Jump to content

klikobot

Members
  • Posts

    65
  • Joined

  • Last visited

Personal Information

  • Gender
    Male
  • Location
    Holland

Audio Set(s)

  • Hoofdset
    Recyled highend

Recent Profile Visitors

399 profile views
  1. Dag Carl, heb hier nog enkele originele 2sk389 jfets voor jou Pass Pearl phono kloon, v/e oude hobby project, gebruikt, maar nog 100% electrisch in orde binnen de parameters, gematcht.Ook geen fakes! Lagen in m’n small signal jfets onderdelen bakje. Zitten ook nog 6 x 2sk170 BL erbij, mag Roger hebben. Als er ergens in een phonotrap origineel GR in zitten, en we vervangen met BL,krijgen we ietsie meer ruis, omdat de hogere Idss en admittantie (Yfs) hieraan bijdragen. Meerdere parallel schakelen is dan een oplossing.
  2. Dag Carl, ik kan me niet herinneren dat Armand ooit in jaren '70 bij Luister artikelen schreef, wel soms radio bulletin ? Ik weet wel dat hij begin '80er jaren voor stereotest reviews schreef, dat het blad later maar een paar jaar stereo/video test heette, en daarna HVT. Het klopt dat de meeste platenpersingen niet veel meer doen na 16Khz, maar dat geldt ook voor cd, waarbij diezelfde analoge opnames later op cd zijn uitgebracht. Heb ook vaak goeie demo's meegemaakt waar men niet wist als vinyl of cd speelde. Nooit vergeten , dat een plaat, een veel hogere frequentiebereik kan halen dan een cd, nog steeds. Heeft te maken met digitale reconstructie filtering v/h audiosignaal bij cd, ook bij dacs en streamers. Nu doet Armand alleen maar quad apparatuur herstellen/reviseren, hij woont in Bavel , bij Baarle Nassau. Natuurlijk heeft ie ook veel ervaring opgedaan in de tussentijd. Over de echte high end wereld echter schreef hij niet veel, zeker niet over spullen uit Amerika, Duitsland, Frankrijk, Japan toen in '80 er jaren , zoals bv. Audio Research, Goldmund, Beveridge, Mitch Cotter, Koetsu, Kiseki, Perspectief, Wynn strain Gauge elementen, Sonotron, Acoustat, Restek, Burmester, etc..je kent ze wel. Kon hij ook niks aan doen, blad waar ie voor werkte had andere commerciele belangen. Misschien is ie daarom voor zichzelf later begonnen. Zag in een ander topic dat je phonotrap wat jfets nodig had, een dual paar 2sk389. Kunnen evt. ook twee losse 2sk170 in, las dat Roger de blue uitvoering wilde ivm. een hogere Idss. Pas op voor fakes, kun je herkennen a/d behuizing en de belettering v/d 7, stokje v/d 7 moet beetje krullen, en de zijkanten rondom helemaal glad, en alleen a/d bovenkant behuizing mag een naad te zien zijn met een hele kleine uitstulping. De ronde achterkant heeft een kleine ondiepe ronde inkeping, niet halfrond. Zal kijken als ik een ouwe foto kan vinden. Heb hier nog 20 stuks 2sk 170 blue liggen .
  3. Aha Carl, nu haal je twee dingen door elkaar, Armand testte bandrecorders voor consumenten hifi apparatuur die dus gewoon in de hifi winkels te koop waren. Geen professionele Studio Master bandrecorders dus, tenzij hij zelf naar een professionele opnamestudio ging om een test te doen (niet dus), nooit ergens kunnen lezen, ze zagen hem al aankomen in de opname studio. En zeker niet naar Amerika, in de jaren '50/60. Zat ie nog in de schoolbanken. En sommige van die recorders waren zwaar en groot , en ingebouwd. Zelf vond ik Jan Kool (technisch hoofdredacteur testblad Luister), Hein ten Bosch, Hans Goddijn, en Klaas Feenstra(ja,onze eigen helaas overleden Spido) veel beter technisch onderlegd en geen napraters . Jan Kool had ook een eigen LP testplaat voor elementen (Erato testplaat) uitgebracht, begin jaren '70, en ook in die jaren elke donderdagavond tussen 19:00-21:00uur z'n "technisch spreekuur". Was vaak a/d telefoon toen- erg aardige man . Professionele studio bandrecorders en huis tuin keuken hifirecorders is totaal niet vergelijkbaar. Zowieso gezien bandsnelheid : voor thuisgebruik loopsnelheden van 4,75 / 9,5 en 19 cm/sec. Dus frequentiebeperkingen in het uiterste hoog, hoe lager de snelheid uiteraard hoe erger. Totaal niet te vergelijken met professionele bandrecorders die wel 76cm/sec kunnen halen! Heb een foto v/e CBS testplaat uit 1962 bijgevoegd , zitten frequentiesweeps in van 20-20Khz. Als de bandrecorder in de studio die 20000Hz niet konden halen, hadden ze deze testplaten ook niet kunnen persen........ Toen quadrofonische platen uitkwamen, moest er een gemoduleerde 30Khz draaggolf in de groef tbv. de extra twee kanalen, worden afgetast, dmv. de speciale shibata naald en andere super elliptische naaldvormen, later onze eigen A.J. van den Hul tip, die lijkt het meest op de snijbeitel vorm. Kwam ook v/d bandrecorder af die 30Khz....
  4. Dag Carl, de mastertape bandrecorders van toen haalden echt de 15Khz , en gezien dat alle frequenties rond en boven 4Khz voor de meeste grondtonen al bovenharmonischen zijn, zullen ze ook aanwezig zijn in die opnamen. Dus zonder de aanwezigheid van die bovenharmonischen in de opname, zal het echt niet geweldig klinken, zeker niet . Als een geluid in de opname zit met een grondtoon die we al niet kunnen horen, tja, dan horen we natuurlijk de aanwezigheid v/d boventonen ook niet.Maar als die boventonen die wij dus alleenstaand niet kunnen horen wel deel uitmaken v/d totale bovenharmonische opbouw v/e grondtoon die we wel kunnen horen, dan zullen we wel iets waarnemen dat niet klopt in het klankkarakter, als die boventonen ontbreken. Voor de duidelijkheid: een grondtoon is de 1e harmonische. De 2e harmonische is de eerste boventoon, de 3e harmonische de tweede boventoon, etc. Dat sommige ‘50/60er jaren vinyl prachtig kunnen klinken, bv. open en dynamisch, ook mono, kan met de toenmalige manier van opnemen te maken hebben, minder microfoons, minder dubbing, minder balans en master correcties en het feit dat de mastertape direkt naar de snijbeitel bewerking ging voor het maken v/d vaderplaat/moederplaten, ipv. eerst weer meerdere bandcopieen te maken voor overzee, weer dus een keer bewerken voor een moederplaat in dat land overzee. Zal straks een zwart/wit foto plaatsen van een screenshot van youtube van Miles Davis en Gil Evans, anno opname 1959, zien we dat er maar 4 microfoons werden gebruikt, 1 voor de drums, 1 voor de contrabas, 1 voor piano en 1 voor de twee blazers. Microfoon contrabas is moeilijk te zien, zit laag.Maar aan einde filmpje bovenkant ervan net te zien .
  5. Beste Carl, een afwezigheid of aanwezigheid van een opbouw bovenharmonischen in bepaalde fasesamenhang en verschillende amplitudes onderling, is wel degelijk waarneembaar. Koppel een tweeter maar los of koppel de hoog segmentering v/e electrostaat maar los, of de treble paneel, en sluit het erna weer aan. Of bedoel je iets anders met afwezigheid in gereproduceerd geluid? 80db? -dat is net zo luid als een deurbel of zo’n ouderwetse opwindbare alarm wekker. Als we dan pas beetje hoog kunnen horen op dat geluidsdruk niveau, tja stoppen maar met de hobby denk ik dan. Je vraagt over waarom klinken lp’s uit de jaren 50/60 zo geweldig? Bedoel je zowel mono als stereo? Een simpele vraag, maar als je eens wist hoe complex de materie van opname / mastering/ lathe cutting etc.. en dan wat net in die periode van vorige eeuw gebeurde: pas in 1955 werd RIAA(Recording Industry Association of America)eindelijk geaccepteerd als standaard(maar niet heus, duurde zeker nog 10 jaar voordat iedere andere standaard wereldwijd zich aanpaste en hun eigen voorgoed vaarwel zei, zoals bv. Decca, Victor, DMM, Columbia, NAB, FFRR, etc. Iedereen had eerst z’n eigen “standaard”. In die ‘50 er jaren was het RCA(Radio Corporation of America) die het gelukte om de RIAA standaard met hun zogenaamde “New Ortophonic” snijtechniek toe te passen. Tot ergernis van al die andere grote spelers in die tijd van vinylplaten productie. Lang verhaal kort: hoe weet jij als je de ouwe platen draait, dat je de juiste EQ. correctie hebt , voor die oude 50er jaren persing? En voor mono, gebruikten ze ook soms afwijkende correcties: IEC-7950-3180-318-75uS, ipv. IEC- 3180-318-75uS. Kan best dat die geweldig klinkende opnames op vinyl gesneden zijn met een Telefunken-Decca ZS90/45 snijkop, van Neumann , en met IEC-7950-3180-318-75uS gesneden is.
  6. Precies. Dit is toch 1 v/d eerste dingen wat de echte audiofiel behoort te weten. De opbouw v/d bovenharmonischen v/e grondtoon bepalen bv.de klankkleur v/e stem, instrument, kortom alles wat we als een bepaald soort geluid kunnen herkennen, ook uit de natuur . Sommige hogere boventonen kunnen sommige (oudere) mensen misschien niet horen, maar de aanwezigheid of afwezigheid ervan is wel duidelijk waarneembaar.
  7. Er vloeit altijd stroom ook door een enkele spoel, want er zit een belasting op aangesloten, ergo dus flux en wordt er emk opgewekt. Niet verwarren met onbelast, waarbij de stroom 90 graden uit fase is met de spanning, en er dus geen stroom zou kunnen vloeien. Aangezien er geen tweede spoel aanwezig is, is er ook geen tegengestelde stroom om dit op te heffen. Dus wordt er energie opgeslagen in het magnetisch veld v/h kernmateriiaal. Dit is wat gedissipeerd wordt door de belasting die op de enkele wikkeling aangesloten zit.(speaker ).
  8. Dag Roots, je haalt de wet van Lenz erbij, dit is onvermijdelijk , ook bij een opgewekte magnetisch veld, die z’n ontstaan altijd tegenwerkt, vandaar ook het - (minteken) in de formule van Faraday. De opgewekte magnetische flux dwingt de stroom in een tegengestelde richting te vloeien. Bij de autoformer is geen galvanisch gescheiden tweede of derde etc. spoel aanwezig voor energie overdracht, zoals bij een transformator aanwezig is. Bv primair en secundair, met een bepaalde wikkelverhouding. Dan is er wel energieoverdracht dmv. de onderlinge inductie tussen de twee spoelen.
  9. Dag Roots, je denkt in de juiste richting, de uitgangs “Autoformer” van McIntosh bij hun transistor amps, is idd. gewoon een grote zelfinductie(spoel). Bij een echte transformator, verwachten we energie overdracht .Hier wordt energie alleen opgewekt. Dus hier met de autoformer,zal door het opgewekte magnetisch veld in de zelfinductie(spoel) zelf, ervoor zorgen dat iedere winding die naast elkaar ligt, op mekaar onderling inductief gaat werken, via de toenemende en afnemende stroom(wisselstroom) ook de emk versterken( Wet van Faraday, I love that guy). Deze verzwakkende en versterkende effekten v/e stroom op zichzelf, in de spoelwindingen, wordt zelfinductie genoemd, en de karakteristieke eigenschappen ervan welke het mogelijk maakt om de windingen onderling op elkaar te reageren, heet inductie. E= -L dI(b)/dt Dus doe maar nog meer windi gen, nog meer emk Zo kunnen we 4,8,16, 32 ohm etc… maken, maar ook 1 ohm en 2 ohm aftappingen, zijn dus gewoon grotere of kleinere zelfinducties beschikbaar dmv. aftappingen.
  10. Kan ik me ook in vinden, tegenwoordig ligt de lat ook veel lager wat geluid betreft, veel meer focus op bling bling en metknaam. Jammer, want de referentiekader qua geluid heden ten dage lijkt nergens meer op , in vergelijking met vroeger bij echte high end shows, ook buiten Nederland, in de ‘80er jaren vorige eeuw.
  11. Helemaal mee eens, de Acoustat monitor x !, waren wel probleem versterkers. Heb hier nog een stel Spectra 3300 staan, ook niet mis. Wij hadden de eerste echte high end studio in de Benelux, sota studio 220, 1978 ,in Maren Kessel. Van den Hul heeft nog een review met foto’s geplaatst in stereotest blad dec. 1979. Heb ik hier nog staan. Mitch Cotter deed de opening toen, Harold Beveridge zelf was helaas ziek. Daar stonden Beveridge 2SW2 , met in de voet ervan de buizeneindtrap direkt op de statoren in push-pull, en een transistor eindtrap voor de twee 15” subwoofers.
  12. Dag Carl, de meeste “autoformers” van Mcintosh hebben electrisch gezien, een dempingsfactor van 10-12. Erg laag , in verg. met de meeste halfgeleider versterkers zonder ( factor honderden tot duizenden soms, frequentieafhankelijk uiteraard). Bij lage frequenties altijd keihoog, maar meestal vanaf 10Khz bv. zakt het als een pudding in mekaar, tot waardes in de tientallen. Lees je nooit iets van terug in de marketing folders Dus kun je denken, tja is dat lage getal bij een willekeurige “transformer” of een echte ugt zo slecht? Nee hoor, hangt echt v/d reaktieve belasting af, ondanks dat zoals de meeste van ons al weten dat voor veel “laagcontrole” hoger df. meestal betere resultaten oplevert gehoormatig in het laag, uitzonderingen daargelaten. Beste is als een luidspreker zichzelf zo snel mogelijk zelf kan dempen, ivm. naslingeren, zeker bij hogere geluidsvolumes en Xmax. Jou Finals hebben een audiotrafo, om het aangeboden audio signaal uit de versterker omhoog te transformeren naar enkele duizenden volts, aangesloten tussen beide stator-stator v/d electrostaten. Nu heb je een ugt met jou buizenamp. Een trafo-trafo koppeling, dus electrisch gezien, gaat de ene gezamelijk “meeswingen” met de andere, met elkaar dus. Grote voordeel hiervan is, dat ondanks de totale electrische capacitieve belasting v/h electrostatisch geheel, voornamelijk bij de hogere audiofrequenties(10Khz en hoger), dit weinig invloed heeft bij hogere audio vermogens in het hoog, voordat er kernverzadiging optreedt bij die hogere frequenties. Meestal gaat het juist fout bij halfgeleider ontwerpen. Heb vaak discussies gehad hierover met ontwerpers. Ik zou zeggen, “swing” maar lekker mee met de trafo’s bij muziek spelen
×
×
  • Create New...