richard 1

O, die dingen, ik weet niet of je daar wel zo makkelijk aan kan komen, ze worden soms voor veel geld verkocht in winkels van brokantiek (namaak-antiek). Met de kringloop bedoel ik inderdaad zo'n tweedehandswinkel met bruikbare spullen die anders bij de kant van de weg worden gezet.

Typische interpunctie.

TL-bakken? Kijk eens bij de kringloop.

Is geld willen verdienen dan geen principe? Je unt voor je zelf altijd nog de echt lekkere taartjes bakken.

Als een sub in de auto laag gaat hoeft dat niet te zeggen dat hij dat ook in een woonkamer doet. Voor een woonkamer heb je veel meer luchtverplaatsing van je woofer nodig dan in een auto om het zelfde resultaat te krijgen. 30 Hz uit een kastje van 30 cm kan vast wel maar het rendement zal erg laag zijn, je moet je immers ook aan de hiervoor geldende natuurwetten houden.

Perfect werk toch? Nu maar hopen dat je je niet vergallopeerd met het frezen van de luidsprekergaten. Is mij ooit een keer overkomen maar ik heb het mooi kunnen herstellen met wat epoxy. Richard

Voor een goede woofer kun je natuurlijk ook letten op de bouw van het ding, een gegoten korf is een (relatief klein) voordeel. Hij heeft een redelijk lange spoellengte ten opzichte van de poolplaat, of een heel dikke poolplaat met een korte spoel. De stijfheid van de ophanging van het membraan is helemaal afhankelijk van het doel van de luidspreker; een woofer voor een PA box zijn doorgaans wat stugger opgehangen dan een woofer voor een gesloten behuizing. Meestal zal een rubber rolrand duurzamer zijn dan een foamrand (hoeft dus niet). Ook moeten de zogenaamde Thiele-Small parameters (Fs, Vas en Qts) moeten bruikbaar zijn, een woofer met een Qts van 1,2 is meestal hopeloos om te gebruiken in een serieus ontwerp. Met een hoge equivalent volume (Vas) zou je op een heel grote kast kunnen uitkomen en met een hoge resonantiefrequentie (Fs) wordt het wel erg moeilijk afgronddiepe bassen te produceren. Deze waarden hebben altijd een bepaalde relatie met elkaar, het is onmogelijk 20 Hz met een hoog rendement uit een "melkpak" te persen. Maar ieder type luidspreker heeft weer een andere combinatie van deze parameters nodig; een hoorn werkt meestal beter met een hoge verhouding Fs/Qts, een transmissielijn heeft weer het liefste een lage verhouding. Een andere belangrijke waarde om een indruk van de kwaliteit van het geluid te krijgen is de waarde Rms; deze geeft een indicatie van de verliezen in de luidspreker, een luidspreker met een lage waarde klinkt meestal frisser en levendiger. Voor tweeters geldt eigenlijk ook dat de Rms laag moet zijn, de Thiele-small parameters zijn hier van minder belang. Wat betreft de opbouw van een tweeter is het beter dat de toevoerdraadjes van aansluitterminal tot spreekspoel van litze zijn in plaats van massief draad. Ook heb je verschil tussen luidsprekers met ferrofluid en zonder, de eerste zijn meestal wat zwaarder belastbaar, zonder deze vloeistof worden ze minder gedempt zodat microdetails misschien wat beter uit de verf komen. Richard

De meeste woofers worden tegenwoordig voor basreflex gemaakt, daarvoor is een wat lagere Qts nodig. Maar Dynaudio woofers hadden vaak wel een wat hogere Qts en de grote woofers van Peerless en Morel (MW-1075) ook. Of je moet terugvallen op de goedkope dingen uit de Conrad 30 cm voor

Door het verschil in karakter van een elektrostaat en een woofer valt het gewoon op dat er iets niet klopt. Bovendien ga je in de meeste gevallen weer met een of ander scheidingsfilter in de slag, terwijl het juist een voordeel van een full-range luidspreker is dat er geen filter hoeft te worden toegepast. Natuurlijk kan het vast wel goed maar ik heb in ieder geval nog nooit een goed klinkende hybride gehoort.

Het is ook een voordeel als de woofers een hoge Qts hebben, deze slingeren wat op bij de resonantiefrequentie zodat je de afval door de akoestische kortsluiting van nature compenseerd. Een hoge Qts kun je aflezen uit de parameters, maar goedkope woofers met een kleine magneet hebben meestal ook een hoge Qts (in een box kun je hier meestal niets mee beginnen). Wil je met heel netjes doen moet je de woofers om en om monteren;

Sorry ik keek even scheel. Maar het werkt goed; is ook mijn ervaring.

Dat laatste kan niet, je moet twee elco's van 5000 microfarad gebruiken (twee van een hogere cappaciteit kan meestal ook als daar ruimte voor is). Volgens mij heeft jouw versterker(?) een symetrische voeding van circa + 30 Volt en - 30 Volt. De zwarte draden zijn de 'nul' draden. Deze komen bij de meeste versterkers op een centraal punt bij elkaar, in jouw geval het centrale punt bij de elco's (twee van de trafo's, twee van de speakeruitgangen en de vijfde naar een of ander massapunt van de behuizing?). De rode draden is de pluskant (

Je had het plakband beter over de naden kunnen plakken: leg de plankjes in de juiste volgorde strak achter elkaar (met de buitenkant naar boven), plak het plakband over de naden, en je kunt het kistje zo inelkaar rollen. Na het proefpassen kun je dan de verbindingen lijmen.

Het zogenaamde "anti-fase centrum" bestaat volgens mij niet, tenzij je achter de ESL63 gaat zitten. Het akoestisch centrum is een projectie t.o.v. de luisteraar, de virtuele afstand t.o.v. het membraan komt overeen met de snelheid van de vertragingslijn (die van binnen naar buiten werkt). Het polair diagram van de ESL63 ziet er ook perfect uit, menig conventioneel luidspreker zou hier nog wat van kunnen leren. Ik bedoelde eigenlijk dat bij de resonantiefrequentie de output uit de poort

Nog wat olie:

Je moet ze toch ook niet bij een groothandel bestellen? Bij een beetje kantoorboekhandel kun je ze wel per stuk kopen. Weet ik alleen niet of het met punt 313 of 357 is.

De beste kleur hiervoor schijnt een groene Staedtler Lumocolor 313 te zijn; er zou in Delft een of andere Hok Lioe Han zijn geweest die hier onderzoek naar heeft gedaan.

AudioTechnologie bestaat al een aantal jaren, je kunt er inderdaad een woofer volgens je eigen specificatie laten maken. Gewicht magneet, poolplaatdikte en spreekspoellengte is vrij te kiezen. En ja ze zijn erg kostbaar, maar of dat zijn oorsprong vindt in de kwaliteit van de gebruikte materialen of omdat het om unica gaat weet ik niet.

Mijn simpele Philipsspeler heb ik van binnen beplakt met bladlood (te koop bij de bouwmarkt) met dubbelzijdig plakband (van dat schuimtype) Op het bladlood heb ik weer een in model gesneden tapijttegel gelijmd. Het geheel is lekker zwaar en de kast is zo dood als een pier.

Op de internetpagina van Flingmusic kun je mp3-bestanden beluisteren, dit zegt niet alles maar het geeft wel een indruk van hun muziek.

Ja, het oppervlak wordt kwadratisch groter, maar bij een paneelhoogte van 120 cm en een breedte van 23 cm is de 23 cm maatgevend, het is in dit geval niet nodig de paneelhoogte ook te verdubbelen. Bij een dipool met dynamische luidspreker is het beter dat de luidspreker niet exact in het midden zit, bij een excentrische opstelling wordt de uitdoving over een breder gebied gespreid en is minder abrupt.

Heb je de cd van Fling nog kunnen bemachtigen (The Wild Swans At Coole)? De groep heeft ook een een nieuwe(re) cd: The Blackbird, eerste klas Ierse Folk van een Friese band.

De kortsluitfrequentie is die frequentie waarbij de golflengte de halve afstand tussen het midden van de voor- en achterkant is. Hier onder valt een dipool met 6 dB per oktaaf af. Als de afstand tussen voor- en achterkant verdubbeld zal de kortsluitfrequentie halveren. Dat voor het gehoor de frequentie min of meer recht blijft doorlopen tot 45 Hz komt waarschijnlijk omdat of het rendement bij hogere frequenties afneemt, omdat er een filter tussen zit of de transformator bij lage frequenties meer output geeft dan bij hoge frequenties (mirrorschakeling). Richard

Voorheen was dat Passion Audio, ik weet niet of dat nog bestaat, het internetadres werkt niet meer en Sonneteer wordt nu door een ander bedrijf ge

Als je ze tegen elkaar zet wel, met een ruimte tussen de staten weer niet.