
Werner
Members-
Posts
745 -
Joined
-
Last visited
Everything posted by Werner
-
Dit is voor een toekomstig artikel op www.tnt-audio.com
-
Er spelen hier twee afzonderlijke aspecten: -gebalanceerde verbinding -gebalanceerde circuits Een gebalanceerde verbinding, wanneer afgesloten in een differentiele versterker (of transformator) aan de ingang, biedt aantoonbaar immuniteit tegen ruis/storing die gelijkelijk instraalt op beide signaaladers van de verbinding (common mode noise / common mode rejection). Dit is het aspect dat gebalanceerde lijnen aantrekkelijk maakt in de pro wereld (studio's, theaters, ...) omdat dat meer veel verbindingen en met lange verbindingen gewerkt wordt. De aard van de circuits binnen in de component (versterker, mengtafel, CD-speler, processor, ...) maakt voor de pro-wereld niets uit, als de ingangen en de uitgangen maar differentieel zijn. Dikwijls (altijd?) zal een component dan ook intern enkelzijdig werken (minder circuit, dus goedkoper), met convertoren op alle in- en uitgangen. Een gebalanceerd circuit daarentegen bevat dubbel zoveel componenten als een gewoon enkelzijdig circuit (een versterker wordt er twee, een 2-kanaalsvolumeregelaar wordt 4-kanaals, ...) en kost dan ook nogal wat meer. Daar staat tegenover dat in zo een circuit de voeding geen onderdeel meer vormt van het signaalpad, en volgens sommige audiofielen kan dat beter klinken. Wanneer een hififabrikant dan de gebalanceerde toer op gaat dan kan hij dat doen vanuit twee standpunten: -utiliteit: het aanbieden van het gebalanceerde verbindingsformaat (of dit nu zinvol is of niet) -audiofiliteit: het exploiteren van de voordelen o.g.v. voeding. In het eerste geval zal hij, net zoals de pro-fabrikanten, met extra conversiecircuits op in- en uitgangen werken (wat potentieel slechter klinkt, want nodeloos complex t.o.v. RCA-connecties). In het tweede geval zal hij zijn circuits volledig ontdubbelen en er een prijs voor vragen. De meeste niet-onbetaalbare gebalanceerde consumentenaudio valt onder de eerste categorie.
-
'gewoon', ja. Net zoals een platenspeler gewoon aan 33.3 moet draaien, en een arm het element gewoon moet vasthouden. Speel eens met de FFT grootte en kijk naar het verschil in niveau tussen de rumble en de 1kHz toon. Niet dus.
-
Ik wilde gewoon observeren dat dure elementen ook met een slechte kanaalbalans op de markt kunnen komen. Meer niet.
-
Wat heeft de mening van Jan Allaerts te maken met het feit dat ik grote ongelijkheden heb gemeten bij niet-vernoemde dure elementen (geen JA, als je daar naar zit te vissen), en kleine bij specifieke goedkope elementen die wel precies in elkaar gezet worden?
-
Wat losse opmerkingen ... De tegenwoordig verkrijgbare 'testplaten' zijn, naar mijn ervaring, niet te vertrouwen. In tegenstelling tot de CBS en andere platen uit de gouden periode zijn het geen gecalibreerde hulpmiddelen voor metingen. Ik heb er intussen vier (HFN blauw, HFN rood, Analogue Productions, en Cardas) en bij allen kan ik een waslijst met opmerkingen aframmelen. Bij geen enkele track valt de opgenomen kanaalgelijkheid te vertrouwen. Geen enkele ruistrack is echt roze en vlak van 20Hz tot 20kHz. Geen enkele frequentiesweep is zelfs maar bij benadering vlak te noemen. Als je hiermee wil meten doe je er goed aan de resultaten van verschillende platen naast elkaar te leggen. High-end elementen zijn niet per se met hoge nauwkeurigheid gebouwd. Ik ga geen merken noemen maar ik heb al kanaalongelijkheden van ruim 2dB gemeten. Als je geluk hebt zit je op 0.5dB. Een Denon DL-103 of AT OC-9 doet het typisch beter. Azimuth is een geometrische instelling die onmiddellijk weerslag heeft op de kanaalscheiding. Bij een foutieve totaal-azimuth (groef-naald-cantilever-generator niet exact op een lijn) daalt de theoretisch mogelijke kanaalscheiding snel. Deze relaties zijn gedocumenteerd: zo zal bij een fout van 1 graad de scheiding nooit meer dan 35dB kunnen zijn, bij 3 graden 26dB. http://www7a.biglobe.ne.jp/~yosh/sitemap.htm Kanaalonbalans kan met azimuth te maken hebben, maar komt toch voornamelijk voort uit de plaat zelf (variabel) en spoelwikkeling, geometrie van magnetisch circuit, en afwijkingen in de versterker (constant). Daarom moet azimuth op basis van scheiding ingesteld worden: bij een grote kanaalscheiding KAN azimuth niet anders dan geometrisch correct zijn. Dit is een element met fabrikagefouten: En dit is er een dat het heel goed doet (inclusief mijn afregelkunde): Ik gebruik hiervoor de ruistracks op de blauwe HFN. Die zijn over vele elementen consistent gebleken. Dat kan ik niet zeggen van de rode HFN: daar is iets mis mee, ik moet nog uitvissen wat.
-
Heb ik jaren geleden eens geprobeerd in het digitale domein, met opnames van een GyroDec. Bracht geen relevante verbetering. Spido, begrijpend lezen ... " QUOTE(Hans van Liempd @ 26 Sep 2007, 22:42:59) Naar het originele bericht Die lage frequenties... zijn dat geen armresonanties..?? Ja. Hebben niets met het loopwerk op zich of met 'rumble' te maken." Wat wil zeggen dat onafhankelijk van het loopwerk een gegeven arm-elementcombinatie dezelfde piek gaat geven in het LF, net omdat die resonantie permanent door alles wat er in de kamer gebeurt wordt aangestoten, en omdat die resonantie heel dominant is wegens relatief weinig demping in het element.
-
Heb ik ooit iets anders beweerd? "Gelukkig speelt de rumble zich hoofdzakelik af onder de 5 Hz. En je houdt de arm-element reonantie als het goed is boven de 10 Hz. Niet zo'n grote kans dat die erg aangeslagen wordt." Na talloze combinaties gemeten te hebben ben ik tot het inzicht gekomen dat je er maar vanuit moet gaan dat eens de naald op de plaat staat, de motor moet zelfs niet draaien, de boel in resonantie zit en blijft.
-
Nee. De meeste van mijn voorversterkers zijn recht tot bijna-DC. Ik heb dan ook geen woofers ;-) Overigens is een subsonisch filter een beetje het paard achter de wagen. In het element zelf intermoduleert de arm-elementresonantie met het muzieksignaal, en dat valt achteraf niet meer weg te filteren. Vandaar dat die servo-arm van Jacco in zekere zin interessant is, alsook de Shure meeloopborstels en de Townshend-trog.
-
Niet mee eens. Maar kom, wat weet ik van kwaliteitsplatenspelers
-
Ja. Hebben niets met het loopwerk op zich of met 'rumble' te maken.
-
Ik denk dat er iets mis is met die 50R curve. Een MC-element doet niet zo gek als je het belast met iets in de buurt van zijn eigen impedantie.
-
Ik neem aan dat je de -tekens vergeten bent voor 375R en hoger? De verwachte waarden voor een spoelweerstand van 40R zijn: 50: -10.3dB 100: -8.1dB 200: -6.7dB 375: -6.0dB 750: -5.6dB (neem dit als referentie) Vermits je met zo'n VU-meter, het blote oog, en zonder uitmiddelen niet nauwkeuriger dan pakweg 0.5dB kunt meten lijkt dit allemaal mooi te kloppen. Het wordt beter als je opneemt naar een computer, met een bandfilter alles boven en onder 1kHz weggooit, en dan uitmiddelt over enkele seconden. Niet dat je hier iets mee bent ...
-
Weet er iemand wat de klankverschillen zijn tussen de oude 11L en de huidige 11L-2? Overigens vond ik de 11L goed, maar de 12L heeeel veeeeel beter: http://www.tnt-audio.com/casse/quad_11_12_e.html
-
De TecnoArm had Incognito (die Michell inkocht aan de volle prijs!), de latere TecnoArm 'a' heeft Deskadel zilver. Voor de doe-het-zelver is Incognito, of dan eigenlijk het Cardas basismateriaal, veel gemakkelijker dan Deskadel. Ik heb een RB-300 Deskadeldraad gegeven in 1993 of zo. Dat heeft me een paar jaar van mijn leven gekost ;-)
-
Een Amerikaan woonachtig in Duitsland... ...omdat hij in juni is overleden. Allez, Cardas dan ...
-
Voor 60dB neem je een MC met een uitgangsspanning van 0.3mV tot 0.6mV (5 cms/s). Voor 40dB neem je een MM of MC van 2mV tot 5mV.
-
Elk element ziet een grotere inertie met dat kleinere gewicht, maar de DL-103 is specifiek ontworpen voor wat zwaardere armen, zwaarder dan de 11g of zo van een Rega. Overigens jaagt een 103 niet zoveel trillingen in de arm: intern zit hij vol lijmovergangen en echt stijf is dat niet te noemen. Het aluminiumplaatje op een DL-103 maakt vooral dat hih gemakkelijker correct is in te bouwen. Nooit nadelig! En als je Incognitokabel in die RB-250 steekt heb je bijna een Michell TechnoArm
-
Anderzijds geeft het kleine gewicht, met zijn grotere afstand tot het lager, een hogere arminertie, en dat is eigenlijk wel wat een DL-103 wil zien. Die 0.1g geldt maar voor een van beide gewichten. Ik ben vergeten voor hetwelke.
-
Zo zou ik het doen. Hubertinus, bedenk wel dat de verkoopwaarde van die I21 daalt als je zo'n dingen uitspookt. Als je er mee verder gaat dan met de nodige zorg en precisie, zodat het er net echt uitziet. De achterplaat is dun. Ik zou daar, vlak bij de phonotrap, drie gaten in boren voor twee nieuwe geisoleerde RCA chassisdelen als phono-ingang en een grondaansluiting. En dan de uitgangen van de phonotrap via langere kabels naar de binnenzijde van een van de bestaande RCA setjes. Hou er wel rekening mee dat de interne voeding van die I21 iets van een + en - 40V is, en dat moet dan naar een veilige waarde van de phonotrap gebracht worden. Ook als je een phonobordje vindt met lokale regelaars moet je nagaan of die regelaars dit aankunnen (spanning maar ook vermogen).
-
Als ik me niet vergis werden die dingen toen geimporteerd door Ed De Jong. Je zou eens met hem contact kunnen opnemen. http://www.dejongsystems.nl/
-
Is er nog vooruitgang in de wereld van digitaal/analoog omzetters?
Werner replied to a topic in Audio verleden
De realiteit is dat producers en mastering technici ontslagen worden als ze dat NIET doen. (Vraag het hen maar!) De schuld ligt bij marketing. Muziek is een product dat moet verkopen. En LUID verkoopt beter dan stil. -
Geen andere VTA instelling, maar een hulpje dat toelaat de arm met meer beheersing en precisie omhoog te regelen. De meeste MC-gebruikers kunnen de demper inderdaad missen. Heb ik eens gedaan. Hij lijkt dan een klein beetje helderder en opener te klinken. Esthetisch valt het ook wel mee: het zicht van de onbedekte armbuis went snel. Intussen staat de brug er terug op.
-
Het is een echte MC. Veel inductantie, of zelfs maar weerstand, heeft die niet in vergelijking met een MM of een MI. De 100-1000pF aan instelbare belasting die een vv typisch biedt is dus van geen invloed. Ik heb nog maar een keer een MC gezien die een specifieke C belasting vroeg. Dat was een Japanse exoot in de vroege jaren tachtig die iets van een microfarad wilde.
-
De 306 was overigens wel een current dumper. De 99POW dan weer niet. De 909 uiteraard weer wel. De Quad voorversterkers (sinds de 22 ;-) zijn allemaal veel te complex voor hun eigen goed. Ellenlange ketens van opamps en FET schakelaars. Dat uit zich in slechte transparantie (34, 44) of een wat irritant geluid (99), vergeleken met veel eenvoudiger opgebouwde trappen (ikzelf gebruik een potmeter meet daarachter een 2sk389 FET buffer - simpeler kan echt niet). Quads reden om het toch zo te doen ligt in gebruiksgemak, universaliteit, en schakel/klankregelmogelijkheden. Naar het typische Quadpubliek toe is dit een correcte keuze, want dat publiek is niet geinteresseerd in hifi of audio. Gewoon muziek van goede kwaliteit, zonder meer. Maar het is wel jammer dat op die manier het potentieel van de Quad eindversterkers en elektrostaten beknot wordt.