Jump to content

spido

Members
  • Posts

    10975
  • Joined

Everything posted by spido

  1. Ik las in de aanprijzing van dat boek: "Misschien wel mooier dan ooit?" Beter dan, destijds, de Leak Stereo 60 / Varislope 2 Stereo? Of de Radford STA 60B, bijvoorbeeld? Wie kan er teruggaan naar het verleden, om een directe vergelijking te maken? Beter dan een vergelijking tussen goed gerenoveerde vintage en hedendaags product is niet mogelijk, dunkt mij. Zo'n vergelijking zou ik met vertrouwen tegemoetzien. Overigens vraag ik me af of de genoemde moderne componenten wèrkelijk beter zijn dan hun vermaarde voorgangers. Zijn moderne polyestercondensatoren ècht beter dan de papier-in-olie condensatoren van destijds, bijvoorbeeld? In welk opzicht dan? En in welk opzicht zijn moderne weerstanden "uiterst hoogwaardig" en beter dan de draadgewonden weerstanden van toen? Wat maakt die moderne ringkerntrafo's beter dan de klassieke types van bijvoorbeeld Leak en Radford? Als nieuw en modern inderdaad beter zou zijn... waarom dan geen transistoren gekozen, in plaats van die ouderwetse buizen? En wat een onzin over "goed klinkend draad", zeg: bij wie zoiets beweert, zit er echt een draadje los. Nou, vráág ze dan gewoon waarom ze dat doen! Waarschijnlijk geven ze dan als antwoord: "Wij klinken helemaal niet!" Als het slimme schakelingen zijn, tenminste. "Meettoontjes"... wat geringschattend! Wat denigrerend en misprijzend in de richting van de oorspronkelijke ontwerpers die niét hun persoonlijke smaak (of wansmaak) lieten prevaleren; die begrepen dat ze niét de kwaliteit van hun versterkers konden bepalen via weergave van muziek naar eigen smaak en voorkeur; via naar eigen smaak en voorkeur kleurende luidsprekers; in de naar eigen smaak en voorkeur kleurende akoestiek; en bij een voor hen aangename luidheid; maar dat ze dat alleen konden via objectieve techniek en koele wetenschap. En die daarbij producten ontwierpen die na ruim een halve eeuw zowel in technisch als muzikaal opzicht nog altijd superieur zijn. Nee, ik denk dat ik het boek niet zal lezen. Ik zou het niet echt begrijpen, denk ik. En ook niet echt waarderen. Waarschijnlijk kan ik de beperkte tijd die mij nog rest beter besteden met genieten van mooie muziek, via mijn onlangs voortreffelijk gerenoveerde vintage buizenset.
  2. Old School English Loudspeakers... dat is véél meer dan alleen maar die BBC/KEF/CrackedBell monitors, toch? Voor mij is dat zelfs vrij New School, zelfs. En bijna allemaal hetzelfde kopje (lauwe, slappe) thee. Wat dacht je van de Celestion "Ditton 15 en 20", de Tannoy "Dual Concentric", de Goodmans "Triaxom" en "Magnum K", de Wharfedale "Rosedale", de Decca "Kardioid", de Mordaunt "Short", de Leak "Sandwich", de Jordan Watts "Juno" en vele, vele andere?
  3. Beste Vintage, Ongetwijfeld zijn er méér goede buizenversterkers - zeker als het om de weergave van typisch high-end demonstratiemuziekmateriaal gaat, zoals een zoetgevooisd zangeresje plus combo, met gemakkelijk aansprekende populaire c.q. jazzy muziek. Maar het zwaardere werk (opera, oratorium, laat-romantische symfonieën e.d.) wordt tegenwoordig nergens meer gedemonstreerd. Ook de Van der Veen versterker heb ik nog nooit aan het zware werk kunnen beluisteren. Van der Veen en andere hedendaagse ontwerpers van buizenversterkers hebben - naar eigen overtuiging en inzicht - vast wel goede technische argumenten om het allemaal heel anders aan te pakken dan Leak in de jaren '60. Ik vraag me echter af waarom die goede technische argumenten dan niet resulteerden in versterkers met betere meetcijfers op het gebied van vervorming en demping, bijvoorbeeld. Ik neem de vrijheid van de leek, de amateur, om te stellen dat betere apparatuur altijd meer lineair is in het hoorbare gebied en minder vervormt. In deze dagen, waarin de persoonlijke (wan)smaak regeert, is dat een revolutionair idee. Maar ik stel vast dat de beste luidsprekers, de beste pick-up elementen, de beste microfoons en de beste versterkers, bijvoorbeeld, hartstikke "recht" en vrijwel vervormingsvrij zijn. Andere aspecten (fasereinheid, geen of weinig na-ijling of andere resonanties e.d.) kùnnen een rol spelen. Maar die "rechtheid" en vervormingsvrijheid zijn er sowieso. Er zijn lieden geweest, veel deskundiger dan ik, die stelden dat àlle fouten van apparatuur konden worden vastgesteld via de simpele, twee-dimensionale frequentie/amplitude verhouding en de vervormingscijfers. Natuurlijk was dat in de dagen waarin de persoonlijke (wan)smaak nog niét toonaangevend was...
  4. spido

    Toonarm Printen

    Beste Carl, Een "kalof-ski"? Is dat iets voor de wintersport? Of bedoel je wellicht de Kalashnikov (AK-47)? Kijk maar uit hoor, je print zomaar iets verkeerds...
  5. Beste Vintage, In de gouden dagen van de buizenversterkers werden bij voorkeur luidsprekers met een wat hogere impedantie gebruikt: nominaal zo'n 15-16Ω. Zo kon vermoedelijk een eerdere ("kortere") aftakking gebruikt worden van de secundaire wikkeling en werd er minder koperdraad gebruikt? De automatische tekstcorrectie verandert "laagohmig" steeds in "laagvormig". Heel lastig! Soms ontgaat mij dat. Van "cinch" maakt hij ook altijd "clinch". En méér van dat soort dingen, dusss..! Heeft jouw versterker aansluitingen voor 8 en 5Ω? Ik meen dat op te kunnen maken uit het artikel van Dick van der Merwe ("TriodeDick"). De Van der Veen UL40-S2P versterker klinkt weliswaar prachtig en precies, maar eigenlijk lijkt me de meetbare vervorming van de versterker toch wat aan de hoge kant: althans, in vergelijking met m'n oude Leak Stereo 60 (0,1% bij 25W!): De vervorming is voor een buisversterker netjes: 0,13 en 0,18 % bij 1 watt in resp. 8 en 4 Ohm belastingen. Bekijken we het FFT plaatje dan toont dat wat grillig. Hieraan is te zien dat er geen smoorspoel in de voeding gebruikt wordt. De nu verkrijgbare optionele e-chokes waren het moment dat deze versterker bij mij in huis was nog niet voor handen. De 50 en 100 Hz pieken liggen op resp. -89 en -72 dB, wat overigens nog niet eens zo gek is. De vele harmonischen die te zien zijn worden deels door deze twee pieken veroorzaakt. De waardes zijn echter laag genoeg om de versterker voldoende bromarm te mogen noemen. Ook het harmonisch spectrum boven 1 kHz is wat grilliger door de onrustige ruisvloer. De tweede, derde en vierde harmonischen van het 1 kHz meetsignaal zijn te zien op -61, -79 en -90 dB, gemeten bij 1 watt in een 8 Ohm belastingweerstand. Een mooie aflopende reeks. (...) http://www.audio-creative.nl/hifi/vanderveen-ul40-s2p-en-mcml05-eind-en-voorversterker/6/
  6. Beste Vintage, Is het bij gebruik van (nom.) 4Ω luidsprekers niet vooral van belang dat er eindtrafo's worden gebruikt met een aftakking voor zulke "laagohmige" speakers? http://nl.wikipedia.org/wiki/Buizenversterker
  7. spido

    Brinkmann Edison

    Met Pjotr ben ik van mening dat voor de ervaring van kwaliteit van zang - en ook de weergave van zang - de omvang van de dynamiek niet essentieel is. Maar de realiteit bestaat uit kwaliteit èn kwantiteit. En dynamiek is kwantiteit: amplitude, dus. Al in de vroege jaren zestig bleek mij dat heel veel apparatuur best wel aardig scoort bij simpel materiaal met een beperkte dynamiek, maar beschamend door de mand valt bij dynamischer materiaal van meer complexe aard. (When the goin' gets tough...) Bij mijn laatste bezoeken aan hifi-beurzen e.d. hoorde ik veel "gemakkelijke" opnamen: Norah Jones, Patricia Barber en dat soort meisjes, met een beschaafde jazzcombo er achter. Geen dramatische, romantische klassieke werken met complexe melodielijnen en een natuurlijke orkestdynamiek die ver boven de 100 dB reikt... en waar vocalisten dan zelfs nog overhéén moeten zingen. Dat hoorde men vroeger nog wèl bij demonstraties. Het maakte de keuze toen veel gemakkelijker: voor mij, althans.
  8. spido

    Toonarm Printen

    ...of een avontuurlijke roodharige vriendin / minnares (v) met een paar snoezige sproetjes bij haar neusje en met een mooi figuurtje... (Trouw, lief, aanhankelijk. Geen zeurtype.) Kan dat óók?
  9. spido

    Brinkmann Edison

    Beste Pjotr, Het ging niet over articulatie of zangles, maar over dynamiek bij zang. Over phones en over decibellen, dus.
  10. spido

    Brinkmann Edison

    Voor nadere uitleg leze men http://www.technicalaudio.com/pdf/Audio_magazine_issues_articles/Harry%20F.%20Olson%20-%20The%20Measurement%20of%20Loudness.pdf http://en.wikipedia.org/wiki/Human_voice
  11. spido

    Brinkmann Edison

    Beste Petwin, Dit lijkt me een innerlijke tegenspraak. http://bartus.org/akustyk/speech.php N.B. Bij zang kan de dynamiek veel groter zijn dan bij spraak: dit is afhankelijk van diverse factoren (de één heeft van nature een luidere stem dan de ander, de ademsteun / gebruik van natuurlijke resonanties / geschooldheid in het algemeen, akoestische condities (koppeling).
  12. spido

    Brinkmann Edison

    Beste Pjotr, In het begin van de jaren vijftig was er tenminste één ontwerper, die begreep dat je maar beter kunt weglaten en niét versterken wat tòch niet kan worden gehoord, en alleen maar narigheid kan opleveren... (Supersonische (naald)resonanties zijn en waren er overigens ook altijd al bij andere types elementen dan MC.) http://www.44bx.com/leak/varislope1.html
  13. Beste Plaatjesdraaier, Bij klassiek werk is er aan het slot vaak nogal wat kabaal. Bij een LP is dat dus dicht bij het etiket. Om de aftasting ook daar optimaal te houden, paste bij voorbeeld Deutsche Grammophon Gesellschaft een audiofiele, maar niet erg economische techniek toe: http://nl.wikipedia.org/wiki/Langspeelplaat
  14. Beste Pjotr, Dwarsdrukcompensatie: opnieuw een item waarmee tangentialisten schermen, maar waarvan de hoorbare effecten - tijdens het genieten van muziek - discutabel zijn! De lange studiopoken die bij de eerste SPU's, EMT Tondoses, Decca "London" e.a. elementen werden gebruikt, hadden zo'n voorziening nog niet. Eigenlijk werd dwarsdrukcompensatie pas een "must" toen elementen met een hogere compliantie op de markt verschenen, vaak met elliptische of nog scherpere naald, die een lichtere arm en een geringere naaldkracht eisten. Vaak was die voorziening aanvankelijk optioneel: een draadje met een gewichtje er aan bungelend, dat de arm met een constante kracht (en weerstand!) naar buiten trok. Later kwamen er slimmere oplossingen met trekveertjes of magneetjes, die geen wrijvingsweerstand leverden. Toch zijn veel gebruikers van lange, zware armen met laag-compliante elementen van oordeel dat bij de navenante naaldkracht van zo'n drie à vijf gram dwarsdrukcompensatie helemaal niet hoorbaar en dus ook niet nodig is. (N.B. Spido zelf behoort niet tot dezulken.)
  15. Beste Pjotr, Ad A. Niemand heeft toch beweerd dat "fouthoek" niet bestaat? Ik beweerde alleen dat nog nooit iemand er last van had, tijdens het luisteren naar muziek. En Mumsoft vraagt zich alleen af of dat juist is, of niet. Ad B. Is massa-toename in alle gevallen een nadeel? Hangt dat niet af van de compliantie van het element? Kan een langere arm niet zeer stijf zijn (bijvoorbeeld indien gemaakt van - of mèt - langvezelig carbon)? Kan bij een langere arm geen effectieve resonantiedemping worden toegepast, bij voorbeeld met behulp van een met polymeer gevulde spleet?* Of door de arm een dempend jasje te geven? Ad absurdum gevoerd, maar daardoor wellicht verhelderend: De ideale arm is eindeloos stijf, heeft een oneindig grote massa (zodat niet de arm beweegt met de groefmodulaties, doch alléén de naald met cantilever), is zowel horizontaal als verticaal statisch en dynamisch perfect in balans en heeft geen wrijving in de lagers. Oorspronkelijk had ik ook "eindeloos lang" in mijn opsomming gezet. Maar dat heb ik er weer uit gehaald. Want fouthoek hoor je niet: vooral niet wanneer je een heel goede zware / middelzware arm gebruikt met een heel goed (laag-compliant) MC-element. De door jou genoemde optimum lengte van 10 à 12 inch onderschrijf ik overigens. Bij die lengten zijn uitstekende resultaten bereikt. Bovendien blijven de draaitafels zo redelijk compact van omvang. * https://www.henleydesigns.co.uk/ui/support/support-product-details.aspx?ProductID=882
  16. Beste Arden, Diezelfde voetballende filosoof volgend, heeft ieder voordeel zijn eigen nadeel. De draaitafel lijkt me overigens een prima ding, maar die tussenwielaandrijving komt me als een overbodige optie voor. Het plateau zal vermoedelijk een zodanige massa hebben, dat het voldoende vliegwielwerking heeft om ook bij snaaraandrijving volstrekt stabiel te draaien.
  17. Soms treft men vroege LP's (eind jaren '40 - begin jaren '50) aan, waarop is aangegeven wèlke pre-RIAA laagcompensatie moest worden toegepast via de voorversterker. Elk platenmerk had daar toen nog zijn eigen ideeën over. Dàt waren nog eens de dagen!
  18. Nee, bij de TD124 heb je de nadelen van beide systemen steeds gecombineerd. Bij de nieuwe Reed kun je kennelijk kiezen voor de nadelen van het ene òf het andere systeem.
  19. De antieke buizencombinatie die ik de laatste tijd veel gebruik (Leak Varislope II Stereo / Stereo 60) is ongetwijfeld niet exemplarisch voor àlle buizenversterkercombinaties. Maar ik heb deze combi goed kunnen vergelijken met andere (transistor) versterkers c.q. combinaties. Die laatsten hadden vaak veel meer vermogensreserve en ook een veel hogere dempingsfactor: twee dingen die ik tot voor kort nog heel belangrijk achtte. Tot mijn verrassing bleek de buizencombinatie beter, preciezer (details) en overtuigender te presteren dan de transistorversterkers: ook in het laag. Daarbij speelt ongetwijfeld mee, dat voor de allerlaagste frequenties het gehoor niet erg kritisch is, en dat de details van bastonen worden gevormd door hogere frequenties.
  20. Beste Kappa, Ad A: De stijfheid van de lucht vormt een verbinding. Via lucht kunnen trillingen worden overgedragen. Bij een vacuüm zou dat anders zijn. Ad B: Ja, ja, duurder is beter, hè? Maar de juiste element/arm combinatie is het geheim van de smid! Een goede budget-klasse combinatie presteert beter dan een mismatch van superklasse componenten. De voordelen van tangentiële armen zijn puur theoretisch. Niemand heeft ooit bij het beluisteren van muziek last gehad van fouthoek. En de beste elementen (MC-types met een vrij lage compliantie) presteren het best in combinatie met een goede zware / middelzware arm. Klassiek voorbeeld: SME 3012 met Ortofon SPU.
  21. spido

    Brinkmann Edison

    Beste Hans, Misschien is het wel zo, dat het de opnamen waren, die scherp klonken... De verloedering en pervertering van de opnametechniek (van natuurlijke, akoestische opnamen naar kunstmatige stereo met nabehandeling) coïncideerde immers met de digitalisering. We moeten de zonden van de één niet toeschrijven aan de ander. Wellicht kun je nieuwe apparatuur het best beoordelen met goede, oude opnamen. Onlangs nog, bij Audio21, liet Harry Belafonte (Carnegie Hall Concert 1959) nog héél duidelijk het verschil in natuurlijkheid horen tussen een paar high-end sets...)
  22. Hier werd ik bijvoorbeeld een beetje misselijk van... ("Swing" van Bert Doppenberg / BD Design)
  23. Het lijkt mij dat er geen enkel element bestaat dat de kwaliteiten van een tangentiële arm aan het licht kan brengen. De beste elementen zijn immers MC-types met een vrij lage compliantie, die het best tot hun recht komen in goede armen (stabiliteit, lagerwrijving, resonantiedemping etc.) met een vrij hoge massa. Klassiek voorbeeld: SME 3012 arm met Ortofon SPU element.
×
×
  • Create New...