Het volledige verslag is te lezen op: http://home.kpn.nl/r.nieuwenhuis/index.htm onder "Op bezoek bij..." en "Cock in Rotterdam: 4 januari 2019"
Het was me weer een waar genoegen. Iedere keer als ik bij Cock vandaan kom ben ik weer verrast door wat ik even daarvoor weer bij hem gehoord heb. Cock is een gezellige prater, waarbij het bijna alleen maar over audio gaat, maar soms ook even over wat persoonlijke dingen. Over zijn leven binnen en buiten de audio, waar hij hele leuke dingen meemaakt, maar ook minder leuke. Maar altijd weer overheerst het enthousiasme over die audio, waarbij hij zijn kennis zó graag deelt, heel bijzonder is dat. Want meestal houden mensen en met name producenten dingen “geheim”, want een ander zou er maarzo mee aan de haal kunnen gaan. Maar Cock niet, hij deelt gewoon alles. En hij is ook te goed van vertrouwen, je zou het wellicht zelfs als naïef kunnen bestempelen. Hij gelooft écht in het goede van de mens en dat is denk ik ook zijn valkuil, dat ongebreidelde vertrouwen….
Het schilderij van René Visker, een door hem geschilderde kopie
van een kopie (5x...) van de woonkamer van Cock...
Goed, de audio dus. Cock is bezig met de vervolmaking van zijn zelfontworpen platenspeler. De oerversie is nog eens aan een grondige analyse onderworpen en heeft hij daar nog weer wat verbeteringen aan toe kunnen voegen. Voortschrijdend inzicht zeg maar. Zo is de acryl basis van vier naar vijf centimeter verhoogd en zijn de plateau-niveaus onderling wat afgerond. En niet te vergeten: het lager is behoorlijk aangepakt, die is van een dikte van twee naar vijf centimeter vergroot. De lagerpen sluit nu iets minder strak aan op lagerbus, waardoor deze wat soepeler loopt. Immers, de magneten doen de remmende werking en daarbij mag er ietwat (bij dat ietwat gaat het dan om echt minimalen waardes) meer speling in het lager zijn.
Juist die verhouding tussen het lager en het plateau wordt blijkbaar geheel onderschat. In eerste instantie ook door Cock, maar het evalueren van die eerste versie heeft ertoe geleid dat hij dus een groter lager is gaan maken. Niemand heeft het over de grootte ervan, maar door nóg dieper in de materie te duiken is Cock ervan overtuigd geraakt dat dit essentieel is voor het ontwerp: qua formaat moet de grootte van het plateau en het lager dus op elkaar afgestemd worden.
Cock wil bij de fabricage zulke kleine toleranties dat zelfs de leverancier er gek van wordt. Hoewel die ook voor ruimtevaarttoepassingen onderdelen maakt, zijn ze niet gewend om op een manier te denken waarbij het voortbrengen van (hoorbare) trillingen onderdeel van het ontwerp kan zijn. Wel grappig, dat ook zó’n leverancier dan weer leert van specificaties voor dit soort audio-toepassingen.
Daarnaast is Cock bezig met nanotube-kabels van koolstof. Deze zit nu bijvoorbeeld als interlink tussen de CD-speler en de voorversterker. Cock is van plan om alle kabels in de hele keten door dit type te gaan vervangen. Alweer een stap volgens zijn filosofie van less is more: nu is als eerste één van de interlinks vervangen door deze koolstof versie.
Als er een teveel aan componenten in een apparaat of set zit ontstaat er elektronische stress, zoals hij dat noemt. En dus haalt hij alles wat maar enigszins uit de signaalweg kan weg: elke condensator die niet meer nodig is maakt het weer natuurlijker. De muziek dringt zich niet meer op en komt er rust in die muziek.
Het luisteren dan. Zoals altijd laat Cock eerst wat van zijn muziek horen. Dat is ook goed, want dan kan je alvast horen wat de set kan en waar je op kan gaan letten bij het draaien van de eigen muziek. We begonnen met muziek van Cock: Buddy Tate met sax en Hammond, een mooie combi. Een LP Bladerunner met Vangelis, allerlei ruimteschippiepjes, -tingeltjes en -belletjes, grappig om dat vanaf LP en op zo’n audioset te horen.
Van Buellgrass het album “Big Day at Ojai”, waarbij de Mandoline lekker dik klinkt en een enorme attack in het hoog laat horen. En nog meer bijzonder is het horen van vingers die langs snaren glijden. Ik heb zelf een gitaar thuis staan en weet hoe dat klinkt en als ik dat dan hier zó terug hoor valt mij dat gelijk op.
Na nog wat CD’s en LP’s van Cock kwamen mijn LP’s op de draaitafel terecht. Eerst “The Grand Wazoo” van Frank Zappa. Cock merkte terloops op hoe ik daar naar kon luisteren, naar die muziek…. Maar het klonk ook wel erg hard en schel, niet fijn. Dus zei ik dat die plaat echt grijsgedraaid was en dat het daar aan zou kunnen liggen, hoewel dat mij niet eerder zo opgevallen was. Ook was er veel plaatruis te horen en waren de basloopjes veel “lichter” dan ik mij kon herinneren. Daarentegen was de percussie juist weer heel erg mooi….
Cock vond dat de plaat te veel gecomprimeerd was, maar ik vind dat de platen van Zappa eigenlijk altijd wel erg goed zijn qua dynamiek en opname en vond dat wat vreemd. Maar later bedacht hij dat hij de LP wel even kon wassen en dat heeft hij ook gedaan. Op die superwasmachine van hem, die ultrasoon reinigt en daarna heeft hij hem ook nog even antistatisch gemaakt. Ook dát doet dat apparaat…. Nu was in een keer die schelheid weg en klonk hij ineens veel en veel beter.
Wat moet 99% van de mensen toch veel missen. Nu zijn wij audiofielen al bevoorrecht omdat wij over het algemeen al meer uit de groef peuren, maar dit gaat nog véél en véél verder. Wat zonde dat al die energie en de ziel en zaligheid die er door artiesten ingelegd wordt er maar zo beperkt weer uit teruggehoord wordt. Je zou het iedereen gunnen om op deze manier de muziek te kunnen beleven. Aan Cock ligt dat niet, die laat iedereen daarin heel graag meedelen.....