Jump to content

spido

Members
  • Posts

    10975
  • Joined

Everything posted by spido

  1. Beste Threshold, Ad A. Bij de wanden treden, bij staande golven, de grootste drukverschillen op, terwijl de luchtdeeltjes nauwelijks bewegen. Zulke plaatsen heten "knopen". Met je meetmicrofoon valt hier nauwelijks iets te meten en met je oren valt er nauwelijks iets te horen. In het midden van de kamer zijn bij de primaire staande golf nauwelijks drukverschillen meetbaar, maar hebben de luchtdeeltjes wel hun grootste snelheid. Zulke plaatsen heten "buiken". Met de meetmicrofoon valt hier alles te meten wat er te meten valt, en met je oren valt er alles te horen wat er te horen valt. In bovenstaande illustratie kun je zien dat er bij staande golven altijd knopen zijn tegen de wanden, maar dat de knopen (minimale amplitude) en buiken (maximale amplitude) van de veelvouden van de primaire staande golffrequentie allemaal hun eigen plaats hebben. Ad B. Dat mocht je willen! En dat mochten wij allemáál wel willen! Maar staande golven zijn helaas onvermijdelijk, tenzij we in de open lucht gaan luisteren. (En daar zijn weer andere ongemakken & onaangenaamheden.) Wel heb ik de ervaring dat plaatsing van de basluidspreker(s) dicht bij de muur - of zelfs in de muur gemonteerd - goed kan helpen om een actieve rem te zetten op de staande golven en hun harmonische boventonen. Een luidsprekermembraan is immers een buik en veroorzaakt maximale luchtbeweging op een plaats waar de staande golf maximale stilstand dicteert. Tegen de verdrukking in. (Natuurlijk helpt een hoge dempingsfactor van de versterker daarbij wel... en een lage Q-factor op de resonantiefrequentie van de luidspreker kan óók gunstig zijn.)
  2. Beste Ravon, Nou, dan zou je die mensen eigenlijk hun geld terug moeten geven, want jouw manier van meten slaat nergens op. Om te beginnen is het ondoenlijk tijdens een sweep exact pieken vast te stellen. Dat moet heel zorgvuldig en dus liefst met de hand worden gedaan, zodat je op en rond de resonantiefrequentie een beetje heen en weer kunt regelen. Het mooist is een generator met een grote afstemschaal: dat werkt het meest secuur. Verder is het van belang, dat je de resonantiefrequenties in hun buik treft, met je meetmicrofoon. Waar de primaire staande golf zijn buik heeft (in het centrum van de kamer), daar heeft de eerste boventoon ervan juist zijn knoop. Geen wonder dat je daar dan niets meet. Zie respectievelijk fig. 1 en 2 van onderstaande illustratie. Ik zie je al met je meetmicrofoontje door de kamer rennen, tijdens je sweep, van buik naar buik. Daar mag je wel goede gympies voor aantrekken, Ravon!
  3. Beste Ravon, Die proef zou je heel best zèlf kunnen nemen: je hebt er alleen maar een behoorlijk grote (lange) ruimte voor nodig, een toongenerator + versterker en een goed basluidsprekersysteem, plus een spectrum analyzer met meetmicrofoon. Vergeet niet, dat de buiken van de eerste boventoon op 1/4 en 3/4 van de lengte van de ruimte liggen, en de buik van de primaire resonantiefrequentie op 1/2 van de lengte ligt. Om een goede vergelijking te kunnen maken, zul je de meetmicrofoon dus wel wat moeten verplaatsen. Om interferentie met de andere staande golven - dus in de andere richtingen - in dezelfde ruimte te voorkomen, kun je het best een ruimte kiezen waarvan de lengte, de hoogte, òf de breedte, aanmerkelijk afwijkt van de andere maten. De staande golf in de afwijkende maat wordt dan gemeten. Maar om te voorkomen dat je mij onwilligheid zult verwijten, heb ik namens de Stichting voor de HiFi in Nederland i.o. (die meer deuren kan openen dan Spido) een verzoek gericht aan de kerkvoogd van de Domkerk te Utrecht om hun kerktoren voor een onschuldig akoestisch experiment te mogen gebruiken. Na ampele toelichting werd dit verzoek ingewilligd, maar het luiden van de kerkklokken moest wel gewoon door kunnen gaan. Om van dit luiden zo weinig - en zo kort - mogelijk hinder te hebben, werd besloten de proefneming zondag a.s. te doen: om 13.30 uur verzamelen we ons aan de voet van de Domtoren en gaan we naar binnen om de spullen klaar te zetten. Na de klokslag van 13.00 uur kunnen we dan met onze metingen beginnen. Om de metingen niet te verstoren, zullen we zelf heel stil moeten zijn. Je wordt daarom verzocht gymschoenen te dragen. Tot zondag, dan!
  4. Beste Hans, Je moet wel lezen wat er staat! Ik schreef dat je "het verschijnsel vermoedelijk het best kon vergelijken met" (...). Dat een frequentie van bijvoorbeeld 100 Hz een staande-golfresonantie van bijvoorbeeld 50 Hz in diezelfde ruimte kan veroorzaken, is helemaal geen "vermoeden" maar een vaststaand feit en dus zéér wel meetbaar! Alleen komen er maar weinig mensen - eigenlijk: alleen èchte genieën! ( ) - op het idee om een tweevoud (of een ander meervoud) van een staande-golffrequentie in een ruimte weer te geven, om dan te meten of door die eerste boventoon / tweede harmonische de (één of méér octaaf/octaven lager gelegen) primaire staande-golf wordt opgeslingerd. (Ter ontluistering: elke breedbandige scheet, kreet, of harde nies - al is die wellicht officieel geboekstaafd als toon-incoherent "geruis" - is tot zulke harmonische opslingering in staat!) Overigens: wanneer er in een bepaalde ruimte inderdaad een staande golf van 50 Hz is, dan zijn alle veelvouden van 50 Hz in die ruimte óók staande golven: alleen liggen de vaste buiken en knopen daarvan dan op andere punten in die ruimte. Staande golven in de buurt van 50 Hz - met hun veelvouden - treden veel op in standaard huiskamers, want de halve golflengte van 50 Hz is bijna 31/2 meter, en dat is zo ongeveer de standaard breedte van een Hollandse doorzon-huiskamer. In de lengterichting van een standaard woonkamer van 8 meter lang is de primaire staande-golffrequentie iets boven de 20 Hz, en in de hoogte - van standaard 23/4 meter - is de primaire staande-golffrequentie ietsje boven 60 Hz. Bovendien: er zijn ook "bijna-staande golven". Alle golven waarvan de frequentie in de buurt komt van staande-golffrequenties, hebben min-of-meer staande-golf karakteristieken. De buiken en knopen van hun reflecties vallen dan bijna samen met die van de primaire golf, zodat hun knopen en buiken zich slechts langzaam in die ruimte verplaatsen. Hoe groter de ruimte is, des te lánger zijn dan de primaire staande golven en des te láger liggen dan de primaire staande-golffrequenties. Hoe láger de staande-golffrequenties zijn, hoe beter. Want naarmate de staande-golffrequenties hóger liggen, zijn ze storender voor het muzikaal gehoor: ze vermengen zich dan immers in hogere mate met het muziekmateriaal (m.n. met de eerste harmonischen, d.w.z. de grondtonen van div. muziekinstrumenten zoals orgel, contrabas, vleugel, harp, bastuba, sousafoon, bombardon, basgitaar) en ze komen ook in hogere mate te liggen in het frequentiebereik waarin het gehoor gevoeliger en kritischer is voor amplitude/frequentie niet-lineariteiten en diverse soorten vervorming (Fletcher/Munson, 1933; Robertson/Dadson, 1956). Luidsprekerverplaatsing kan overigens absoluut niéts veranderen aan de staande-golfpatronen in een ruimte: die patronen worden van nature geheel gedicteerd door de afstanden tussen harde/reflecterende parallelle vlakken/wanden. Wellicht word je in je kwalitatieve beoordeling misleid door hogere frequenties en hun reflecties? Wanneer toon jij dan eens aan met metingen, in plaats van met prietpraat, dat jouw gevlochten kabels béter zijn dan conventionele kabels?
  5. Mooie opnames, hoor. Maar een cello "bast" natuurlijk niet zo goed als een èchte (contra)bas: die gaat nog een vol octaaf lager, maar klinkt ook in zijn hogere register (zijn "cello-bereik") voller, groter. Er zijn veel bruikbare jazz-opnamen van bijvoorbeeld Ray Brown, Charles Mingus, Paul Chambers, Christian McBride of Ron Carter. Meestal gaat het dan om "geplukte" bas (pizzicato). Als het gestreken, klassiek baswerk moet zijn: http://nl.wikipedia.org/wiki/Contrabas
  6. Beste Ravon, Vermoedelijk kun je het akoestische verschijnsel het best vergelijken met snaarresonantie. Wanneer je bijvoorbeeld de hoge E snaar van een gitaar aanslaat, zul je kunnen horen (en voelen) dat de lage E-snaar uit zichzelf zachtjes gaat meezingen. Want de hoge E wordt door de lage E-snaar als boventoon "herkend". De lage E-snaar gaat dan eerst in deeltrilling resoneren, en vervolgens in totale trilling. De zaak ligt feitelijk nog complexer: ook andere snaren kunnen gaan resoneren, als er een gemeenschappelijke boventoon is. http://nl.wikipedia....Snaarresonantie geeft als voorbeeld: "Een A-snaar (440 Hz) resoneert dus mee met een E-snaar (330 Hz), omdat hun overeenkomstige, respectievelijk 3e en 4e, boventoon (1320 Hz) gelijk is."
  7. Beste Hans, Je bedoelt dat de "karakteristieke impedantie" 50 Ω is? Dan lijkt het me van belang te weten hoe die impedantie is opgebouwd uit L, C en ('n beetje) R. http://www.hobby-electronics.info/nl/course/html/Kabelimpedantie-Reflectie.html
  8. Beste Carl, Èlk muziekstuk / Èlke opname gaat zo laag! Zelfs wanneer er nog niet eens wordt gespeeld! (Ademhaling & bloedsomloop van het publiek; atmosferische ruis in de zaal: dàt soort dingen, dus.) Bovendien worden (lage) resonantiefrequenties (zoals 30 Hz) niet alleen door hun eigen frequentie aangestoten, maar ook door hun veelvouden (hogere harmonischen daarvan, zoals 60, 90,120 Hz). Het leven is dus helaas niet zo eenvoudig... Maar gelukkig: als je slechte speakers hebt, hoor je daar heel weinig van!
  9. Beste Tubejack, Zo is het maar nèt! Dit is de achterzijde van een type Varislope 1, dat qua lay-out lijkt op type 2. We moeten de manual nog downloaden, dus de functie van die twee contactpennen helemaal links is nog niet duidelijk... (En... o wat zitten die RCA-sockets dicht bij elkaar! Die monsterlijk dikke RCA-pluggen van tegenwoordig passen daar natuurlijk weer niet in, zonder afslijping! Dit exemplaar is overigens zo te zien gemoderniseerd, met gold plated RCA-females. Nonsense! Vertind is toch goed genoeg?)
  10. Het heeft iets van laboratorium-apparatuur... maar ook iets van elegantie. Het eerste merk dat deze stijl hanteerde, was Pioneer - voor zoverre het mij destijds opviel, tenminste. SA 810, 1966-1969.
  11. Beste Tubejack, O, hij doet 't heus wel: dat heeft een technicus al gemeten. Maar hij kan vermoedelijk alleen gebruikt worden in combinatie met een antieke Leak, Radford, Rogers e.d. stereo eindversterker via de specifieke "octal" achtpolige kabelaansluitingen. We zijn nog op zoek naar een geschikte eindversterker met die aansluitingen, èn naar die kabel...
  12. Hij hééft 'm! Wat nú?
  13. Ja, maar wel met een schuimrubber hamertje, vanwege geluidshinder.
  14. Leuke info gevonden op http://audio-nirvana...eng/leaktlg.htm . Dat een kabeltje, wanneer het niet helemaal goed ligt, zulke storing kan veroorzaken! Het ziet er overigens naar uit, dat een goede kennis van me een Leak Varislope II Stereo buizen-voorversterker heeft bemachtigd. Die zal wel renovatie nodig hebben, na bijna een halve eeuw. En als er ooit nog een vergelijking tussen vintage en nieuwe buizenversterkers mocht komen, zal een ingang "direct" en CD-bestendig" (high level) moeten worden gemaakt. Wie zou dat een leuk klusje vinden?
  15. Kijk, dat is nu het nadeel dat je hebt wanneer je een echte, bestaande, en dus lichamelijke persoon bent! Spido is daar natuurlijk wèl bij geweest, en hij kan je er van àlles over vertellen...
  16. Beste Symfo, You make me feel so YOUNG! http://www.youtube.com/watch?v=kuI3ogcQjuI&feature=related
  17. http://www.gramophon...27/#header-logo And the Winner (Dec. 2008!) is...: just read all about it!
  18. Als er verschil hoorbaar zou zijn, voor Hans, hoe miniem ook, wellicht... en dat verschil valt nadelig uit, voor Hans, hoe miniem ook, wellicht... zou dat dan misschien toch nog kunnen komen doordat de luidsprekers tòch nog niet helemaal op de juiste plaats staan? Of doordat er x gram te veel of te weinig steenwol in de akoestische resonantiedempingsblokken zit? Of zo? Men wéét 't niet... men wéét 't niet! (Hans kan het gelukkig altijd nog aan zijn broer vragen! )
  19. Beste KT88, Ad A: Moet er dan geen rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de timbre-wijzigingen niet (of niet alléén) het gevolg zijn van veranderingen in de frequentie/amplitude-verhouding, maar (evt. óók) worden veroorzaakt door fasevervorming? Ad B: Ad C: De faseverhoudingen in het primaire, directe geluid (d.i. het geluid dat het oor eerder dan alle reflecties bereikt) wijzigen zich niet tijdens zijn luchtreis. Mede hierdoor klinkt het primaire geluid kernachtiger en natuurlijker dan de reflecties. (Sommige liefhebbers van electrostaten, magnetostaten en spreekspoel dipool-luidsprekers gebruiken dit als argument om bezwaren van fasevoorvechters tegen het vertraagde, gereflecteerde, anti-fase achterkantgeluid van hun speakers te pareren.)
  20. Ook super spullen, Symfo! (Suggestie: ESL's verwennen met bandtweeters en woofers - bijvoorbeeld antieke 12" (or MORE) Wharfedales in nèt zo antieke flinke, zware, dubbelwandige kasten met zandvulling in de spouw.)
  21. Beste KT88, O ja, een piekje of dipje kan de klank (het timbre) van een instrument ongetwijfeld sterk veranderen. (En dan te bedenken welke gigantische pieken en dips er meteen na de directe weergave (d.i. de initiële luidsprekerproductie) door de akoestiek in de luisterruimte nog ontstaan... ) Wat ik probeerde te vertellen: als het beperkt blijft tot een eenvoudige aantasting van de frequentie/amplitude-verhouding, kan het klinkend resultaat - hoewel ànders van timbe dan het origineel - nog steeds natuurlijk en geloofwaardig overkomen. Maar bij problemen in het tijdsdomein (na-ijling, m.n.) ligt het anders: dan wordt de klank modderig, smerig. Zulke aantastingen hebben meestal een mechanische oorsprong (zoals kast/paneelresonantie). En helaas: grofstoffelijke lichamen volharden nogal sterk (en lang) in hun beweging. Overigens weten wij, en betreuren wij, dat Satan met macht regeert op aarde, en dat mechanische resonanties zich zowèl in de frequentie/amplitude-verhouding (pieken/dips) als in het tijdsdomein (na-ijling, vertraagde resonantie) manifesteren! (Spido heeft daarom best wel begrip voor mensen die in hun vertwijfeling minder resonante, kastloze luidsprekers kopen om verder resonantie-arm, maar ook vrijwel basloos, door het leven te gaan. Begrip... èn medelijden!) P.S. Veroorzaken parametrische equalizers geen fasevervorming?
  22. Beste mumsoft, Jazeker, die bedoel ik! Deze live opname lijkt me voor audiofiele toepassingen & bedoelingen minder geschikt, maar musicologisch is het allemaal natuurlijk heel interessant. Deutekom zet Abigaile overigens wel neer als een regelrechte reïncarnatie van Lady MacBeth, hè? (Of eigenlijk andersòm, nietwaar..? Vanwege de chronologie, dus! Abigaile was immers een nog éérder, een nog vróeger secreet / kreng, dan die Cold Steel Lady Kingkiller van Shakespeare. Maar alletwee waren ze vermoedelijk Lilith-manifestaties... Tijdloze, alom tegenwoordige Godinnen van Kwaad & Vernietiging, dus. Frustratie en jaloezie: haat, vermomd in verleiding en vervoering. U kent ze vast wel: je vindt ze overal, in dorpen, wijken en steden. In clubs, adviesraden, commissies, besturen, comités. Abigaile is Everywhere!)
  23. Problemen met basweergave zijn vrijwel altijd tijdsproblemen (na-ijling, vertraagde resonantie) en bijna nooit frequentie/amplitude problemen. Na-ijling / vertraagde resonantie vermoddert, versmeert, vervuilt... bederft het geluid. Haalt de "snelheid" er ook uit. Frequentie/amplitude niet-lineariteit (piek of dal in de "frequentiekarakteristiek") kan de bas / het laag weliswaar "slanker" of "dikker" maken dan eigenlijk zou moeten (de contrabas kan daardoor als een cello klinken, of de concertvleugel lijkt een meter korter te worden, bijvoorbeeld), maar de klank blijft dan toch nog overtuigend, en maakt een "natuurlijke' indruk. (Dit is dan ook "het geheim" van de "goede basweergave" van eigenlijk veel te kleine monitor-speakertjes!)
  24. Beste rbh, Ja, zoiets als DÌT zat er voor die beste man helaas niet in, hè? (Julian Bream & John Williams, gitaar, 1972: "Le Vida Breve", Manuel de Falla) Maar... zo mooi zingen als Thomas deed*, is natuurlijk óók al heel wat! * Want ook hier geldt, jammer genoeg: "Het mooiste is al lang gewéést!"
  25. Beste Tubejack, Boven een optimum prijs/kwaliteitverhouding (d.i. waar de prijs gaat clippen, hoewel de kwaliteit nauwelijks of zelfs helemaal niet meer toeneemt), spelen m.i. vooral de juiste aanpassingen een grote rol. Gevoeligheid, uitgangsspanning, afsluitimpedantie: dat soort dingen, dus. De prijs van de individuele onderdelen, en zelfs de absolute kwalititeit van die onderdelen, wordt dan veel minder belangrijk dan de juiste "match". Er is daarom zeker iets voor te zeggen om zoveel mogelijk apparaten uit hetzelfde huis, en m.n. uit dezelfde serie, met elkaar te combineren. Als dat huis en die serie tenminste goed zijn, zoals in dit geval.
×
×
  • Create New...