-
Posts
10975 -
Joined
Everything posted by spido
-
Beste Vintage, Hoe is het dan te verklaren dat moderne buizenversterkers (zonder of met slechts geringe terugkoppeling) méér of zelfs véél meer vervormen dan die oude buizenversterkers (met veel negatieve feedback)?
-
Beste KT88, In tegenstelling tot wat jij stelt, zijn er in het Gouden Tijdperk buizenversterkers met uitgangangstransformatoren geproduceerd, die - juist dank zij ver doorgevoerde maar goed geproportioneerde tegenkoppeling - een hoog vermogen per kanaal konden leveren bij zeer lage vervorming. Daarbij werden bovendien nog goede dempingsfactoren bereikt. Een mooi voorbeeld hiervan waren de Stereo 50 en Stereo 60 van Leak: respectievelijk 2x20W en 2x25W bij max. 0,1% vervorming en dempingsfactor 30. (Onbekend bij welke externe weerstand, overigens.) Wat OTL (OutputTransformerLess) betreft: dat is nooit een erg groot succes geworden, hè? Philips heeft destijds een paar modellen geprobeerd - ondermeer "Bi-Ampli" salontafelradio's - maar dat was meer vanwege prijs- en gewichtsbesparing dan omwille kwaliteitswinst. Ze brachten voor die "Eisenlose Endstufen" speciale 600Ω luidsprekers op de markt, die helaas niet best klonken. Bruno Putzeys, overigens, gaat mijn bevattingsvermogen verre te boven. Met ademloze bewondering volg ik van grote intellectuele afstand zijn avonturen met Grimm, Hypex, DSP en AD/DA converters. En ik heb zijn resultaten goed kunnen beluisteren. Naar aanleiding daarvan nam mijn bewondering voor de resultaten van het Gouden Tijdperk alleen maar toe.
-
Julie Felix: "I Read It in the Daily News" (David Frost Report, BBC)
-
Beste Vintage, Soms lijkt het wel alsof je op minstens twee gedachten hinkelt. De ene keer ben je onder de indruk van grote vermogens, en de andere keer wijs je er op dat de eerste watt vooral van belang is, en dat groot vermogen geen garantie biedt voor de meest verfijnde weergavekwaliteit. Ik moest hierdoor denken aan een populaire geïntegreerde transistorversterker van destijds: de Mission Cyrus One. Hij werd na enkele jaren opgevolgd door een aanmerkelijk krachtiger model: inderdaad, de Cyrus Two. Met separate voedingsmodule et all. Prima meetcijfers, dat wel. Maar dat zwaardere model heeft bij muzikale mensen nooit het enthousiasme van zijn voorganger kunnen wekken...
-
Moest je niet eerst eens gaan meten?
-
Beste Vintage, Uit deze zin begrijp ik dat je twee doelstellingen nastreeft: geringe vervorming èn geringe terugkoppeling. Dat verbaast me. Vervorming kun je immers horen: het bederft de kwaliteit van de weergave. Terugkoppeling kun je daarentegen níet horen: die dient alleen om de vervorming te verminderen. (Tenzij je die terugkoppeling overdrijft en de schakeling instabiel wordt, zo begrijp ik uit de literatuur uit het Gouden High Fidelity tijdperk. Maar dat dééd men dus ook heel zorgvuldig níet, in dat Gouden Tijdperk!)
-
Beste Mumsoft, Nog erger: frequentie en amplitude. Deze twee.
-
Beste Mumsoft, Eh... minder spanning (voltage, potentiaalverschillen), naar ik begreep toen het mij ooit werd uitgelegd.
-
Een belangrijk probleem met audio is de grote waarschijnlijkheid van verkeerde combinaties met - op zichzelf beschouwd - heel goede componenten. Niet elk goed element combineert optimaal met elke goede toonarm. Niet elke goede phono (MC) voorversterker combineert optimaal met elk goed (MC) element. Enzovoorts... Misschien moeten we allemaal méér en méér letten op optimale combinaties.
-
Beste Vintage, Wat heerlijk dat de combinatie van jouw Van der Veen buizenversterker (maar ìs het eigenlijk nog wel een Van der Veen buizenversterker??) met The Perfect Performer "SoundStone 2x16.5" luidsprekers jou (en je vrouw) nog steeds zo goed bevalt! Je bent, begrijp ik, inmiddels wel tot het uiterste gegaan: een dempingsfactor van 1 wordt inderdaad door alle speakerologen als èrg laag beschouwd! Bij andere luidsprekers zou de basluidspreker al gauw op hol slaan, vermoed ik. Bij jouw speakers zijn de afstemming en resonantiedemping weliswaar optimaal, maar vanzelfsprekend is ook bij hen voldoende controle over (c.q. elektrische demping van) de uitslingering van de conussen vereist. Zelfs de SoundStone 2x16.5 is een grofstoffelijk massa-veersysteem dat in bedwang moet worden gehouden. Je opmerking "Een van de grote voordelen van een hoog rendement luidspreker dat de dempingsfactor van de versterker laag kan zijn" begrijp ik daarom niet. Het voordeel van een grotere vermogensafgifte bij gelijke input zie ik daarentegen wêl, maar ik vermoed dat de VdV ruim voldoende vermogen kan leveren voor het luisteren op realistisch geluidsniveau bij gebruik van luidsprekers met een rendement van bijvoorbeeld 90dB/1W/1m. Omdat de dempingsfactor (nominale luidsprekerimpedantie : inwendige weerstand van versterkeruitgang) bij buizenversterkers zo hoog mogelijk te houden, en daarmee de vervorming zo gering mogelijk, was destijds een luidsprekerimpedantie van 16Ω normaal. Wellicht zou het een idee zijn om - bij wijze van experiment - de parallelschakeling van de bas/middentoners van jouw 2x16.5 speakers te veranderen in een serieschakeling? Het rendement zou er niet door veranderen: alleen (in theorie) de impedantie. Die zou dan op de klassieke 16Ω komen, en de demping zou (alweer in theorie) aanzienlijk toenemen. Overigens heel jammer, dat we jouw moderne VdV buizenversterker nu niet gehoormatig kunnen vergelijken met onze oude (maar door jou zelf prachtig gerenoveerde) Leak! We hadden graag gehoord waartoe de VdV in staat was, in samenwerking met de SoundStone 30 vierwegluidsprekers. Wellicht had het jou zelf ook verrast. Maar misschien mogen we voor een dergelijk avontuur dan de heer Goodtube polsen? P.S. De goede heer Breem (wie kent hem nog?) heeft een interessant stuk van zijn belangwekkende site gewijd aan de Luidsprekerdemping. Daarin schrijft hij over de dempingsfactor ondermeer: http://www.breem.nl/fldtechniek/pgdemping.htm Ik vermoed dat je het aardig met hem eens zou kunnen zijn.
-
Neem vooral een LCR-metertje mee naar die kabeldag: Als je van een kabel de inductie, de capaciteit en de weerstand weet, dan weet je àlles van die kabel!
-
Prijs? MC of MD? Er zijn zo veel mogelijkheden..! In elk geval zou je een niet àl te compliant element moeten kiezen, dunkt me, dat een naalddruk vraagt van 1,7 p of meer. De Denon DL-103 zou m.i. een prima keus kunnen zijn, bijvoorbeeld.
-
Deze, dus? Het lijkt mij gemakkelijker hem àf te kalefateren dan òp te kalefateren! Prima ding, lijkt me - als-ie 't nog dóet. Hoogstens een controle/servicebeurt laten geven.
-
Beste Arden, Je bedoelt: zo lang Eddie Driessen leeft? (Hij leve lang!)
-
Zou zo iemand niet beter af zijn met een ruimer huis - en navenant gunstiger akoestiek - en een minder dure* set? * "Minder dure" hoeft overigens niet te betekenen: "minder goede"!
-
When the goin' gets tough... the tough get goin'!
-
Héél goed! (De beste kennis is al lang gewéést.. .)
- 312 replies
-
- Draaitafels
- Motorsturing
- (and 7 more)
-
(...) Having been some days in preparation a splendid time is guaranteed for all! (...)
-
KF laat u groeten! Hij is beschikbaar na 12 oktober, met uitzondering van zaterdag 1 november. Van hem mag het ook op een dag in de week. Hoeveel soep moet hij koken?
-
Beste Vintage, Die mooie buizenversterker van jou zal ook met mijn grote luidsprekers (PP SoundStone 30, vierwegsysteem) geen enkel probleem hebben, denk ik. Het rendement is een paar deebee per watt minder dan bij jouw luidsprekers, maar met 90 dB/1W/1m is het vast wel voldoende. Er is nauwelijks reactiviteit van het filter (eerste orde) en het laag is lineair afgestemd. Ik zou het even met Klaas moeten afstemmen, maar een vergelijking tussen moderne VdV en antieke Leak zou te Appelscha best kunnen plaatsvinden, als je wilt (c.q. durft). Er zijn daar ook "lichtere" speakers aanwezig (SoundStone 20, 16.5, 13.5 m.n.), maar om de kwaliteitsverschillen tussen de versterkers bloot te leggen, komen de meest perfecte van de perfecte speakers in aanmerking...
-
Beste Hans, Natuurlijk kun je met Helmholtz-resonatoren wèl stukken uit de laagweergave wegsnijden! Net zoals je dat met een equalizer kunt doen. Dan zijn die frequenties (en de frequenties bij hen in de buurt) echter niet alleen verloren op de plekken in de luisterruimte waar je er mogelijk last van had (de buiken, met pieken van vele dB's - afhankelijk van axiale, tangentiële en oblique coïncidenties*), maar ook in alle andere delen van de ruimte. Weg is weg. Je opmerking over de "langere galm dan wenselijk is" bij "oudere opnamen in kerken en concertzalen" verbaast mij. Maar ik ben dan ook een liefhebber van werkelijkheidsweergave. Vermoedelijk bereik jij je ideaal van een continu aanpasbare akoestiek nog het meest met twee (of meer) verrijdbare dempingspanelen, die je in allerlei hoeken en op in allerlei afstanden bij je luisterplaats kunt zetten.** * http://www.geluidforum.nl/viewtopic.php?t=1091 ** http://www.architonic.com/pmpro/freestanding-panels-sound-absorption-room-acoustics-interior-construction/3247221/2/2/1
-
Beste Thingman, Hoe zou men een geluidsgolf kunnen verstrooien in de tijd? (Wat sommigen verstaan onder "diffusie" is immers niets anders dan een combinatie van demping, deflectie / diffractie en de daardoor veroorzaakte interferenties?)
-
Beste Jongensdroom Ja, de nagalmtijd is van belang. Lang heeft men zelfs, in het denkspoor van de heer Sabine, gemeend dat de nagalmtijd het énige aspect van belang is. Maar sinds wij watervaldiagrammen kennen (cumulative decay spectrums n.a.v. Fast Fourier Transform), weten wij dat een gelijkmatig uitsterfpatroon van het frequentiespectrum (geen ernstige pieken/ruggen en dalen/troggen) van groot belang is.
-
De KEF Cresta's zijn flink opgeknapt en weer terug naar hun eigenaar. Hij is erg tevreden met het resultaat. Het oude fineer (44-jaar) van de Cresta's was hier en daar flink beschadigd. Ik herstelde het met plamuur, tone-up pencil voor meubilair (diverse bruine kleurtjes) en bijenwas. De oude filtertjes werden vervangen door een één elements (eerste orde) low-pass filter voor de B110 (een Monacor LSIP-22/1; 0,22mH; 1,0mm2; 150W RMS) en een drie elements (derde orde) high-pass filter voor de T27 (twee Mundorf "Audiophile" MKP's van 4,7µF, plus het originele KEF ferrietkernspoeltje van 0,23mH.) Eerst probeerde ik nog uit, hoe de Cresta reageerde op simpeler filtering: géén low-pass voor de B110 (vanwege de veronderstelde goede natural roll-off) en een enkele MKP voor de T27 (vanwege de opgegeven lage resonantiefrequentie van ca. 900Hz). Maar de roll-off van de B110 bleek niet zo mooi als verondersteld, en de T27 verzette zich krijsend tegen flinke akoestische belasting. Met de uiteindelijke filtering volgde ik in feite het oorspronkelijke schema van KEF. De eigenaar is ook bezitter van een paar The Perfect Performer 16.5 luidsprekertjes. Voor het demonstreren van de bereikte kwaliteit werden de Cresta's daarom bovenop een paar van diezelfde speakers gezet. Door het omschakelen met de "Main LS" en "Remote LS" toetsen van een Leak "Stereo 70" versterker konden snel gehoormatige vergelijkingen worden gemaakt. Bij bescheiden geluidsniveau klonken de Cresta's heel behoorlijk. Weliswaar was de basweergave zeer teruggehouden en liep die ook niet diep door, maar hij was wel zo goed van kwaliteit (precisie) dat basloopjes prima te volgen waren. Ondanks de verbeterde filtering lieten de Cresta's echter bij hogere belasting weer hun natuurlijke & onvermijdelijke beperkingen horen. Complexe muziek kreeg al gauw een glazige hardheid (vervorming) en het hele klankkarakter werd benauwd, amechtig, opgestopt. Ik herinnerde me tijdens dit luisteren opeens weer heel goed waarom ik zèlf zo'n 34 jaar geleden besloot deze geheel gesloten "drukkamer" speakertjes niét te kopen. Maar toch: als je ze niet te luid laat spelen, kun je van zulke antieke Cresta's nog genoeg plezier beleven.