Jump to content

spido

Members
  • Posts

    10975
  • Joined

Everything posted by spido

  1. Beste Wol, Nee, ik vergeleek plasma tweeters met plasma tweeters! In principe zijn alle historische èn recente plasma tweeters ontwikkeld vanuit de "zingende boog(lamp)" van William Duddell (1900): de lucht pulseert door snelle temperatuurswisselingen ten gevolge van een spanningsgestuurde plasma gloei-ontlading, corona ontlading of elektrische boog. http://nl.wikipedia.org/wiki/William_Duddell Siegfried Klein maakte dit concept geschikt voor high fidelity geluidsweergave (1946 - 1954). http://www.enjoythemusic.com/magazine/equipment/1002/acapellavoilin.htm De toevoeging van een hoorn, zoals bij de Ionovac en IonoFane (voor verhoogd rendement en richtingseffect) is slim, handig, maar geen principiële wijziging. Wat wèl een principiële verandering was: de "gasbrander-plasma's" zoals die van Alan E. Hill (1978). De Zingende Gashaard "Plasmatronics Hill Type I" moesssssst dussss sssssteedsssss gevoed worden met helium gassssss... en dat ssssisssste nogal. Voordeel van dit systeem was wel dat er geen omgevingslucht werd omgezet in ozon (O3) en lachgas (N2O), zoals de bij de eerdere - door Hans zo verfoeide - types. De "Corona" plasma tweeter van Otto Braun / (later) Büro Lansche was principieel gelijk aan de Ionophone / Ionovac / IonoFane. http://www.plasmatweeter.de/eng_corona.htm (Spelfout in naam Ionophone niet gecorrigeerd vanwege authenticiteit.) Merk ook op wat wordt gesteld in http://en.wikipedia.org/wiki/Plasma_speaker :
  2. Beste Carl, 't Was leuk, hoor. Je bent er echt weer eens even uit, hè? En Londen is maar een klein stukkie vliegen, eigenlijk. Wat me in de Royal Albert Hall elke keer weer opvalt, is hoe ontzettend veel geluid je er probleemloos in kwijt kunt! Caro Emerald deed 't prima en vakkundig, zoals we van haar gewend zijn. Haar zelfgeschreven materiaal is m.i. heel knap: origineel, gevoelig, vaak geestig, en steunt op de beste tradities in de lichte muziek en mainstream jazz. Ze is ontegenzeggelijk - ondanks haar jeugdigheid - een echte vakvrouw in de muziek en gezegend met een goede stem. Maar ze is geen vocale virtuosa zoals bijvoorbeeld een Cleo Laine of Ella Fitzgerald. En ze ontroert niet zoals een Billie Holiday of Nina Simone dat wèl konden. Dat moeten we dan ook maar niet van haar eisen of verwachten. Dat doet ze zèlf ook niet, naar ik meen. Ze is een entertainer. Maar dan wel een heel goede. Voor recensie: http://www.standard.co.uk/goingout/music/caro-emerald-royal-albert-hall--music-review-8530669.html
  3. Zo'n prachtige plasmatweeter kon natuurlijk nooit beter klinken dan het totale luidsprekersysteem, waar het deel van uitmaakte. En wat Thingman beweerde over het Visaton systeem, werd ook wel gezegd van de Magnat "Transpuls MP-X-088" speaker: men was er niet - of in niet voldoende mate - in geslaagd er een homogeen geheel van te maken. De rondom-stralende, massaloos functionerende plasma tweeter was absoluut een sublieme unit. Maar de spreidingskarakteristiek ervan week sterk af van die van de dome hoog/middentoner. Bovendien was er veel fasevervorming bij het Magnat vierweg hogere-orde systeem. Overigens was deze unit een soort doorontwikkeling op de Iononovac, Ionophone en IonoFane uit de jaren '50. (De merknaam hing af van de fabrikant van de unit.) http://www.plasmatweeter.de / http://www.roger-russell.com/ionovac/ionovac.htm / http://forum.audiogon.com/cgi-bin/fr.pl?ymisc&1257538871&openflup&14&4 / http://www.hi-fiworld.co.uk/loudspeakers/66-knowledge/154-historically-speaking-the-final-part.html Ze werden toegepast in ondermeer de Enga Sound 3KF en de Bowers & Wilkins P2. Enorm frequentiebereik (tot wel 100.000 Hz) en (nog steeds!) ongeëvenaarde impulsverwerking. Maar ook: veel compressievervorming in het lagere bereik, door de (voor het rendement noodzakelijke) hoorn.
  4. Vanavond weer eens gezellig naar de Royal Albert Hall, in Londen. Daar treedt een leuk jong zangeresje uit Nederland op, samen met haar eigen band: http://www.royalalberthall.com/tickets/caro-emerald/default.aspx
  5. Beste Ravon, Er is een schijnbaar onoverbrugbare discrepantie tussen wat bij luidsprekers technisch goed is (geringe vervorming, resonantie en na-ijling; evenwichtige spreiding, lineariteit e.d.) en wat door veel audiofielen als goed, mooi en/of echt wordt aangemerkt. Ik wees er al eerder op, dat audiofielen in het algemeen een verheviging wensen te horen van aspecten die zij als kenmerkend van realisme ervaren. Zulke voorkeuren vallen onvermijdelijk samen met technische gebreken van de luidsprekers die hun voorkeur hebben. Neem nu bijvoorbeeld de Jordan unit, waar jij onlangs op wees. Ongetwijfeld een prachtige breedbandluidspreker, met een gave, brede, realistische weergave van het hele vocale en vrijwel het hele instrumentale frequentiebereik. Alleen... de dynamiek en het bereik in het diepste basgebied zou wat groter mogen zijn. Een (sub)woofer er dan maar bij doen? Met een eigen low-pass filter op ca. 225 Hz? Enne... bij 5 en 8,5 kHz zijn er pieken. Daar tussen en omheen zijn er dips. Kennelijk door primaire en secundaire concentrische break-up modes. Low-pass affilteren boven ca. 4 kHz dan maar? En een mooi bandtweetertje er bij zetten? Ongetwijfeld zou een speciaal rekenprogrammaatje goede diensten kunnen bewijzen om de optimale waarden te berekenen van de hiervoor benodigde filtercomponenten. Vervolgens zou het programma ook op het computerscherm een prachtig lineaire frequentie/amplitude-curve beloven. En zien is geloven, nietwaar? http://www.ejjordan.co.uk/drivers/ Best kans, echter, dat zo'n Jordan unit "beter" ("echter", "natuurlijker") klinkt" zònder zulke technische (hyper?)correcties! Dicht bij de muur zetten - of zelfs in de kamerhoek - zou voor 't laag beter kunnen uitpakken dan het toevoegen van een woofer (plus een in de eerste paar harmonischen fasevervormend filter). En het òpbreken van de aluminium conus in 't hoog klinkt naturel misschien juist wel erg muzikaal en overtuigend. Dat was destijds ook al zo bij de Jordan Watts module*: die "zong" ook zo mooi, met zo'n zilverachtig timbre, zo engelachtig, zo vol glans en kleur... Akoestiek is interessant. Psycho-akoestiek is dat óók. * vanaf 1961 tot ver in de jaren '70 en verkrijgbaar in 16, 8 en 4 Ω versies:
  6. Beste Ravon, Alle audiocomponenten behoren m.i. "recht" te zijn, binnen heel redelijke grenzen. En alle goede audiocomponenten zíjn dat gelukkig ook allemaal. Maar je kent me langer dan vandaag, dus weet je dat ik de opvatting huldig dat bijvoorbeeld het zo veel mogelijk ontbreken van "vertraagde resonanties" van belang is en dat ik "fasereinheid" (m.n. in het vocale bereik) erg belangrijk vind. Wat de juiste partnerkeuze van speakers en luisterrruimtes betreft: dat is een heel boeiend, maar ook heel moeilijk vraagstuk. Laat ik beginnen met de stelling dat de beste speakers overal beter klinken dan minder goede speakers. Net zoals bijvoorbeeld de beste vleugel (zelfs de grootste!) in elke ruimte (zelfs de kleinste!) beter zal klinken dan een minder goede vleugel. Maar een goede grote speaker klinkt in een goede grote ruimte natuurlijk het meest overtuigend. En een goede grote vleugel komt het meest tot zijn recht in een goede grote ruimte - of concertzaal. Hier is het verhaal echter niet klaar. Een vrij harde luisterruimte zou waarschijnlijk beter af zijn met luidsprekers die de hogere frequenties wat minder breed spreiden dan tegenwoordig de norm is, om de ongewenste bijdrage van sterke snelle (korte) reflecties in de geluidsweergave te verminderen. Volgens sommige muziekkenners zijn zulke luidsprekers echter sowieso niet geschikt voor het realistisch weergeven van breed spreidende muziekinstrumenten (zoals... vleugel!). Men komt dus al gauw in het land van de dilemma's, waar compromissen moeten worden gesloten.
  7. Beste Threshold, Ja, dat is waar! Echter... Het is dikwijls mogelijk om met behulp van computerberekening en -simulatie twee of meer totaal verschillende (wisselfrequenties, filterhellingen, correcties) en op het oog toch heel overtuigende versies van overigens dezelfde configuratie te maken. Juist met behulp van computerberekening en -simulatie is dat mogelijk. Is dat heel gemakkelijk, zelfs. Die verschillende versies van "dezelfde luidspreker" zijn dan allemaal "rècht". Of recht genoeg. Maar de ene klinkt wellicht "ècht"... en de andere "slècht". De belangrijkste keuzes worden dus door de ontwerper gemaakt vóórdat hij de computer aan het reken- en simuleerwerk zet. Op basis van ervaring, kennis, inzicht... Op basis van rationeel gebaseerde intuïtie, kortom.
  8. Met bovenstaand naaldenreinigertje heeft Spido zelf geen ervaring, maar het lijkt hem een effectief dingetje. Als je maar steeds alleen in de goede richting veegt met dat borsteltje! (Van achteren naar voren toe dus: van de kop àf.) Zelf gebruikt Spido al zo'n veertig jaar een wit plastic flesje met reinigingsvloeistof en een draaidop met penseel (heel fijne acryl haartjes) van het merk "Cambra". Raakt maar niet op! En werkt nog altijd prima.
  9. Het probleem met computersimulaties is niet alleen dat zij je op overtuigende wijze kunnen laten zien wat je niet hoort - wat ik reeds schreef - maar dat ze je ook niet laten zien wat je wèl hoort. Ze laten je kwantiteiten zien - luidheid, impedantie, fasedraaiing - maar niet de kwaliteit, de echtheid van de klank. Om het huidige voorbeeld nog even vast te houden - maar ik zou er talloze andere aan kunnen toevoegen - het volgende. Een mij zeer bevriende luidsprekerontwerper / -producent vroeg ooit offerte aan bij Visaton voor de levering van compleet gebouwde wisselfilters voor zijn eigen ontwerpen, waarin de door Threshold genoemde DSM50FFL als midden/hoog-unit werd toegepast. Tot zijn verbazing specificeerde Visaton voor die sectie een electrolytische bipolaire serie-condensator. Op zijn vraag waarom niet werd geopteerd voor een (klankmatig superieur en bovendien duurzamer) MKP type, werden hem simulatiegraphs toegestuurd waaruit moest blijken dat de verliezen van de gespecificeerde elco het systeem in een klein gebied een decibel of twee meer lineair zouden maken... Het werd de ontwerper op slag duidelijk, dat hij maar beter niet verder kon gaan met deze offerte.
  10. Beste Ravon, Wees er van verzekerd dat Visaton zelf, voor het ontwikkelen van zijn zelfbouwsystemen, zeer geavanceerde meet- en reken (computer)techniek inzet. Bovendien beschikt de onderneming over goede fysieke testfaciliteiten, zoals dode ruimten. Alle landmarks op het gebied van luidsprekertechniek (zoals de Cabasse "Brigantin", de Tannoy "GRF", de EngaSound "3KF" en alle BBC monitors en hun kloons, om maar wat te noemen) zijn ontwikkeld zònder computertechniek en de bijbehorende simulaties. Het is de vraag, of het gebrek aan homogeniteit dat Thingman vaststelt bij het Visaton ontwerp òndanks computersimulaties optreedt... of er juist een gevolg van is! (Computersimulaties laten je immers op overtuigende wijze zien wat je niét hoort...)
  11. Beste Thingman, Ik heb nooit beweerd dat het bedoelde complete Visaton systeem beter presteert dan een compleet Manger systeem. Ik wees er alleen maar op dat àls de bedoelde Visaton niet zo goed zou klinken als een Manger systeem, dat zeker niet aan de kwaliteiten van de diverse toegepaste luidsprekerunits kon worden geweten. Want die units zijn allemaal, stuk voor stuk, elk in hun optimale werkingsgebied, veruit superieur aan een Manger breedband-hoogtoner.
  12. Beste Hans, Als er volgens de meeste leden van jouw club te hard werd gespeeld, betekent dit ongetwijfeld dat er te veel vervorming optrad. Want vervorming klinkt hard. Van echt goed geluid krijg je niet gauw te veel. (Heb jij wel eens bij een èchte band of orkest op het podium gestaan? Vóór de kopersectie, bijvoorbeeld?) De opmerkingen van Wol laten nauwelijks nog een serieuze beantwoording toe. Doet me denken aan "De meeste Nederlandse tandartsen poetsen met Oral B elektrische tandenborstels! Dusss..." Wat de Manger betreft: daarmee is ongetwijfeld goed geluid mogelijk. Maar dat is niet bij voorbaat gegarandeerd. Het belangrijkste voordeel van zo'n breedbandige hogetonenunit is het vermijden van filtering tussen midden en hoog. Maar daar staan - naast de bezwaren die ik al eerder noemde - een paar problemen tegenover. Allereerst is daar het betrekkelijk lage rendement (88dB/W/m), wat matching met moderne basunits minder eenvoudig maakt (tenzij je gaat bi-ampen). Verder is daar de open constructie, die belet dat men hem in een (bas)kast monteert. Jij schreef dat de unit meestal in een kast wordt ingebouwd, maar dat was oorspronkelijk niet de bedoeling. Ik neem aan, dat hij dan in een eigen, van de woofer afgesloten compartiment wordt ondergebracht? Anders blaast de woofer zomaar dwars door hem heen, hè?) Dit beperkt de omvang van het bascompartiment nogal, als de WAF een rol speelt. Dat de kwaliteit van een luidsprekersysteem niet alleen door de hogetonenunit wordt bepaald, maar net zo goed door de woofer, de behuizing, de demping, het cross-over netwerk e.d., hoeft verder geen betoog. Vast staat echter (voor mij), dat de Manger Schallwandler een antwoord is op een niet bestaand probleem. Immers, zowel in het middengebied als in het hogetonengebied zijn er tal van kleine conus units, dome units en vlakmembraan units (ribbon, foil), die ieder in hun optimale werkgebied beter presteren dan de Manger. Neem nu bijvoorbeeld zo'n betrekkelijk goedkoop zelfbouwsysteem als de Visaton "Atlas Compact Mk V": àls zo'n compleet systeem minder goed mocht klinken dan een Manger systeem (wat ik zéér betwijfel), is dat zeker niet te wijten aan de kwaliteiten van de toegepaste units. http://www.visaton.de/de/bauvorschlaege/mehrwege/atlas_compact_mkv/index.html
  13. Voorspoedig herstel gewenst, KT88!
  14. Mann lese nun mal http://www.hifi-forum.de/viewthread-30-16136.html Oder waß sonst noch? Da schwätzt mann doch nicht weiter..? En wat je goed noemt... Ja, ze klinken zeker niet slecht, àls ze 't doen. Maar betrouwbaarheid en duurzaamheid zijn m.i. heel belangrijke kwaliteits-criteria.
  15. Beste Wol, Als die Mangers niet van die akelige, elektrostaat-achtige dipool units zouden zijn - met alle achterkant anti-fase reflecties en interferenties van dien - en als ze een veel groter dynamisch bereik zouden hebben en als ze bij hogere frequenties niet zo erg zouden bundelen en als ze bij hogere frequenties niet zo veel faseverlies zouden hebben en als ze niet zo gauw kapot zouden gaan en als ze niet zo veel kwaliteitsspreiding zouden hebben dat ze wel gepaard móeten worden in de fabriek en als ze bovendien niet zo'n slechte prijs/kwaliteitverhouding zouden hebben dan zouden het ongetwijfeld geweldig fijne luidsprekers kunnen zijn. Misschien zou ik ze dan zelf óók wel willen gebruiken!
  16. spido

    Klaar !

    "Fraaie resultaten"? Is realisme een kwestie van smaak? Eigenaardig, dat audiofielen altijd zeuren over akoestiek. En dat muziekliefhebbers dat nooit doen. Ik heb heel wat huiskamerconcerten en muziekboerderijconcerten meegemaakt in akoestische condities die niet aan de maatstaven van onze geachte audiofielen zouden voldoen. Maar die concerten klonken toch altijd heel echt en natuurlijk, hoor. Op hun hoogst individuele manier...
  17. Beste Wol, Het heeft geen zin om bij zulke luidsprekerunits te selecteren, want ze zijn allemaal hetzelfde. (Dank zij de geautomatiseerde fabricage.) Als jij zelf daps gaat bouwen met keps kun jij daar natuurlijk zelf metingen op los laten. Maar wat zeggen mij zulke ondeskundig verkregen meetresultaten over zulke ondeskundig ontworpen en gebouwde luidsprekers? BTW: Niet "glasfaser" (?)*, maar kevlar.(Bedoelde je wellicht "glasvezel" of "glasfiber"?) Niet "Fenstra" maar Feenstra. Niet "smoes", maar argumentatie.
  18. Beste S@m, Mijn eigen luidsprekers zijn uitgevoerd met zware, vergulde schroefklemmen. Dubbel uitgevoerd, zelfs. Om dat volstrekt zinloze bi-wiring mogelijk te maken. En om het feest nog mooier te maken, kunnen in die klemmen desgewenst ook nog zware, vergulde banaanstekers worden gestoken. Mijn eigen luidsprekers zijn dus niet uitgevoerd met verende luidsprekerklemmen (zoals die Visaton VS-5192). Want als dat wèl het geval was, zouden allerlei onbenullen gaan schreeuwen dat zoiets goedkoops, zoiets simpels, niet goed kan zijn. Daarom moet ik van tijd tot tijd de schroefklemmen weer wat aandraaien, wat helemaal niet zo gemakkelijk gaat. Jammer, dus, dat er niet van die verende luidspreker-aansluitklemmen opzitten...
  19. Goede luidsprekerstekkers bestaan niet! Zelfs professionele vergulde banaanstekers met verende pennen worden na verloop van tijd contactmoe. En ook de zwaarste, dikste schroefklemmen moeten nu en dan toch weer even worden aangedraaid, omdat de kopervezeltjes van de luidsprekerkabel zich op den duur toch altijd onder de contactdruk weten uit te pletten en te wurmen... en de verbinding toch weer te wensen overlaat. Desalniettemin zijn zulke zware, vergulde schroefklemmen algemeen aanvaard als dè hifi / high-end luidspreker-aansluitingen. (Vooral de meest kostbare uitvoeringen, natuurlijk!) Het is vloeken in de hifi /high-end kerk, wanneer ik wijs op deze eenvoudige, goedkope (€ 3,50) verende luidspreker-aansluitklemmen. Alle freaks zullen opstuiven! Verontwaardiging alom! Maar dat is dan toch niet terecht. Want zulke aansluitklemmen zijn goed, betrouwbaar en duurzaam! Bijvoorbeeld: Visaton VS-5192 Loudspeaker terminal with recessed terminal board and foam sealing for airtight installation. For cable diameters of up to 10 mm2, 2-pole, 1 red and 1 black lever each. Round mounting cutout. Including mounting screws. http://www.todotipo.nl/licht-geluid/luidsprekers/accessoires/vs-5192-luidspreke-aansluitklem
  20. Wol, ik klaag erover dat er zoveel onzin wordt verkocht op forums!
  21. Dat het geluid minder zuiver is, daar kom je niet achter als je onderzoek pleegt. Daar kom je achter, wanneer je goede oren hebt en ook kritisch luistert. Dat de akoestische output afwijkt van de elektrische input... daar kun je wèl achterkomen als je onderzoek pleegt. Dan ontdek je bijvoorbeeld dat de output nooit gelijk kan zijn aan de input, wanneer op bepaalde momenten een luidsprekermembraan naar achteren beweegt terwijl het eigenlijk naar voren zou moeten gaan. Wanneer er fasevervorming is, dus.
  22. Beste Wol, Of de luidsprekerunits allemaal exact dezelfde parameters hebben, speelt in dit opzicht geen enkele rol. Dat heb ik ook nooit beweerd. Het gaat er om, of de resultante output van het luidsprekersysteem faserein is. Dit betekent dat wat de versterkeringang op de scoop in beeld brengt (het muzieksignaal), exact hetzelfde moet zijn als wat de meetmicrofoonversterker op de scoop laat zien. Fasedraaiingen door hogere orde filters, looptijdverschillen door afstandsverschillen tussen de diverse luidsprekerunits en het oor of de microfoon, stijgtijdverschillen tussen de diverse betrokken units rond overnamefrequenties, faseverliezen en -winsten op de membranen zelf, interferenties (pieken en dalen door fase-gelijkheid c.q. -verschil bij div. frequenties) van de diverse bronnen (units) en vertraagde (mechanische) resonanties zijn de belangrijkste vervuilers van de fasehuishouding. Zowel bij luidsprekerunits met gelijke als met ongelijke parameters.
×
×
  • Create New...