Jump to content

Pjotr

Members
  • Posts

    16152
  • Joined

Everything posted by Pjotr

  1. Even lezen Bas, had het over die 3 pin XLR's. Die worden bovendien ook nog eens verschillend aangesloten omdat voor speakers geen standaard afspraken zijn. Ze zijn niet bedoeld voor LS en mogen er eigenlijk niet eens meer voor gebruikt worden ivb met veiligheid en CE. Zoals je zegt, de Powercon en Speakon zijn goed, betaalbaar en CE. Dus waarom zouden anderen in de PA ze ook niet gebruiken?
  2. Ja die is er wel, zal morgen eens kijken of ik het helder op kan schrijven. Het is nu bedtijd voor mij, half zes weer op
  3. En dat geldt al helemaal voor puur klasse-A versterkers en de meeste buizenversterkers. Is b.v. zo'n versterker ontworpen op nomimaal 4 ohm en hij is b.v. 25W dan kun je er niet meer uit krijgen dan 12,5W als je er een 8 ohm speaker aan hangt. Omgekeerd als ie voor 8 ohm ontworpen is dan zal ie gedeeltelijk in klasse-B gaan bij luider spelen als je er 4 ohm aanhangt. Bij de meeste buizenversterkers is een optimale aanpassing al helemaal belangrijk om het opgegeven vermogen er ook uit te kunnen halen. Niet voor niets zit daar vaak een aparte 4 ohm en 8 ohm uitgang op. Vaak klinkt een 8 ohm speaker dan beter op de 4 ohm uitgang, maar dan wel ten koste van uitgangs vermogen (en max. volume). Speakers met een hoog rendement zijn dan wel essentieel. Mij zegt het rendement in 1w/1m meer dan de gevoeligheid bij 2,83V. De materie is dus eigenlijk best lastig op waarde te schatten als je het optimale er uit wilt halen.
  4. Beste Laurens, De versterker moet in 4 ohm dan wel 2x zoveel stroom leveren dan in 8 ohm voor een gelijk geluidsniveau en dus 2x zoveel vermogen. Dat kan klankmatig wel degelijk uitmaken. Idd een Krell zal daar niet wakker van liggen maar die hebben we niet allemaal staan. Heb je b.v. een 25W klasse-A versterker dan komt het er wel op aan.
  5. Beste Laurens, Het maakt idd niet uit hoe het opgegeven wordt als het maar op de juiste manier gebeurd en je het als koper dan ook juist weet te interpreteren. Nu maakt Cabasse er nodeloos een puzzel van om er 3 dB bij te smokkelen. Lang geleden is afgesproken om het rendement op te geven bij 1W op een afstand van 1m. Tja als we allemaal weer andere normen gaan hanteren is een goed vergelijk eigenlijk niet mogelijk, althans niet voor de niet met de benodigde kennis gewapende argeloze koper. Je neemt toch ook geen genoegen met de opgave bij een pak melk in kilo's als de inhoud in volume bedoeld wordt?
  6. Hoi Martin, Dat is nou typisch dealerpraat. De kwaliteit en de prijs van een kabel die je bij een audiodealer koopt hebben over het algemeen weinig relatie tot elkaar. De goede dealers overigens niet te na gesproken.
  7. Die zijn erg mooi en net zo goed als WBT. Kun je gewoon kopen/bestellen bij Speaker & Co.
  8. Ze schijnen ook als blaasinstument veel decibellen te kunnen produceren. Als supertweeter zou je vleermuizen kunnen overwegen. Zien er niet uit maar gaan wel erg hoog (kwa geluid dan).
  9. Kijk dat bedoel ik nou: Efficiency (2.8 V) 93 dB Impedance 4 Ohms Dit geven ze op. Ze geven dat op bij 2,8V en 4 ohm. Ze bedoelen dus de GEVOELIGHEID en NIET het rendement (Efficiency). Die 93 dB komt neer op een efficiency van 90 dB bij 1W bij 4 ohm. Dat is nog steeds redelijk hoog en die speakers klinken idd erg mooi. Maar een juiste opgave is het niet.
  10. Idd zie je in de PA wereld veel van die XLR's gebruikt bij speakers. Eigenlijk bij gebrek aan beter (en betaalbaar). Die "Speakons" zijn er nog niet zo heel lang. Neutrik is juist met die speakons gekomen om dat gezanik met XLR's te verhelpen. Maar ach er wordt gewoon lekker door gerotzooid in PA land
  11. Makkelijk aan te sturen speakers zijn doorgaans speakers met een redelijk vlak impedantieverloop. Dus eentje die b.v. mooi rond de 5 ohm blijft kun je als makkelijk beschouwen. Heeft ie een redement van zeg 86 dB dan kun je hem goed met 50W aansturen, alleen kun je er dan niet erg hard mee spelen. Nu is het wel zo dat als je naar het werkelijke impedantieverloop kijkt veel speaker fabrikanten het begrip "makkelijk" erg ruim interpreteren. Mijn eigen VR-1'tjes staan bekend als makkelijk. Ze zijn redelijk vlak rond de 5 ohm. Maar ze vertonen een bult bij ca. 1,5 Khz van 18 ohm. Dat is dus idd makkelijk aan te sturen. Zeker met een transistorversterker. Echter op een buizen versterker met een lage dempingsfactor (zo rond de 2 a 3) gaan ze tamelijk "forward" klinken. Een impedantiecorrectienetwerkje die de bult weer naar 5 ohm vlak trekt verhelpt dat en dan klinken ze weer mooi neutraal.
  12. Pin 2 is de plus/rode draad Pin 3 is de min/zwarte draad Pin 1 sluit je niet aan. Hoewel het soms gedaan wordt om 3 pin XLR connectors te gebruiken voor speakers is het niet aan te raden als die XLR connectors voor laagsignaal niveaus in een systeem voorkomen. Sluit je een versterkeruitgang via een 3 pin XLR aan op b.v. een lijningang dan gaat het geheid stuk. Beter is dan om "Speakon" connectors te gebruiken voor de speakers.
  13. Klopt Matthias, Speaker fabrikanten geven 2 soorten "rendement" op: 1/ Het rendement: Dat is de geluidsdruk in SPL bij 1W / 1m. Dat is alleen zinnig als de impedantie van de speaker redelijk constant is over het frequentiebereik. Is dat bij een impedantie van 8 ohm opgegeven maar de curve zakt ergens naar de 4 ohm dan is het rendement bij die 4 ohm 3 dB lager en bij 2 ohm zelfs 6 dB lager. Kortom een speaker met een rendement van 90 dB bij 8 ohm die ergens naar de 2 ohm zakt heeft bij die 2 ohm nog maar een rendement van 84 dB. Zo'n speaker heeft een stevige stabiele versterker nodig. Een buizenversterker kun je dan wel vergeten. Blijft die speaker mooi rond de 8 ohm dan is een versterker met veel minder vermogen, of beter vermogens reserve, nodig. Een mooie buizenversterker komt dan wel in aanmerking. 2/ De gevoeligheid: Dat is de geluidsdruk in SPL bij 2,83 V_Rms / 1m. Hierbij doet de impedantie van de speaker er niet toe. Maar speakers met een hoge impedantie hebben dan wel een hoger rendement dan speakears met een lage impedantie. Deze definitie omzeilt de afhankelijk van de impedantie maar zegt in feite weinig over het werkelijke rendement en is daarom geliefd bij speakerfabrikanten. Sommigen presteren het om "rendement" op te geven in dB bij 2,83V Rms voor een hoog getal. Dat zegt dus helemaal niets. Beide definities worden door elkaar gebruikt maaar zijn NIET hetzelfde. Voor het beoordelen van welke versterker bij je speaker past is niet alleen het rendement van belang maar ook de grilligheid van de impedantiecurve van de speaker.
  14. Uhm Bas, de conussen moeten nog net zover uitslaan hoor bij identiek conusoppervlak voor een zelfde geluidsdruk. Het klopt wel dat grotere speakers doorgaans een hoger rendement hebben. Dat gaat overigens niet op voor "lange slag" woofers, die hebben weer een laag rendement. Speakers met een hoog rendement hebben minder energie nodig. Dat betekent dat voor de demping ook minder energie nodig is vanuit de versterker. Met name basspeakers zijn dus ook beter onder controle te houden door de versterker. Een (klein) nadeel hebben ze wel. De Fs van hoogrendement basspeakers ligt hoger dan bij speakers met een laag rendement. Maar dat is meer een probleemje voor de speakerkastenbouwer. Het valt mij ook op dat speakers met een hoog rendement bij lage volumes vrijwel altijd mooi blijven klinken. Dat is bij speakers met een laag rendement wel eens anders.
  15. Klopt, TDK UltraReflex is meestal probleemloos. Let dan wel op dat je ze hebt met de blauw-groene gevoelige laag. Die met een zilverkleurige of goudkleurige laag zijn weer minder probleemloos van TDK.
  16. Wat betreft PA versterking geldt zeer vaak: "In het land der blinden is eenoog koning" En eenoog is dan meestal ook nog slechthorend. Niet alleen het publiek heeft daar onder te lijden. Wat dacht je van de muzikanten die het met een erbarmelijke monitoring moeten stellen?
  17. Duhhh.. ? Over de gehoormatige verschillen tussen direct en indirect vehitte kathodes wil ik mij hier niet uitlaten. Dat moet ieder voor zich bepalen. Het is zowiezo appels met peren vergelijken omdat de topologie van de verschillende ontwerpen anders is en de buiskarakteristieken van de diverse buizen ook nogal verschillen. De eerste buizen waren allemaal direct verhit, men wist eenvoudig niet beter. In die tijd waren buizen batterij gevoed. Dus 50Hz De reden om indirecte verhitte kathoden te gaan gebruiken, zo ongeveer in de jaren 30 van de vorige eeuw, is om reden van efficiency en miniaturisatie. De hoeveelheid elektronen die beschikbaar is voor de stroom door de buis hangt sterk af van het oppervlak van de kathode. Een enkele dunne vehitte wolframdraad als kathode heeft niet zoveel oppervlak. Voor een beetje stroom door de buis heb je dus een flinke lange draad nodig en vermogensbuizen werden erg groot. Nu kun je die kathode erg dik maken voor meer oppervlak maar ja hoe verhit je een wolframdraadje wit gloeiend van zeg 2 mm dik en zeg 10 cm lang? Als je dat wilt doen door er stroom door te jassen heb je flink wat stroom nodig. Daarom besloot men de kathode van een dun buisje te maken en dat te verhitten met een apart inwendig verwarmingselementje. Dat buisje is meestal van nikkel bekleed met bariumoxide. Bariumoxide is n.l. een erg efficiente elektronenemitter en het hoeft niet zo heet als wolfram gestookt te worden. Alle latere miniatuurbuizen zijn daarom indirect verhit. Tegenwoordig zijn er wel weer hypermoderne direct verhitte miniatuurbuizen. Dat zijn n.l. de VFD's (Vacuum Fluorescent Displays) die als display in veel componenten en auto's zitten. Met geluidsversterking hebben ze niet zo veel te maken.
  18. Dat heet het "Frontplaat effect". Ook op professioneel ontwerpniveau, en het doet er niet toe om wat voor apparaat het gaat, wordt meestal 90% van de tijd gespendendeerd aan gediscussieer over de kleur van de knopjes en 10% aan de functionaliteit. Over de kleur kan n.l. iedereen mee lullen, over de funtionaliteit en kwaliteit niet. Al meent iedereen natuurlijk overal verstand van te hebben.
  19. Wat is eigenlijk gehoormatig het verschil tussen niet behandeld, goed behandeld en zoals Bas het (niet goed) heeft gedaan?
  20. Dat is ook maar een mening. Er zijn componisten die daar anders over denken. Tja voor de een is dat geen muziek, voor de ander weer wel. Zo blijven we aan de gang.
  21. Idd die sets bestaan Bas. Maar hoe perfect die sets ook zijn het blijft niet te vergelijken met een live concert. Bij een goed live concert is er ook zoiets als interactie tussen muziekanten en publiek. En ook de atmosfeer in een zaal als je erbij bent is onderdeel van de impact. Zo lang je dat niet kan inblikken blijft het toch een "foto". Al kan dat best een mooie foto zijn. Live gebeurt er van alles, gaat er wat fout, gebeuren er onverwachte dingen en is dus een unieke gebeurtenis die je je later alleeen nog kan herinneren (en romantiseren). Een CD kun je net zo vaak opzetten als je wilt.
×
×
  • Create New...