Jump to content

Anathema

Members
  • Posts

    38
  • Joined

  • Last visited

Personal Information

  • Gender
    Male
  • Location
    Voorburg
  • Interests
    Historische opnamen en buizenversterkers

Recent Profile Visitors

The recent visitors block is disabled and is not being shown to other users.

  1. Het kan nog VEEL erger: de 'Gurre-Lieder' van Schönberg.
  2. Het gaat nog verder. Het spel van de beroemde violist Jascha Heifetz klinkt op de grammofoonplaat nogal 'direct' en soms genadeloos. Zodanig zelfs dat de verschillende instrumenten die hij bij zijn opnamen gebruikte nagenoeg hetzelfde klinken. Maar getuigenissen van mensen die hem in de concertzaal hoorden spelen spreken van een warme en vriendelijke toon. De verklaring is dat hij bij grammofoonopnamen eiste (dat kon hij zich veroorloven want hij had in Amerika een soort heiligenstatus) dat 'zijn' microfoon zo ongeveer voor zijn neus werd neergezet. En geen technicus haalde het in zijn hoofd een vinger op te steken.
  3. @Seed7 Mijn dank voor je uitgebreide reactie. Met daarbij wel de kanttekening dat geen audio engineer zich, althans bij opnamen van klassieke muziek, bezig houdt met de muziek als zodanig, maar zich als een reïncarnatie van meester Dorknooper uitsluitend beperkt tot toezien op wat de componist had bedacht. Want voor een interpretatie (een begrip dat als zodanig een aparte discussie waard is) is immers de dirigent ingehuurd. Of, achteraf, de muziekcriticus Maar aangaande je eerdere opvatting behoud ik helaas twijfel. Want mijns inziens is het niet goed mogelijk de optelsom van de weergave van strijkers, hout- en koperblazers, harpen en percussie-instrumenten te beoordelen op de aanwezigheid van een bultje. Dit in tegenstelling tot een luidsprekertest die aantoont dat sprake is van een onregelmatigheid in de karakteristiek waarvoor mogelijk aanpassing van het filter (if any) een oplossing kan bieden. Dit in aanmerking nemend omdat een rechte weergavekarakteristiek immers een voorwaarde is voor een objectieve c.q. zo objectief mogelijke muziekweergave. Een zichtbaar gemaakt bultje in de weergave van een compositie kan overigens onder meer het gevolg zijn van de (opbouw van de) compositie zelf dan wel de voorgeschreven instrumentatie (bijvoorbeeld percussiegeluiden). In dat geval is sprake van een door de componist beoogd doel of effect en het lijkt mij niet de bedoeling dat een sound engineer daarin treedt. Door bijvoorbeeld een opname te verbeteren. Overigens zie ik wel een onbedoeld probleem met live uitvoeringen. Want moet daar dan in de toekomst de audio engineer als een soort VAR worden neergezet?
  4. Ofschoon met name mijn moeder mij lang geleden heeft afgeleerd tegen te spreken, waag ik het toch een piepklein vraagtekentje te zetten bij de stelling ‘dat een audio-engineer hoort of er in opname een bultje zit bij xx Khz’. En wel in het geval dat hier een audio-engineer synoniem is met een opnametechnicus. Ook wel ‘Tonmeister’ in het Duits. Als ik mij beperk tot iets dat onder de misleidende naam ‘klassieke muziek’ door het leven gaat, houdt dat in dat een werk volledig en juist wordt opgenomen. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor iets als de balans tussen de groepen in een orkest of ensemble. Maar ook voor fouten in de uitvoering door het orkest dan wel een mogelijke solist, gevolgd door een aantal nieuwe ‘takes’. En ‘the golden era of recording’ (DECCA, HMV, Philips en DGG) waren de (Britse) opnameleiders van HMV niet te beroerd grote (Duitse) namen als Klemperer, Furtwängler en von Karajan er op te wijzen dat in HUN partituur bij maat 254 een sforzando stond dat de componist kennelijk in de partituur van deze dirigenten had weggelaten (ook zonder software). Betrekkelijk kort na de Tweede Wereldoorlog, dat wel ………………. Mijn hiervoor genoemde vraagtekentje houdt dan ook verband met de (mijn) vraag of wie dan ook in staat is in de geluidsfurie van bijvoorbeeld Richard Strauss (Elektra!) of Anton Bruckner iets als een bultje waar te nemen? In opnamen van een kamermuziekduo kan ik het me wellicht wel voorstellen. Zeker als gevolg van een wat minder gelukkige ruimteakoestiek dan wel tekortkomingen in de opnameapparatuur.
  5. Rond mijn veertiende jaar ben ik voorzichtig begonnen met het verzamelen van grammofoonplaten. Op mijn 65e of daaromtrent ben ik daarmee opgehouden als gevolg van de langdurige irritatie veroorzaakt door tikken, klikken, persvet en statistische elektriciteit. Dit ondanks een prijzige Thorens, een zorgvuldige omgang met grammofoonplaten en het gebruik van een platenwasmachine en antistatische binnen-hoezen. Want na de halve zevende symfonie van Bruckner wist je al dat die tik er toch weer aankwam. Je zat er als het ware op te wachten. Dus als je met behulp van CoolEdit of GoldWave veel zo niet alle ongerechtigheid kon verwijderen en het resultaat kon opbergen op een CD-r, was dat een aardig compromis. Overigens laat dit geen ‘gat’ achter in de muziek maar is sprake van het deels herschrijven van de sinusgolf. Lang geleden beluisterde ik in een radioprogramma een demonstratie van een Philips ‘Sound Enhancer’. De bedenker benadrukte alle mogelijkheden waar, in het digitale domein, dit apparaat toe in staat was. Waaronder het tijdens het afspelen van een grammofoonplaat verwijderen van klikken. Aangezien deze demonstratie geluidsmatig nogal overtuigend overkwam heb ik, mijn gezin uiteraard tekort doend, het ding aangeschaft. Ik wil niet uitsluiten dat mijn technische kwaliteiten tekort schoten, maar het gehoormatige resultaten was, zoals ambtenaren dat noemen, ‘suboptimaal’. ‘Naatje’, in gewoon Nederlands. Disclaimer: het betreft hier een ervaring uit het verleden. Tenslotte nog een kleine kanttekening bij de ‘authenticiteit’ van analoge weergave. Want er is ook nog sprake van authenticiteit waar het gaat om de artisticiteit respectievelijk de opname. Als ik mij beperk tot (foutieve omschrijving) ‘klassieke muziek’, mijn loket voor popmuziek ging namelijk bij ‘Berlin’ van Lou Reed in 1975 dicht, is de vaststelling dat nagenoeg alle opnamen uit een groot aantal ‘takes’ bestaan dat nadien aan elkaar wordt geplakt. Want de solist ging in de fout of de dirigent benadrukte dat ene sforzando onvoldoende of de derde hoorn speelde in de 20e maat na de letter M een Bes in plaats van een B of ………………………………………….. Met andere woorden: de authenticiteit van analoge weergave komt neer op het, in artistieke zin, luisteren naar achter elkaar geplakte stukjes. Dit geldt uiteraard niet voor live-opnamen. Maar het doet mij een beetje denken aan de gelukzalige bezitters van een exotische mono-triode die zich evenwel niet realiseren dat voor het snijden van de moederplaat een balansversterker is gebruikt.
  6. Vooraf mijn grote dank voor alle adviezen die als zodanig aanleiding waren voor de nodige overdenkingen mijnerzijds. Daarbij overigens allerminst geholpen door het feit dat ik bij de uitdeling van impulsiviteit ooit kennelijk achteraan heb gestaan. Maar de uitkomst is dat het advies van Kraus vonBentinck mij het meest aansprak. Ten eerste ontslaat het mij van de noodzaak op zoek te gaan naar een versterker en mogelijk luidsprekers. Ten tweede omdat ik al beschik over de nodige ‘hardware’, zoals bedrade hoofdtelefoons, (draadloze) inears, een iPod als ook een Musical Fidelity X-can V3 hoofdtelefoonversterker. Voor het geval dat iemand zich, niet ten onrechte, afvraagt waarom ik niet zelf op de gedachte aan een hoofdtelefoon ben gekomen, het volgende. Veel van de door mij in de afgelopen jaren gebruikte voorversterkers (zowel veelal zelfgebouwde klonen van de Marantz 7 als halfgeleiders, inclusief een Philips ‘Sound enhancer’) waren nog van het ‘less is more’ principe. Nogal sektarisch dus. Met andere woorden: geen aansluiting voor een hoofdtelefoon. Of een doodzonde als een toonregeling. En het geluid van het hoofdtelefoonversterkertje in een CD-speler laat nogal wat wensen onvervuld. Bij mij althans en dus geen hoofdtelefoon. Rest nog de iPod. Met 256 gb kan ik op zich prima vooruit. Tot streaming ben ik nog niet bekeerd en dus is het ding, via iTunes, gevuld met een GROOT aantal CD’s. Met het geluid is op zich wel te leven, ware het niet dat ik uiterst ongelukkig ben met dat kleine schermpje. Voor de duidelijkheid: de 104 ‘officiële’ symfonieën van Joseph Haydn staan er ook op. Over het manchet betekent dat dus 416 delen. Maar het schermpje komt niet verder dan de naam van de componist, want voor de rest is er geen plaats. Dus waar zit dan het begin van de symfonie nr. 84? Maar ook de Rolling Stones en Chet Baker plaatsen mij voor een identiek probleem. En nee, ‘kantelen’ lukt niet bij iTunes. Of wellicht beter, mij niet. Ofschoon ik me bewust ben de mogelijkheid via de bibliotheek de tenaamstellingen in te korten, voel ik daar niet veel voor. Niet in het minst omdat de iPod inmiddels al voor meer dan 200 gb is gevuld. Dus die ligt daar maar. Met het verhaal achter de Musical Fidelity X-can win ik, naar ik vrees, ook al geen prijs. Ooit afgekoppeld, want ik wilde een andere combinatie proberen en die liet op dat moment, in dat half-voltooide rek, fysiek te weinig ruimte voor de Musical Fidelity. Geen probleem, want ik wilde toch twee nieuwe buisjes bestellen. Kortom: uit het oog verloren en vervolgens vergeten. Al komt daar nu verandering in
  7. Omdat luisteren naar muziek in de woonkamer soms wat huiselijke irritatie oplevert, denk ik aan een tweede installatie in mijn eigen 'hok'. Een voor de hand liggende benadering zou in dat geval neerkomen op het bezoek aan een aantal winkels ten einde een keuze te maken. Het probleem is echter dat mijn gezondheidstoestand dat niet meer toestaat. Daarenboven heb ik geen auto, zodat een bezoek aan een Marktplaatsaanbieder uit Verweggistan er niet in zit. En dus heb ik mij getracht in te lezen waar het gaat om de keuze voor een versterker. In mijn werkende leven heette zo'n activiteit nog een 'literatuuronderzoek' Ik kwam overigens uit op een tweetal kandidaten, namelijk de Marantz PM7000n en de Cambridge Audio CXA81. Het kan uiteraard beter en duurder maar ik acht dat in mijn situatie weinig zinvol. Daarbij zijn echtgenote noch dochters geïnteresseerd in de muziek waarnaar ik luister en al helemaal niet in de daarvoor benodigde apparatuur. En dus is mijn vraag of één uwer bekend is met de genoemde versterkers. Bij voorbaat mijn dank.
  8. Om het nog ingewikkelder te maken: er waren Dr. Blan jampot-ontvangers zonder en met een batterij (de jampot senior ontvanger). De echt enthousiasten wikkelden zelf spoelen, maar de luie donders zoals ik gebruikten de Amroh type 402 spoel. Want die 'leende' ik van mijn vader http://www.hansotten.com/other-kits/amroh-step-by-step/jampotontvanger-dr-blan/
  9. Als er geen batterij aan te pas kwam, denk ik toch eerder aan een kristalontvanger.
  10. Ik geef toe dat het al lang geleden is, maar is die Hawk P11 voorversterker nog onderdeel van de verzameling? En mogelijk toe aan een ander adres? Dan zou die mogelijk de nog oudere Ypsilon voorversterker (van Willenswaard?) gezelschap kunnen houden .......................
  11. Wellicht werkt het volgende ook nog inspirerend: https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_one-hit_wonders_in_the_United_States
  12. Zijn de combinatie van 'kastje' en magneetloze luidspreker soms een moderne ontwikkeling van een tamelijk oud principe, namelijk de zogenoemde 'elektromagnetische luidspreker'?
×
×
  • Create New...