spido

Beste VIntage, Hoe bedoel je "beter"? (Wellicht kan het element bij 2p extreem grote modulaties aan... maar meer dan 70µ is niet nodig. En over het algemeen klinken elementen beter als ze juist zo licht mogelijk zijn afgesteld; en liefst niet zwaarder dan de door de fabrikant aanbevolen naalddruk.)

Beste Vintage, Hij ziet er prachtig uit! En hij zal ook wel heel erg goed zijn! Maar Spido ligt momenteel bij te komen van een Naheffings-Aanslag...

Beste Vintage, Dat klinkt allemaal prima! In de spes zag ik dat de aanbevolen naalddruk erg exact wordt aangegeven: 1.7 - 1.8p (1.75 recommended). Dat zou niet veel "speelruimte" geven, wat naalddruk betreft. Maar je kùnt natuurlijk zelf ook e.e.a. uitproberen! (Ik heb nog onlangs de naalddruk van de MC200 teruggebracht van 1.5 naar 1.25p, en dat leverde een duidelijke verbetering op. Vandaar m'n vraag...)

De roebel is nogal gedevalueerd, de laatste tijd. Zijn de russische buizen al goedkoper geworden?

Nou, Vintage... Vertel eens! Ben héél benieuwd! (Met welke afsluitweerstand speel je? Ik zie dat de spoelweerstand lekker laag ligt, met 8,2Ω.)

Niet-specialisten (en vermoedelijk zelfs ook wèl-specialisten!) zouden zich m.i. helemaal niet moeten bezighouden met die "careful SRA setting". De fabrikant van het element is er voor verantwoordelijk dat die setting optimaal is, wanneer het element goed in de toonkop is gemonteerd, de toonarm op de juiste hoogte is vastgezet en de naalddruk juist is ingesteld. (Straks wordt ons ook nog wijsgemaakt dat we de stand van de spoeltjes in het element moeten corrigeren, en dat soort onzin.)

Dus net als bij een echte "rake" (= "hark"). Heel wat vinylfreaks gaan nu hun naaldjes terugbuigen, denk ik...

Visloodje(s)?

Dat zouden méér mensen moeten doen!

Beste Vintage, Je hebt je beste element (een Lyra Delos, nietwaar?) nu in de originele arm van een Thorens TD-2001 zitten, hè? Zou je dat element - dat toch aanmerkelijk opener, frisser en transparanter klinkt dan de Nagaoka - niet eens proberen in die mooie Sony koolstof arm?

Beste Vintage, De JT-322 is een vierkanaals-element. Verklaart dat die hoge afsluitweerstand? Ik zie dat de dynamische compliantie 10 x 10 6cm/dyne bedraagt. (Maar die zal wel wat zijn toegenomen, na verloop van tijd.) Is de arm van jouw Sony dan eigenlijk niet wat licht voor dit element? Of, wat ik eigenlijk bedoel: is dit element eigenlijk niet wat te stug voor jouw toonarm?

Spido. Maar dat is ongetwijfeld een kwestie van leeftijd... (In mijn jeugd vond men zijn bigband-harmonieën zéér gewaagd.)

Beste Vintage, Het verschil tussen die twee zal helemaal aan het einde van de baan van de volumeknop zitten, vermoed ik. Bij triode functie gaat de versterker iets eerder clippen dan bij ultralineair. (Het aangegeven wattage is toch het nuttig vermogen - dus tot clipping point?)

Beste Pjotr, Je maakt weer een geweldig geleerde indruk! En ik vind het ook héél knap dat je er nog steeds in slaagt mijn uitleg niet te begrijpen. (P.S. Lees jij die stukjes over "Akoestische Kortsluiting" óók maar eens, die ik Duck-Twacy adviseerde.)

Elke keer wanneer er decibellen ter sprake komen, steekt de onwaarheid "recht is echt" de kop op. "Recht" is slechts één van de basisvoorwaarden voor "echt". (Voor zover het apparatuur betreft.) Maar afwezigheid van fasevervorming en na-ijling (vertraagde resonanties) zijn minstens zo belangrijk.

Voor het maken van geluidsgolven zijn twee zaken essentieel: snelheid (frequentie) en druk (energie). Door open baffle systemen wordt bij lage frequenties wel frequentie (gewapper) geproduceerd, maar geen druk opgebouwd. Als gevolg van de traagheid van de lucht manifesteren zich bij geluidsgolven buiken (snelheidsmaxima) en knopen (drukmaxima). Het gewapper van dipoolsystemen kan wel basweergave suggereren. Net zoals een "Sound Chair" (trilstoel), bijvoorbeeld. http://soundchair.net

Was dat niet de Lexus van Sharp?

Beste TL200, Lage frequenties (bijv. 40 trillingen per seconde / 40 Hz) worden er door zulke systemen ook wel geproduceerd. Maar voor lage tonen (geluid) is méér nodig.

Beste TL200, Bij lage frequenties is er volslagen eliminatie. Maar daar mag jij natuurlijk genuanceerd over denken. Ter info: om bij een open membraan toch nog wat basweergave te behouden, wordt het vaak heel groot gemaakt. Het vormt dan min of meer zijn eigen baffle / klankscherm. Toch treedt hier, naarmate de frequentie daalt, in toenemende mate akoestisch kortsluiting op. Zie bijvoorbeeld de frequentiekarakteristiek van de beroemde Quad ESL57 luidspreker: http://www.integracoustics.com/MUG/MUG/reviews/stereophile_quad-989.htm

Nee hoor, ik probeerde jou en de anderen wijs te maken dat akoestische kortsluiting de weergave van lage frequenties elimineert. Maar jij láát je niets wijsmaken, hè, Pjotr? Nou, dan blijf je maar lekker dom.

Beste TL200, Jij wilt het dus voor onze arme, verwarde Duck-Twacy helemáál onbegrijpelijk maken? In feite is de mate waarin akoestische kortsluiting bij een dak-en-thuisloze basluidspreker optreedt afhankelijk van twee zaken: het membraanoppervlak en de frequentie. Het 8-vormige afstraalpatroon, dat Linkwitz onze Duck wijsmaakte, bestaat dus wèl: maar dat begint pas bij hogere frequenties op te treden. (M.n. bij frequenties waarvan de halve golflengte kleiner is dan de conusdoorsnede.)

Pure onzin! Bij een uitslag naar voren toe begint weliswaar aan de voorzijde van het membraan een drukmaximum te ontstaan, maar de druk verplaatst zich bolvormig met de snelheid van het geluid (ca. 343 m/sec) ook naar de achterzijde van het membraan. Daar veroorzaakt dezelfde uitslag naar voren op hetzelfde moment een drukminimum, waardoor de aan de voorzijde opgebouwde druk wordt geëlimineerd. Het membraan wappert dus wel heen en weer, maar kan geen druk opbouwen. En dus ook geen geluidsgolf. Zie overigens http://nl.wikipedia.org/wiki/Akoestische_kortsluiting http://www.visaton.com/en/lexikon/A/3.html http://de.wikipedia.org/wiki/Akustischer_Kurzschluss Lautsprecher frei im Raum schwebend, ohne Gehäuse, ohne Trennwand. Membran schwingt zurück und erzeugt einen Luftdruck. Im Membrankegel entsteht ein Unterdruck. Luft strömt in den Kegel und gleicht den Druck aus, Schalldruck wird reduziert. Durch ein geschlossenes Gehäuse kann der akustische Kurzschluss verhindert werden.

BS! Lage frequenties worden bolvormig afgestraald. Als er sprake is van "length modes", dan kan dat alleen hogere bijkomende frequenties betreffen. Zoals het amechtig gezucht en de bottoming noise van zulke zwiepende zwapperaars.

Beste Duck-Twacy, Het maakt voor staande golven niks uit door welk type luidspreker de lage tonen worden gemaakt. Als de lage tonen er zijn, dan zijn de staande golven er óók. Onvermijdelijk. Bij dipool-luidsprekers heb je niet alleen minder druk in het laag... je hebt stomweg minder laag. Akoestische kortsluiting: u weet wel.

Spido heeft ook veel waardering voor heel stevig gebouwde houten luidsprekerbehuizingen! Van stijf, dik berken multiplex, met schoorbalken en bitumendemping. Mag er óók best wezen, hoor. En voor baskasten volgens het idee van de heer Briggs (zaliger gedachtenis): dubbelwandige kasten van triplex op een frame van balkjes, met fijn zand tussen de platen triplex. En ook voor gemetselde, geboetseerde of gestorte kasten. Als ze maar heel stijf zijn. Dat herinnert Spido aan een jeugdavontuur op dit gebied. En één van de "droogste" baskasten die hij ooit bouwde, was een PVC pijp van 30 cm ø , met een SEAS 30 cm ø woofer (zo eentje met een kortsluitwikkeling) omgekeerd er op gelijmd (en in omgekeerde polariteit aangesloten). Die 30 cm ø pijp stond op een zandgevulde sokkel, en ìn een 40 cm ø PVC pijp. De ruimte tussen beide concentrische pijpen was gevuld met fijn zand. (Ik zal maar niet vertellen dat er onder in dit bouwwerk nog een gebogen PVC reflexpijp was gelijmd, dwars door de 30 cm pijp, de (later!) met zand gevulde spouw en de 40 cm pijp: dat zou het verhaal maar nodeloos ingewikkeld maken!)