Search the Community
Showing results for ''leak"' in content posted by spido.
-
In aanvulling op al het voorgaande het volgende historisch (en hysterisch?) relaas: Mijn eerste serieuze hifi-luidsprekers waren de originele Leak "Sandwich" speakers. Bij demonstratie op de Firato, door importeur Auditrade (Leak, Thorens, Ortofon), vielen die speakers op door hun grote analytisch vermogen: ook bij complexe muziek en bij grote luidheid. Natuurlijk beoordeelde ik toen tegelijkertijd de draaitafel van Thorens (TD 124?), het element van Ortofon (SL15? met trafo's?) en de versterkers (Leak buizen combinatie). Maar daar had ik toen geen oog (oor) voor. Ik was op zoek naar heel goede speakers. Want - zoals JD ook al aangaf - die maken het grootste verschil in klankkwaliteit. Overigens was ik op het spoor van deze speakers gezet door fa. Bender, destijds een gerenommeerde muziek- en hifi-winkel aan het Spui in Amsterdam. Daar zei men mij dat er op dat moment eigenlijk maar drie luidsprekers ècht goed waren te noemen: de Leak "Sandwich", de Goodmans "Magnum K" en de Quad "ESL" (nu type 57 genoemd). Om een lang en warrig verhaal korter te maken: na jaren waarin ik steeds betere versterkers, draaitafels en elementen verwierf, en allerlei hifi-blaadjes las, bekroop mij de aandrift om mijn eerder onaantastbaar geachte Leak "Sandwich" luidsprekers tòch te gaan verbeteren. Van diverse zijden was me ingeblazen dat met name de weergave van het lage middengebied en van het allerhoogste hoog aanmerkelijk beter kon*. Daar waren gespecialiseerde units voor, maar de grote uitdaging was natuurlijk er een goed geïntegreerd geheel van te maken. Er werd geëxperimenteerd met ondermeer een KEF B110 laag/midden weergever (aanbevolen door Jan Kool) en een Philips dometweeter (hardstkke recht en ook aanbevolen, maar ik weet niet meer door wie.) Uiteindelijk werden er twee grote transmissielijnen gebouwd met de Leak "Sandwich" woofers er in, plus Jordan Watts modules voor een breed middengebied en Decca "London" ribbons (mèt hoorns) voor het hoog: aanbevolen door Hans Baan (toen RAF zelfbouw). En toen - mede dank zij de Genade & Zegen van de Allerhoogste - geschiedde een wonder: bij crescendi gingen strijkerskoren glanzen, trompetten kregen zo rond fff die vurige gloed die ik zo goed kende van de jazzband waarin ik speelde, hout klonk echt houtig en koper echt koperig, zangstemmen konden wel luider gaan klinken, maar dan zonder onnatuurlijke hardheid, zonder onnatuurlijke glazigheid. Nog steeds zijn het zulke "kleinigheden" die voor mij - bij pick-up elementen en hun technische omgeving, maar vooral bij luidsprekers - doorslaggevend zijn voor het criterium "echtheid": het parelen, het glanzen, de gloed, de diepte, het hout, het koper. Het uitdabberen van het vel van de diepe trom. Het uitgonzen van de ketel. Het metalig uitsizzelen van de ruisbekkens, Het luchthappen van de hi-hats. Met allerlei correcties (passieve netwerken of actieve DSP, bijvoorbeeld) kun je elke luidspreker uiteindelijk wel "recht" krijgen. Maar "echt" is dan tòch nog heel wat anders. Er zijn nog steeds maar heel weinig luidsprekers die ècht klinken, helaas. En eigenlijk wordt hun aantal steeds geringer. It's sad... * De Leak "Sandwich" was een geheel gesloten tweewegsysteem met keiharde conussen: 32 cm voor laag, en 10 cm voor hoog. Het ideaal was "piston action": geen break-up, dus. De cross-over frequentie lag rond 1 kHz. Maar - net zoals bij de KEF "Concord" (tweewegsysteem met een eveneens keiharde B139 woofer) - trad er, vooral bij hoge belasting, wèl break-up en vertraagde resonantie op in het hoogste frequentiebereik van de woofer. Die had, bij nader inzien, wel een octaaf lager gewisseld moeten worden. En men had een goede unit voor een breed middengebied moeten inzetten. Zowel Leak als KEF hebben daar bij hun latere modellen rekening mee gehouden. Toch konden ook die latere, verbeterde modellen van Leak en KEF niet tippen aan mijn zelfgebouwde TL's met Leak "Sandwich" woofer, Jordan Watts modules en Decca "London" ribbons. Magic? Genade? Toeval? YOU tell ME! Het inspireerde me echter wel tot de leuze van de Home Constructors' Show 1982 (HVT, Hotel Smit, Utrecht): "De Beste Boxen Bouw Je Zèlf!"
-
http://www.ebay.co.uk/itm/VINTAGE-LEAK-STEREOFETIC-FM-TUNER-LONDON-ENGLAND-H-J-LEAK-CO-LTD-/321321114551?hash=item4ad03b1bb7 http://www.ebay.co.uk/itm/Leak-Stereofetic-FM-Tuner-User-Leaflet-Manual-/171217348331?pt=UK_Sound_Vision_Vintage_Literature&hash=item27dd5966eb (altijd handig om erbij te hebben) http://www.ebay.co.uk/itm/Leak-Stereofetic-Tuner-/191063519611?pt=UK_Sound_Vision_Stereo_Receivers&hash=item2c7c45f17b http://www.ebay.co.uk/itm/VINTAGE-LEAK-STEREOFETIC-FM-TUNER-AND-A-LEAK-STEREO-70-NO-RESERVE-/380833000123?pt=UK_Sound_Vision_Stereo_Receivers&hash=item58ab6a6abb (met gratis Stereo 70 versterker! )
-
Zellaton, Podszus en Podszus-Görlich In de Unitran advertentie van #1480 liet de firma weten ook Pickering pick ups en Zellaton luidsprekers te leveren. Voor die jaren - late jaren vijftig en vroege jaren zestig - componenten van very high end standaard. Ik wil de vintage liefhebbers dit keer graag wat meer info verschaffen over Zellaton luidsprekers. Dat gaat wel een beetje à contre-cœur, want Zellaton twistte met mijn absolute jeugdliefde Leak over het recht de benaming "Sandwich" te mogen gebruiken voor luidsprekermembranen die uit lagen waren opgebouwd. Bij Leak waren de membranen gemaakt van drie lagen: aluminiumfolie, styropor ("expanded polystyrene foam") en opnieuw een laagje aluminiumfolie. De conussen waren net zo licht als papieren conussen, maar veel (meer dan 100x) stijver. Op een frivole reclamefoto stond Harold Joseph Leak in hoogst eigen persoon te balanceren op een Sandwich basconus.. en die hiéld het. Bij Zellaton werd echter gebruik gemaakt van een tussenlaagje bestaande uit opgeschuimde en niet-uitgeharde lak. De membranen waren daardoor lang niet zo stijf als die van Leak, en hadden dan ook niet zo'n perfecte "piston action". Maar hun voordeel was, dat boven het optimale frequentiebereik van de units de break-up hebbelijker was: minder heftig en met een betere uitdoving door de grotere inwendige demping. Veel vintage kenners weten dat de ontwerper van deze bijzondere luidsprekers Dr. Emil Podszus heette. Zellaton bestaat nog steeds en wordt voorgezet door Emils zoon Werner. Lees vooral het historische verhaal over de ontwikkeling van het schuimmembraan, geïnspireerd door het bakken van eierschuim door Emils vrouw! Dat was in 1935, begrijp ik: lang voordat D.A. Barlow voor Leak de polystyreenschuimkern sandwich ontwikkelde. http://www.zellaton.de/en/#/dr_emil_podszus "About us >History" Het originele procedé wordt nog gevolgd door fa. Görlich, die units levert onder de merknaam Podszuz Görlich. http://www.expolinear.de/produkte/chassis/goerlich-serie http://www.audio-constructor.com/index.php?main_page=index&cPath=1_351
-
Beste Tubejack, Hoe het met de aandrijving van de Dual 1019 zit, zie je meteen wanneer je het draaiplateau er af tilt. Zou je toch niet overwegen om de Leak Stereo 30+ te vervangen door een Stereo 70? Past nog beter bij het design van de Stereofetic tuner ("nice set of teeth") en levert bovendien nog meer "sap". De set die je in gedachten hebt, zou ongetwijfeld best werken, maar is kwalitatief en qua originele prijs nogal onevenwichtig. De Leak apparatuur behoorde in zijn tijd (tweede helft jaren '60) tot het beste en duurste wat er te koop was. Ik herinner me dat ik een hele zomervakantie bierrijden bij Heineken nodig had om de Stereo 70 (ƒ 1060,-) te kunnen kopen. Op de Firato demonstreerde men deze Leak apparatuur met Thorens TD124 draaitafel en Ortofon SPU MC-element plus aanpassingstrafo's. De luidsprekers waren vanzelfsprekend Leak Sandwich speakers (destijds ƒ 570,- per stuk: nòg een vakantie bierrijden). De Dual 1019 kostte destijds, naar ik meen, ongeveer ƒ 550,- inclusief element. Het Ortofon F 15 S ("sferische" naald) kostte nog geen ƒ 100,- en was verre de mindere van de F 15 E ("elliptische" naald) van ca. ƒ 125,- Een draaitafelcombinatie en luidsprekers zoals die men op de Firato gebruikte, zou de Leak set kwalitatief veel beter tot zijn recht doen komen. Op onderstaande site vind je een aardige omschrijving van de Dual 1019, met suggesties op het gebied van geschikte elementen: http://best-turntables.com/dual-1019-turntable-review/
-
Beste Vintage, Wat een vreemde reactie is dit. Helemaal niets voor jou, ook. Ik zag hem een paar uur geleden al staan. Toen dacht ik bij mezelf (ja, bij wie ànders?): "Die haalt Vintage uit zichzelf wel weer weg." Daarom maakte ik een flinke, winderige, maar toch zeer aangename promenade langs de Blauwe Kust. "Dat is vast heel goed voor Vintage, als ik een behoorlijke wandeling maak!" dacht ik. "Komt-ie tot rust. Komt-ie tot inzicht." Maar nee, helaas: toen ik terugkeerde, stond het stukje er nog steeds. Nu móet ik er helaas wel op reageren. De frustratie druipt er van af. Het moet ook wel vreselijk zijn om te moeten inzien dat de buizenversterkers van zo'n vijftig jaar geleden veel beter presteerden dan die van nu. Ondanks alle "nieuwe inzichten", ondanks "betere technologie" en ondanks "superieure componenten". Ik denk dat Harold Joseph Leak het alleen maar leuk zou vinden, als hij wist dat er na vijftig, zestig jaar nog steeds enthousiasme voor zijn producten bestaat. Daarentegen zou het hem ongetwijfeld met enige ergernis verbazen, dat er nu - na al die jaren - iemand opstaat die zijn specificaties in twijfel trekt. Het zou je passen, Vintage, eerder aan je zelf te twijfelen dan aan H.J. Leak: the First Name in High Fidelity. Wat de test condities betreft: de technologie bij Leak en het National Physical Laboratory liep ver vooruit op wat later de "wereldstandaard" zou worden. Ik verwijs naar het artikel van het NPL over de vervormingstest van de TL/12 (juni 1945), waarin de beroemde "point one" (0.1% harmonic distortion) werd aangetoond. http://www.44bx.com/leak/PointOne2.html#anchor113545 En stel vast dat die meetmethode een realistischer uitgangsbelasting biedt (vooral omdat 16Ω luidsprekers toen normaal waren) dan de nu door jou gehanteerde. Of Leak c.q. het National Physical Laboratory in later dagen een ander methode volgde(n) is mij niet bekend
-
Beste Wol, Menno van de Veen UL40-S2 (moderne buizenversterker: nu) vermogen: 2x30W max. (als triode: 2 x 15W); vervorming bij max. vermogen niet gespecificeerd) dempingsfactor: tussen 2 en 8, afhankelijk van instelling frequentiebereik: 8 Hz - 80 kHz (- 3dB) Leak Type 15 (antieke buizenversterker: 1946) vermogen: (mono, vanzelfsprekend) 15W max.; 0.1% vervorming dempingsfactor: 20 frequentiebereik: 20 Hz - 20 kHz (- 0.25 dB) Ad A: In welk opzicht steekt de moderne versterker boven de antieke uit? Het frequentiebereik is (volgens de specs) groter, maar dat kan alleen voor vleermuizen c.s. van belang zijn. Van veel groter belang zijn de lineariteit en de vervormingsvrijheid binnen het hoorbare spectrum. Het verschijnsel van "signal induced thermal (...)" c.q. "memory distortion", waar we het over hàdden, is vervorming van precies het type dat door negatieve feedback dynamisch kan worden geëlimineerd. De antieke Leak paste die toe ("and loads of it!" zei Harold), de moderne Van der Veen echter niét. Dat is dan jammer voor die moderne Van der Veen... Want negative feedback... is the way to go! Later maakte Leak zwaardere buizenbakken, tot aan 2 x 30 W. En altijd met een max. vervorming van 0.1% en een goede dempingsfactor. Nee Wol, die "ouwe rotzooi" was gewoon stukken béter dan die "nieuwe rotzooi" van nú! Ad B: Spido heeft geen verstand van buizenversterkers. Maar wel van goed geluid. Spido heeft in zijn jeugd lange tijd Leak buizenversterkers gebruikt, en later transistorversterkers van hetzelfde fabrikaat. Hij is zijn leven lang heel erg verwend geweest! Die versterkers van Menno van der Veen klinken best wel prima, hoor! Als je er steengoede speakers aan hangt, tenminste. (Niet die van die weke Elac fake sandwich/Eton AMT (don't blame Oskar Heil!) zuiltjes, die Van der Veen zelf, in al zijn onschuld, nog steeds gebruikt.) Ergens in de Zaanstreek moet nog een optimaal setje nog te beluisteren zijn. Modern Van der Veen buizenbakkie met steengoeie speakers, dus. Tenzij het buizenbakkie intussen in de garagebox bij de overige oude rotzooi is gezet... Vanwege ene Array, die inmiddels óók al weer werd gepasseerd door iets nòg beters (?). Extraatje: afbeelding van de Leak TL50 Plus http://www.44bx.com/leak/TL50Plus.html
-
Beste Vintage, Bedoel je "betere luidsprekers dan je nú hebt"? Dat is helaas niet mogelijk... Overigens meld jij met gepaste trots dat bij jouw versterker 0,1% vervorming optreedt bij 10W. Met minstens zo gepaste bescheidenheid moge ik er nogmaals op wijzen dat bij de oude Leak Stereo 60 hetzelfde vervormingspercentage pas optreedt bij 30W. http://44bx.com/leak/Leak/products.html Verder wijs jij er op dat de eerste watt de belangrijkste is. Ik zal dat niet tegenspreken. Maar al sinds high fidelity begon, heb ik ervaren dat voor alle audio-apparatuur geldt: "When the goin' gets tough... the tough get goin'!" Bijna alle hifi-apparatuur kan simpele muziekjes - zoals veel gehoord bij demonstraties - leuk weergeven. Maar alleen de beste apparatuur maakt er geen soepzooitje van, wanneer het muziekmateriaal zeer complex en dynamisch is. Ik wéét dat de Leak Stereo 60 ook bij veeleisende muziek (opera, oratorium, romantische symfonische muziek e.d.), zelfs op hoog geluidsniveau, volkomen stabiel en transparant blijft presteren. Van die andere versterkers weet ik dat niet, maar ik heb mijn twijfels. Misschien moeten we maar eens een luister-vergelijking organiseren. Met tough muziekmateriaal er bij.
-
Al een paar keer heb ik verteld dat mijn eerste versterkers buizenbakken waren: om te beginnen de zelfbouw Philips HF10. En dat het een demonstratie van Harold Joseph Leak was, in samenwerking met toenmalige importeur AudiTrade (Thorens, Ortofon, Leak) die mij geheel overrompelde. En dat daarbij buizenversterkers, MC-elementen met trafo's, gewichtige draaitafels en luidsprekers met superstijve conussen werden gebruikt. Buizenversterkers zijn sindsdien heel lang buiten mijn blikveld gebleven. Ze waren immers, ook bij de goede ontwerpers/fabrikanten (Leak, Quad, Marantz enz.) opgevolgd door transistormodellen? Nou, die zouden het wel weten, toch? Bovendien klonken die torrenversterkers inderdaad prima, en niet veel anders dan hun buizen-voorgangers. Mijn latere oordeel over buizenversterkers in het algemeen was vooral gevormd door demonstraties met o.m. "Spark" producten uit het Verre Oosten bij een bekende hifi-leverancier in Friesland. Imposante buizenversterkers die allemaal heel verschillend klonken en geen van alle goed. En door een paar andere buizenversterkers - waaronder VdV - die wel mooi en warm, maar ook te intiem, te klein klonken. Die wel zachtjes konden knabbelen, maar nooit echt dóórbijten. Mijn enthousiasme voor de onlangs vakkundig gerenoveerde Leak-combinatie moet dus zeker niet als een algemeen oordeel over buizenversterkers worden opgevat.
-
Beste Tubejack, Het verbaast mij wel, dat er in de Stereo 30+ kennelijk alleen overall feedback wordt toegepast. Want in vroege publicaties, m.b.t. buizenversterkers, pleitte H.J. Leak nog voor lokale èn overall negative feedback. "Lots of it!" Maar als je het relateert aan frequentie en fase bij laagfrequente signalen, kàn er in het uitgangssignaal logischerwijze toch geen snelheidsverschil tussen beide methodes zijn?* http://www.44bx.com/leak/PointOne2.html In late 1951 H.J.Leak & Company published a 28-page treatise explaining the history, concept, and design of the TL/12 amplifier and the associated RC/PA/U pre-amplifier. http://www.44bx.com/leak/PointOne1.html
-
Beste Tubejack, Ach, ik wil zelfs dovemannen graag de oren openen... puur uit liefde tot de mensheid.* Maar een kleurrijke figuur als Wol kàn niet luisteren, doordat hij niet wíl luisteren. En zo zijn er nog wel een paar forummers hear hier die oordelen zonder hun oren te gebruiken. Dat Pjotr niets afwist van de - voor hun dagen - revolutionaire p.u.-elementen en toonarmen van Leak, verbaast me nogal. Als je zijn stukjes op dit forum zo leest, zou je haast denken dat hij van alles héél goed op de hoogte is. Maar kennelijk beperken zijn kennis en interesse zich tot ontwikkelingen uit de tijdspanne van zijn eigen, vermoedelijk nog korte, bestaan: ontwikkelingen die helaas geen van alle een substantiële bijdrage hebben geleverd tot verbetering van de weergavekwaliteit. (Zou hij bijvoorbeeld wel weten dat Leak en Goodmans de eerste elektrostatische luidsprekers hebben geïntroduceerd op de London Audio Fair 1955, geruime tijd voordat Quad daarmee kwam? Harold Joseph Leak besefte dat de ESL nooit in staat kòn zijn tot goede / diepe basweergave: Peter Walker (Quad) besefte dat eveneens, maar zag er tòch wel een markt in... Ach, Pjotr zal zulke dingen wel niet zo belangrijk vinden, denk ik. Hij vindt alle ontwikkelingen die er ècht toe doen - of deden - niet zo belangrijk, geloof ik.) * Ik háát mensen in het algemeen: ik minacht en veracht ze diep, ja zéér diep - uitzonderingen daargelaten, natuurlijk. Maar ik heb een oneindig grote liefde voor de mensheid!
-
In het topic "Brom en Ruis" (Ontwikkelingen/Techniek) wees ik er op dat een aantal door de deelnemers aan de discussie beschreven problemen met luidsprekerkasten al in het midden van de jaren '60 van de vorige eeuw heel effectief werden aangepakt in het ontwerp en de constructie van de Leak "Sandwich" luidspreker. Maar in deze rubriek "Vintage" zou die bijdrage beter passen. Daarom neem ik de vrijheid om hem hier nogmaals te plaatsen; nu in een lichtelijk bewerkte versie. Veel van de hier gesignaleerde problemen met: - staande golven in de kastwanden (veel hoger in frequentie dan menigeen denkt, en voor een belangrijk deel te voorkomen door stijve constructie en voorts vrij eenvoudig te dempen met bitumen!) en - staande golven in de binnen de kast opgesloten luchtkolom (veel lager in frequentie, en niet zo eenvoudig te dempen met rollen BAF o.i.d.!) werden al effectief getackled door Leak in de jaren '60, met het ontwikkelen van de oorspronkelijke Leak "Sandwich" luidspreker. • De tweeter (conus type met open achterzijde) zat in een gedempte, aan de achterzijde afgesloten plastic nis in de wooferkast, maar was gemonteerd aan het afneembare voorzetpaneel (met het frontdoek). Wie de recente bijdrage van Ravon in het topic "Brom en Ruis" las, weet waarom dit een goed idee was. (Ter verklaring: Ravon had er terecht op gewezen, dat een luidsprekerunit die wordt voor hogere frequenties de kastwanden in trilling kan brengen en zo staande golven in de kastwanden kan veroorzaken. Mechanische ontkoppeling van zo'n hogetonen-unit van de kast kan daarom kleuring voorkomen. Bovendien bedenke men dat een in zijn geheel trillende hogetonenluidspreker ernstige dopplervervorming kan veroorzaken en een akoestische resonantiekring (stemvork-effect) kan vormen met de luidsprekerkast.) • De woofermagneet was met een vast tapeind, dat door een houten blok werd gevoerd, vastgeschroefd aan de achterwand van de kast. Hierdoor werd een hoge stijfheid van de beide grootste panelen en van de kast als geheel gerealiseerd. • De kastwanden waren gemaakt van 12 mm multiplex, aan de binnenzijde gedempt met minstens net zo dik bitumenvilt. Zoals de BBC monitors later bevestigden, was dit qua gewicht, kosten, formaat en geluidskwaliteit een voor normale huiskamers en beschaafde muziekpraktijk optimale bouwwijze. • Als demping voor de luchtkolom in de kast werden twee luchtige rollen BAF gebruikt: één boven de woofer + het houten blok, en één er onder. Andere interessante détails waren ondermeer: - de sandwich conussen (aluminiumfolie - polystyreenschuim - aluminiumfolie), die ca. 200 keer zo stijf waren als conventionele conussen (papier, aluminium, plastic) en break-up vrij waren over een heel groot werkingsgebied ("piston action"); - de vrijwel weerstandsloze, loodzware bandspoel in serie met de woofer, die optimale elektrische demping door de versterker garandeerde; - de 15Ω (nominale) impedantie, voor optimale aanpassing aan de buizenversterkers van die dagen; - het zeer compacte (60 liter) geheel gesloten ("drukkamer") systeem in combinatie met een 32,5 cm woofer met heel lage free-air eigenresonantie: een veel lagere (reflex!) afstemming was wel mogelijk geweest, maar Leak koos voor maximale vervormingsvrijheid en controle. P.S. 170 Hz heeft een totale golflengte (positieve plus negatieve sinus) van ca. 2 meter. Maar Threshold heeft wèl gelijk, wanneer hij stelt dat die frequentie een staande golf in een luchtkolom van 1m kan opwekken, want hiervoor is 1/2 λ (halve golflengte) genoeg!
-
Beste KT88, Ortofon produceerde al moving coil elementen sinds 1948. In de dagen van de Leak Varislope 2 & Stereo 60 combi was, naast de SPU serie, ook de SL15 al op de markt. Zelfs de uitvoering met elliptische naald. (Zie de bespreking in "Hi-Fi News, Sept. 1967.) Vaak werden die elementen gecombineerd met "plug-in transformers" zoals de 2-15K (slaat respectievelijk op ingangs- en uitgangsimpedantie) en de latere STM 72. Spido heeft nog demonstraties op de Firato meegemaakt, waar de heer H.J. Leak zijn versterkers (o.m. Varislope 2 & Stereo 60) en luidsprekers ("Sandwich") demonstreerde met Thorens en Ortofon afspeelapparatuur, wat allemaal in Nederland op de markt werd gebracht door importeur Auditrade te Amsterdam. Deze werd op de Firato vertegenwoordigd door o.m. de heer Snijder. http://www.soundfoun...todeccatan.html In de gebruiksaanwijzing voor de Varislope 2 bedoelde Leak met "low output" ongetwijfeld MC-types als SL15 en SPU (de types zonder in de toonkop geïntegreerde trafootjes). In tekst worden deze types genoemd en besproken, naast moving magnet, variable reluctance, crystal en ceramic. Bovendien had Leak al sinds eind jaren veertig in-house ervaring met low-output moving coil. http://www.44bx.com/...k/products.html
-
Wat jammer toch, dat onze goede Goodtube is gestopt! Hij zou een boeiend verhaal kunnen vertellen over zijn bezoek, zaterdag j.l., aan een oude, ja zéér oude forummer. Een oude forummer met een navenant oude Leak Stereo 60 / Varislope 2 Stereo buizenversterker-combinatie. Hij zou kunnen verhalen hoe hij zijn eigen Van der Veen buizenversterker, zowel in Ultra-Lineaire als in Triode mode, met die antieke Leak buizencombi (1965) vergeleek: gedurende een lange en heel gezellige middag. Dat de Triode instelling bij de Van der Veen uiteindelijk de meeste controle over de diepste bassen bleek te bieden, en dat in die instelling de VdV buizen-eindversterker het meest leek op de oude (zwaar lokaal tegengekoppelde) Leak Stereo 60. Dat het geen wedstrijd werd tussen oud en nieuw, maar een gala-voorstelling van beide deelnemende partijen. Hoe er klassiek, jazz, folk en popmuziek werd gedraaid, vinyl en CD, jong en oud. En hoe prachtig het allemaal klonk. Hoe muzikaal, en (dus) hoe weinig audiofiel het ook was, eigenlijk. (Hij zou je ook kunnen verhalen hoe hij, na die luistersessie, de originele koppelcondensatoren heeft teruggeplaatst in zijn VdV.: Epcos/Siemens MKP's. Na alle koppelcondensatoravonturen tòch weer thuisgekomen. Maar voor hoe lang, Youtube? )
-
Beste Tubejack, Dat zou dan een Leak buizencombinatie moeten worden, zoals Varislope Stereo voorversterker met Stereo 50 of Stereo 60 eindversterker. Voor CD ("high level input") zou de voorversterker moeten worden aangepast. Dat is technisch geen groot probleem, denk ik. Een groter probleem wordt gevormd door de kosten. De voorversterkers zijn heel zeldzaam. De eindversterkers worden vaker aangeboden, maar kosten dan (niet gerenoveerd) minstens duizend euro. http://www.ebay.nl/itm/LEAK-TL-50-Plus-monoblock-amplifier-RARE-amp-vacuum-tube-Leak-TL-20-30-50-/251002665480?pt=LH_DefaultDomain_0&hash=item3a70ecba08#ht_500wt_922 http://www.ebay.nl/itm/Leak-50-Stereo-tube-amplifier-VG-Working-/260955080535?pt=Vintage_Electronics_R2&hash=item3cc2228757#ht_6565wt_1206 Spido kan zulke dure apparatuur helaas niet betalen...
-
Beste Vintage, Mijn respect voor Harold Joseph Leak groeide dóór, naarmate ik mij meer in hem verdiepte. En dat respect groeit nu al ruim vijftig jaar. Een halve eeuw geleden ging het nog om High Fidelity geluidsweergave. "WerkelijkheidsWeergave", zei men in ons land. (AMROH / Muiderkring) Het ging om kwaliteit. Alléén om kwaliteit. Niet om gebruiksgemak Of om opslagcapaciteit. Men ontdekte, experimenteerde, zocht steeds weer naar verbeteringen. Nieuwe technieken en materialen werden ontwikkeld. Harold Joseph Leak was "The First Name in High Fidelity". Men leze het boek "Firsts in High Fidelity" van Stephen Spicer. To begin with... ISBN-10 1882580311 ISBN-13 9781882580316 Slechts ter verluchtiging: http://www.44bx.com/leak/PointOne2.html The Human Factor (d.w.z. wat men belééfde aan vervorming e.d.) tèlde toen nog!
-
Beste Hans, Nee, het kan geen Leak luidspreker zijn geweest, want die hadden geen witte kunststof conussen. De voorzijden van de sandwich conussen (alu-polystyreenschuim-alu) van Leak waren naturel aluminium. Bovendien gebruikte Leak geen alu-dome tweeters. De richtprijs van de importeur voor de B&W DM2a was in 1973 ƒ 668,- Uit 'Stereo Hifi Test' 10-1973 http://www.audiofriends.nl/klassiek/page2.html
-
Discussie Over (Psycho)Akoestiek, Luidsprekers En Dsp
spido replied to Martijn-Synergy Acoustics's topic in Akoestiek
Beste Wol, Ja, als je wilt, kan ik nog véél meer verhalen vertellen die jij onzinnig zult vinden. Verder speel ik zowel met vintage Leak buizen- en transistorversterkers als met nòg niet vintage Denon transistorversterkers. Het beste wat ik over de Denon "optical class A" vermogensversterker kan zeggen, is dat hij niet klinkt als een transistorversterker. En de Leak Stereo 60 buizenversterker klinkt als de werkelijkheid, de hele werkelijkheid, en niets anders dan de werkelijkheid. Overigens heb ik momenteel de Leak Varislope 2 Stereo buizen-voorversterker buiten gebruik. In plaats daarvan gebruik ik een Bryston voorversterker die al een paar jaar maar wat stond te verstoffen. Ik kan niet aantonen waardoor het komt, maar die Varislope - hoewel onlangs gerenoveerd en opnieuw bebuisd - klinkt niet echt lekker, en de Bryston wèl. Binnenkort gaat een goede bekende van ons die Varislope nog eens onderhanden nemen. Want dat móet beter kunnen! Het zal je opvallen, dat ik het nu niet heb over fase (blokgolven, Lissajous), stijgtijd, slew rate, demping, intermodulatie- en harmonische vervorming, en al die technische zaken. Ik beoordeel de muzikale prestaties van de spulletjes liefst op het gehoor. Maar dat noem ik geen metingen. Als er gemeten moet worden, dan is er de scoop, de functiegenerator, de spectrum analyzer, de meetmicrofoon.- 282 replies
-
- Akoestiek
- Psychoakoestiek
-
(and 3 more)
Tagged with:
-
Beste Tube 300, In hetzelfde stuk ( http://www.bassboy.com.au/getreel/site/classicamps/files/articles/ukaudio/main.htm ) wordt daarover verteld: "Walker similarly is satisfied with the Quad amplifier and is doubtful about its going solid-state" moet je in verband zien met: "Walker seemed satisfied with the Quad's low end: "We are not concerned about the bass as such." Het grote voordeel van solid-state is, volgens Leak, de mogelijkheid om de uitgangstrafo achterwege te laten en zo een veel betere dempingsfactor te bereiken. Meer controle over de bas, dus: een bétere, minder vervormde basweergave. Walker (Quad) was niet geïnteresseerd in bas. Zijn luidsprekers konden ook geen bas produceren. Om die reden mochten ze in Duitsland niet eens meer als "hifi-speakers" of "high fidelity speakers" worden aangeprezen. (DIN 45.500!) Leak ontwikkelde al in 1955 een electrostatische luidspreker voor hogere frequenties. Maar omdat matching met elektrodynamische basspeakers problematisch bleek, besloot Leak die speaker niet op de markt te brengen. http://www.44bx.com/leak/esl.html P.S. Merk op dat Walker vreesde dat overgaan van buizen op transistoren een kostprijsverhoging van 30% zou betekenen! Dat hij uiteindelijk wèl overging op transistoren, heeft dus weinig met kostenbesparing te maken. Nee, hij werd overtuigd door de argumenten van de andere Heren van de Hifi. Bij een goede maaltijd en een mooi glas wijn, zoals het hoort.
-
"Memory distortion" is een term die reeds lang in de psychologie en aanverwante wetenschappen wordt gebruikt (en wel voor een verschijnsel dat ook wel kan optreden tijdens en na vergelijkende hifi-luistertests, dus er ìs wel een min of meer toevallige link met audio.) In de psychologie heeft de term "Memory distortion" echter een heel andere betekenis: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1692093/ Komt dus neer op mentaal gestoord herinneringsvermogen. Het zou daarom wellicht beter zijn, voor audio een andere term te bedenken. Wat in audio wordt bedoeld, is het effect van "signal-induced thermal drifts in transistors": door het signaal veroorzaakte temperatuurswisselingen in transistoren (met het vervormende effect daarvan voor later signaal). http://peufeu.free.fr/audio/memory/memory-1-theory.html Ik vond het grappig te lezen, onder punt 7: Immers, reeds in 1949 schreef de National Physics Laboratorium in een test van de "Point One" TL/12 versterker van H. J. Leak & Co: http://www.44bx.com/leak/PointOne2.html Met name de juiste toepassing van negatieve feedback leverde resultaten op, waarvan "moderne" buizenversterkers alleen maar kunnen dromen: http://www.44bx.com/leak/leak_bkgnd.html Hoewel het moeilijk is om met een buizenversterker een redelijk goede dempingsfactor te bereiken... het lukte Leak met de Type 15 en de latere "Point One" types heel aardig. Beter, dan bij "moderne" buizenversterkers. In de eerder genoemde test van de National Physics Laboratorium (1949) lezen we ondermeer: Reeds in de dagen van onze opa's zeiden sommigen dat een hoge dempingsfactor het geluid saai of dof zou kunnen maken. En sommigen beweren dat nu nog steeds. Het testinstituut beschouwde die opvatting toen reeds als een "fallacy" (bedrog), en dat wàs het ook. Is het nu nog steeds. Alleen lui die van vervorming houden, zullen het tegendeel beweren.
-
Quad 303 werd op de markt gebracht in 1967. Leak Stereo 30+ (siliciumtransistoren) dateert van 1965. De oorspronkelijke Leak Stereo 30 (germaniumtransistoren) verscheen in 1963. De Leak Stereo 30 en Stereo 30+ kunnen onmogelijk kopieën zijn van de Quad 303, want ze werden veel eerder ontworpen. Bovendien is de tegenkoppeling heel anders. Opvallend, overigens, dat die oude Quad 303 nog steeds door velen wordt gewaardeerd: dit in tegenstelling tot zijn opvolger 405 met current dumping.
-
Beste Pjotr, Verwarring slaat toe! Jij beweert dat de versterker van John Linsley Hood uit 1969 in geen ènkel opzicht lijkt op eerdere transistorversterkers, terwijl Tubejack juist aangaf dat zijn pas verworven Leak Stereo 30+ uit 1965 sterk lijkt op... datzelfde ontwerp van John Linsley Hood! (bijdrage #463 van ditzelfde topic) Wie van jullie beiden heeft nu gelijk? Verder beweer jij dat de transistorversterkers van de jaren '60 "heel erg als transistorversterkers klonken". Ik vraag me af, of je daar wel gelijk in hebt. Juist de Britse versterkerbouwers die toen van buizen overschakelden op transistors (Leak, Rogers, Quad, Radford) gebruikten gehoormatig hun buizenversterkers als referentie voor de transistorversterkers. Met de buizen- en transistorversterkers van Leak uit het midden van de jaren '60 - waarvan ik het grote genoegen heb er enkele te bezitten en die door een specialist met veel liefde, kennis en toewijding zijn gerenoveerd - hebben gehoormatig uitstekende kwaliteiten, zijn uiterst neutraal en leveren dus geen opvallend transistor- respectievelijk buizen-geluid. Bij een directe "blinde" vergelijking zou men zich kunnen vergissen. Toch kwam de controverse tussen voorstanders of aanhangers van respectievelijk transistor- en buizengeluid al gauw tot stand.* Ik vermoed, dat slechte representanten van beide types tot generaliserende (voor)oordelen hebben geleid. * Men leze bijvoorbeeld uit het al eerder aangehaalde boek "Valve & Transistor Audio Amplifiers" van John Linsley Hood (1997) http://books.google.nl/books?id=mcUiQCBXh_YC&pg=PA143&dq=H.C.+Lin+Quasi-Complementary+Transistor+Amplifier&hl=nl&sa=X&ei=cRZUUv6GCOSp4ATl84GgCQ&ved=0CF4Q6AEwBg#v=onepage&q=H.C.%20Lin%20Quasi-Complementary%20Transistor%20Amplifier&f=false het hoofdstuk over "Listener Fatigue" (148).
-
Beste Knor, In mijn omgeving zijn er velen die spelen met moderne topklasse apparatuur. En een gedeelte van mijn eigen verzameling is ook nog redelijk nieuw. Anders dan jij vermoedelijk veronderstelt, heb ik de volle mogelijkheid "vintage" (al dan niet gerenoveerde of NOS) apparatuur te vergelijken met hedendaagse topklassers. Wanneer jij stelt dat "met een goede voorselectie" moderne apparatuur beschikbaar is die niet veel beter of slechter klinkt dan gerenoveerde ("analoge", vanzelfsprekend) vintage apparatuur, heb je m.i. wel gelijk; maar slechts ten dele. Allereerst stel ik vast dat veel van de moderne topproducten in feite modificaties zijn van zeer oude ontwerpen. Soms is de kwaliteit min of meer gelijk aan het origineel, en soms niet. Moderne fabricagemethodes en nieuwe materialen hebben echter wel vaak geleid tot een geringere kwaliteitsspreiding en een hogere belastbaarheid. Dat is pure winst. Daartegenover stel ik vast, dat sommige van de "vintage" topproducten kennelijk & helaas tè goed waren voor deze wereld - waarvan de productie om commerciële redenen werd gestaakt - en uiteindelijk de weg gingen van alle stof en dan ook alleen nog in onze (heerlijk gekleurde!) jeugdherinneringen zijn blijven bestaan. Het Goodmans point-source driewegsysteem "Triaxom" bijvoorbeeld, de superstijve "piston action" Leak "Sandwich" luidsprekers en de ioniserende Fane Ionofane / DuKane Ionovac hogetoners: zonder bewegende massa en volstrekt recht tot vèr in het supersoon... Wie kent ze nog? De beste* luidsprekers die ik zèlf ooit bezat, waren enorme transmissielijnen met een machtige Leak "Sandwich" 32cm woofer, twee Jordan Watts modules voor het gehele vocale bereik en een bijna massaloze Decca "London" ribbon hogetonenluidspreker. Allemaal naar de eeuwige jamsession! Voor het beoordelen van apparatuur gebruik ik testsignalen, waaronder sinussweeps bij diverse voltages, ruisburts en blokgolven. Ik neem spectrumanalyses via een nog steeds (want di-gi-taal!) modern apparaat met een ingebouwde roseruisgenerator en een bijbehorende gecalibreerde meetmicrofoon. Maar ook gebruik ik voor het beoordelen muziek en spraak. Want het is vooral de juiste verwerking van spraakklanken - de articulatie - die voor mij, taalwetenschapper, als criterium kan gelden. Zoals een befaamde Britse luidsprekerontwerper ooit zei: "Ik hoef alleen maar "This is the BBC with the News" te horen, om te weten hoe goed of slecht de speaker is." Maar ja, dat was dan ook in de dagen van de "vintage" nieuwslezers, die alle "minor variations" (aspiration, progressive & regressive adaptation, voicing / devoicing, fortis & lenis consonnants etc.) beheersten. Die nieuwsflitsjongelui van tegenwoordig, en ook die (m.n. pop)artiesten van nu, rommelen vaak maar wat aan met hun uitspraak. Die zijn geen hifi waard, eigenlijk. (Wie is nu eigenlijk gebaat met opname & weergave van iets slechts?) * "De beste" is natuurlijk een generaal oordeel - een "verzamel-oordeel" - dat niet objectief valt af te meten. Want er zal ongetwijfeld vervorming zijn geweest. En kleuring. En na-ijling. En niet-lineairiteit. En nog méér, ondanks alle tegenmaatregelen, wat nu eenmaal niet ideaal en niet perfect kàn zijn bij een werkelijk bestaande, stoffelijke & werkelijk werkende luidspreker. Maar door een aantal voor mij - en met mij vele anderen die ze ooit hoorden - kenmerkende eigenschappen klonken die luidsprekers heel erg "ècht". En dat "èchte" ervaar ik bij heel veel moderne apparatuur helaas niét - ook al zijn er een paar gelukkige uitzonderingen. Wellicht hangt het samen met de grotere vrijheid die men zich destijds gunde om èchtheid te laten prevaleren boven "rechtheid". De originele Quad ESL balansluidspreker (1953) mocht bijvoorbeeld in Duitsland het predikaat "hifi" of "high fidelity" niet voeren, omdat de basweergave niet voldeed aan de DIN 45.500 norm. Toch wordt deze luidspreker door velen nog steeds zeer hoog gewaardeerd wegens - in akoestisch optimale opstelling - de prachtige resolutie en doortekening van m.n. het vocale bereik. En werd deze luidspreker zelfs door mijn idool Harold Joseph Leak min of meer stiekem en strikt intern & geheim als referentie gebruikt, vanwege de superieure blokgolfweergave, de fasecoherentie en het "musical perspective" (zoals H.J. het noemde) in het vocale bereik. De B&W DM2(A) was een 1/8 lambda transmissielijnsysteem, dat in zijn (gezien het bescheiden formaat) zeer royale basbereik ruim over de grenzen van ± 3dB ging: daar gedroeg het systeem zich als een onvoldoende gedempte pijp (c.q. een "lossy" closed system). Maar er zijn er nog steeds velen, die zijn gemakkelijke, impulsrijke, gedetailleerde en mooi gedefinieerde bas zeer waarderen. De p.u. elementen die ik noemde (Decca "London", Ortofon "SPU", EMT "Tondose") zijn vooral befaamd vanwege hun kernachtige bassen, hun homogeniteit en hun fenomenale transiënts. Ook Klipsch luidsprekers worden door liefhebbers vooral bemind om hun impulsiviteit. Allemaal zijn ze voorbeelden van apparaten waarbij "echtheid" eerder toepasselijk kan zijn dan "rechtheid". Impulsverwerking lijkt met name essentieel te zijn voor die beleving van "echtheid". Enige kleuring, vervorming en niet-lineairiteit neemt men daarbij kennelijk graag voor lief. We meten apparatuur echt wel goed, hoor. Maar we interpreteren de resultaten vermoedelijk niet juist. Niet "naar de menselijke maat", bedoel ik.
-
Veel van de hier gesignaleerde problemen met: - staande golven in de kastwanden (veel hoger in frequentie dan menigeen denkt, en voor een belangrijk deel te voorkomen door stijve constructie en voorts vrij eenvoudig te dempen met bitumen!) en - staande golven in de binnen de kast opgesloten luchtkolom (veel lager in frequentie, en niet zo eenvoudig te dempen met rollen BAF o.i.d.!) werden al effectief getackled door Leak in de jaren '60, met het ontwikkelen van de oorspronkelijke Leak "Sandwich" luidspreker. • De tweeter (conus type met open achterzijde) zat in een gedempte, aan de achterzijde afgesloten plastic nis in de wooferkast, maar was gemonteerd aan het afneembare voorzetpaneel (met het frontdoek). Wie de recente bijdrage van Ravon hierboven las, weet waarom dit een goed idee was. • De woofermagneet was met een vast tapeind, dat door een houten blok werd gevoerd, vastgeschroefd aan de achterwand van de kast. Hierdoor werd een hoge stijfheid van de beide grootste panelen en van de kast als geheel gerealiseerd. • De kastwanden waren gemaakt van 12 mm multiplex, aan de binnenzijde gedempt met minstens net zo dik bitumenvilt. Zoals de BBC monitors later bevestigden, was dit qua gewicht, kosten, formaat en geluidskwaliteit een voor normale huiskamers en beschaafde muziekpraktijk optimale bouwwijze. • Als demping voor de luchtkolom in de kast werden twee luchtige rollen BAF gebruikt: één boven de woofer + het houten blok, en één er onder. Andere interessante détails waren ondermeer: - de sandwich conussen (aluminiumfolie - polystyreenschuim - aluminiumfolie), die ca. 200 keer zo stijf waren als conventionele conussen (papier, aluminium, plastic) en break-up vrij waren over een heel groot werkingsgebied ("piston action"); - de vrijwel weerstandsloze, loodzware bandspoel in serie met de woofer, die optimale elektrische demping door de versterker garandeerde; - de 15Ω (nominale) impedantie, voor optimale aanpassing aan de buizenversterkers van die dagen; - het zeer compacte (60 liter) geheel gesloten ("drukkamer") systeem in combinatie met een 32,5 cm woofer met heel lage free-air eigenresonantie: een veel lagere (reflex!) afstemming was wel mogelijk geweest, maar Leak koos voor maximale vervormingsvrijheid en controle. P.S. 170 Hz heeft een totale golflengte (positieve plus negatieve sinus) van ca. 2 meter. Maar Threshold heeft wèl gelijk, wanneer hij stelt dat die frequentie een staande golf in een luchtkolom van 1m kan opwekken, want hiervoor is 1/2 λ (halve golflengte) genoeg!
-
Beste Tubejack, Tjonge wat 'n tjoeners! Typisch toch, dat het ene apparaat voor nagenoeg dezelfde functionaliteit zoveel meer ruimte nodig heeft dan het andere, hè? Het zijn mooie, imposante bakken, vind ik. Vooral die grote, met hun geborstelde aluminium fronten. Maar dat eigenwijze Sonytje links boven (TA-80F?) is m.i. absoluut de leukste van 't stel! (Ik gebruik zelf al een tijdlang de antieke Leak "Stereofetic" tuner (de eerste met FETs) in een gemengd & gedwongen huwelijk met de Denon PRA-1500 / POA-2800 versterkercombinatie. Heerlijk: geen geautomatiseerde / synthesizede / elektronische of drukknop-zendervoorkeuzetoetsen meer, maar gewoon handmatig afstemmen met een draaiknop en een schaal-met-wijzer! En als je handmatig hebt fijngesteld, de zender vastzetten met AFC. Modern genoeg-genoeg-genoeg! Esthetisch zou de combinatie met de Leak Stereo 70 versterker natuurlijk optimaal zijn! Op de foto zie je de tuner links en de versterker rechts, samen in één (zeldzame!) notenhouten "sleeve". (Meestal waren de apparaten "naakt", of waren ze gehuisvest in een eigen houten kastje.) Kun jij je een mooiere casting voorstellen voor een audioversie van Monty Python's Flying Circus' "Dancing Teeth"?? Maar vermoedelijk vind jij de tuners met buizen interessanter. Wel, je vindt daarover informatie op de Leak site (m.n. http://44bx.com/leak/Troughline3Stereo.html ), maar ook op bijvoorbeeld op http://theartofsound.net/forum/showthread.php?t=2837
-
In het kader van herontdekking van oudjes/vertrouwdjes via de gerenoveerde Leak Stereo 70: "Live at Blues Alley" van Eva Cassidy (1996). Het was allemaal weer geweldig! Zowel muzikaal als wat de registratie betreft. "Nieuwe details" gehoord: in kleine tingeltjes en tangeltjes, maar ook in slam & wham! Toch vroeg ik me op een bepaald ogenblik af: "Dat had zo'n meissie toch niet nódig?" Ik bedoel: die nagalm op haar stem. Alléén op haar stem. Geen echo, hoor: dàt gelukkig nu ook weer niet. Maar wel een wat overdreven uitsterftijd. Was me via al die andere versterkers niet opgevallen. Die opgekalefaterde Leak is toch wel erg precies, hoor. Van dat héle precieze, weet je wel?