met gebalanceerde ingang. Dan moet de armkabel dit wel toelaten: de kabel moet, per kanaal, intern twee geleiders hebben voor signaal, en daaromheen een mantel voor aarde. Dit is zo met Linn, SME en Michell, niet met Rega. Van andere fabrikanten weet ik het niet. (* Hoewel sommige elementen wel het elementhuisje elektrisch verbinden met een van de pinnen!)
  23. Niet te voorkomen. Hoogstens te minimaliseren, van ellendig naar gewoon heel slecht.
  24. Die heb ik intussen ook. De werkelijke nauwkeurigheid lijkt me niet beter dan 0.05g, als het al zo goed is. Maar wat erger is, onder het weegplaatje (kun je er gewoon aftrekken want is maar licht vastgelijmd) zitten twee stalen schroefjes. Die vormen genoeg ijzer om de magneet in een MC element aan te trekken. Weg meting, zelfs als er nog een paar cm afstand tussen meetplaatje en element is. Ik moet nu op zoek naar passende messing schroefjes.
×
×
  • Create New...