-
Posts
10975 -
Joined
Everything posted by spido
-
Terwijl de kleine geesten hier bezig waren met ruziezoeken, ben ik met kabelsteunen aan het experimenteren geweest. Wat ik reeds vermoedde, bleek waar te zijn! (Zo gaat dat meestal, nietwaar: wie zoekt, die vindt!) En dat houdt in dat kabelsteunen wel degelijk invloed hebben op het geluid. Dit hangt samen met het microfonie-effect, en dus met de zelfinductie van de kabel. Verder bleek, dat het aantal kabelsteunen per meter - en dus de onderlinge afstanden tussen de kabelsteunen - een belangrijke rol speelde op het gebied van kabelresonanties. Elke kabelsteun veroorzaakt een knoop, terwijl precies tussen elke twee kabelsteunen een buik van een resonantiefrequentie ontstaat. Alle kabelresonanties werken ook nog op elkaar in (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, worteltrekken, haakjes...). Hoe meer kabelsteunen er worden toegepast, hoe hoger de frequenties van de eigenresonanties worden, en hoe lager de Q's ervan. Hoe hoger de resonantiefrequenties, en hoe lager de Q's, hoe beter. Het is dus het beste, om een aaneengesloten viaduct van kabelsteunen toe te passen. Zo'n viaduct kun je zelf gemakkelijk fabriceren door een balk op de vloer te lijmen, en daar de kabel op te leggen. Z
-
Beste Jeroen, Nu draaien de SS30's dus met derde orde filter low-pass op ca. 275 Hz, en de middentoner komt in via een eerste orde high-pass filter: een 100
-
Beste Jacco, Je conclusie is juist: bewijs van het al of niet optreden van cancellation of wegvallen van fasetegenstellingen in het boventonengebied door onderlinge uitdoving kan ik moeilijk leveren. Wat ik meet zijn immers de eindprodukten van veel factoren die allemaal op de fasehuishouding inwerken. Sommige factoren hebben een lineair karakter (looptijd- en stijgtijdverschillen), maar andere zijn rotatief en dus afhankelijk van de frequentie. Aan de andere kant: het zal ongetwijfeld voorkomen dat bijvoorbeeld een ongewenst faseverschil dat door het wisselfilter is veroorzaakt, wordt gecompenseerd door een looptijdverschil. Maar dat gunstige effect treedt dan slechts incidenteel, m.a.w. alleen bij bepaalde frequenties, op. In feite werd van dit effect gebruik gemaakt bij de "fasereine" luidsprekerontwerpen in de jaren 70, waarbij gepoogd werd door verspringende baffles de "akoestische centra" van de luidsprekerunits op
-
Beste Jacco, Denk je dan dat zulke compensaties werkelijk optreden? En denk je dat de compensatie die heilzaam uitpakt bij bijv. 2000 Hz ook goed werk levert bij bijv. 2300 Hz? Ik kan me dat niet voorstellen! "Two wrongs can't make one good," zegt het Oud Chinese spreekwoord. Bij de units en systemen die ik test ben ik zulke zelfcompensaties niet tegengekomen. Daar worden faseverschillen veroorzaakt door wisselfilters (inducties, capaciteiten), looptijdverschillen, uiteenlopende stijgtijden e.d., en die pakken nooit gunstig uit. Het is de kunst om faseverschillen tussen grondtonen en de eerste paar harmonischen zoveel mogelijk te voorkomen: als faserotaties bij full-range systemen dan toch onvermijdelijk zijn, verban ze dan maar zo veel mogelijk uit het vocale bereik.
-
Beste Headshell, Ruisbursts met een flinke amplitude geven de beste diagnose ten aanzien van massatraagheid bij bewegende lichamen zoals luidsprekermembranen en pick-up naalden / cantilevers. Bij luidsprekermetingen moet je dan natuurlijk wel de massatraagheid van de meetmicrofoon verdisconteren. Bij te grote massatraagheid zie je dan de verschijnselen die jij ook al bij blokgolven waarnam op een nog overtuigender wijze: bij de start niet meteen de volle amplitude halen (schuine flank), dan overshoot (als-ie eenmaal op stoot is, dan is-ie even niet meer onder controle), en na de burst blijft hij nog even natrillen. Massatraagheidsproblemen (waarin aspecten als rise time, slewrate, stored energy en delayed resonance hun respectieve rollen spelen) zijn de grootste vervuilers van de weergave. Vanzelfsprekend zijn de blokgolfflanken bij een (ten aanzien van de te verwerken frequenties) "licht" en "snel" systeem gunstig steil: zulke transducers hebben ook minder moeite met de hogere harmonischen dan "zwaardere", "tragere" collega's. Verlies echter niet uit het oog dat bijvoorbeeld duizend hertz altijd duizend hertz blijft: of die nu door een "snelle" of door een "trage" transducer wordt verwerkt. Blokgolven zijn vooral geschikt om na te gaan of er fasedraaiingen optreden, die het muzieksignaal aantasten. Zulke fasedraaiingen worden veroorzaakt door capaciteiten en/of inducties. Ze veranderen de "klankkleur" van stemmen en instrumenten. Dat is natuurlijk schandalig! Maar veel mensen vinden massatraagheidsproblemen - en dan vooral de vertraagde resonanties - veel hinderlijker. Transducers die weinig last hebben van vertraagde resonanties klinken altijd overtuigend, zelfs wanneer ze liegen alsof het gedrukt staat. (Bijvoorbeeld wanneer ze een klarinet als een saxofoon laten klinken, als gevolg van fasefouten.) Bij draaitafels treden arm/elementresonanties op in het basgebied: m.n. in het onhoorbare (suprasone) gebied. In het verwerken en versterken van ongefilterde rumble en de daardoor aangestoten armresonanties wordt veel vermogen gestoken dat beter voor echte muziek kon worden gebruikt. Deze lage resonanties zullen in de blokgolven zichtbaar zijn, als de grondfrequentie laag genoeg gekozen wordt. Aan de ander kant van het spectrum is er een felle oscillatie bij 40 kHz (vooral bij droog afspelen), die de blokgolven met een hogere grondfrequentie ongunstig zal be
-
Beste Ravon, De aarde is niet rond geworden door het ongeloof van sommige mensen. En hij was voordien niet altijd plat geweest door het geloof van andere mensen. Alle mensen - gelovigen
-
Zou de aarde platter worden doordat er mensen als Ravon op rondlopen??
-
Beste Headshell, Ergens in het topic over Erik Klijnsmits "Betonnix" luidsprekers staat een uitleg over blokgolven, die afkomstig is uit een manual (gebruiksaanwijzing) van een TRIO oscilloscoop. Ik raad je sterk aan die uitleg goed door te lezen. Ravon heeft wel gelijk: je weet kennelijk inderdaad niet wat blokgolven zijn. Je weet wel hoe ze er uitzien, en daardoor meen je nu dat het afwisselend stukjes positief en negatief geluid zijn. Of misschien zelfs wel afwisselend geluid en stilte. Dat laatstgenoemde testsignaal (afwisselend geluid en stilte) bestaat inderdaad, en wordt ook gebruikt om impulsverwerking te testen. Het bevat "stootjes" ruis, en wordt daarom "noise bursts" genoemd. Maar dat is heel wat anders dan blokgolven. Blokgolven kun je goed vergelijken met gewone sinusgolven. Je moet een heleboel sinussen achter elkaar horen om een toon te kunnen waarnemen. En zo moet je ook een heleboel blokgolven achter elkaar horen om een toon (met een andere klank dan die van de sinus) te kunnen waarnemen. De vorm van een blokgolf ontstaat doordat er veel oneven harmonischen aan de grondtoon (de oorspronkelijke sinustoon) worden toegevoegd. Hoe meer van die hogere harmonischen, hoe steiler de flanken van de blokgolf worden. (Ravon heeft dat inmiddels ook begrepen - zie zijn bijdrage op pag. 6 van dit topic. Maar dat heeft ook een hele tijd geduurd, hoor! Hij verwarde blokgolven heel lang met zoiets als afwisselend positieve en negatieve gelijkstroompulsen... Wees dus maar gerust: iedereen die het TRIO-verhaal leest, kan het snappen.) Wat dynamiek betreft: Dynamiek is een effectief dramatisch expressiemiddel. Componisten schrijven niet voor niets hun respectieve ppp-tjes en fff-jes op de partituur. Maar dan moet die dynamiek wel goed worden toegepast. Zowel in de uitvoering als in de weergave. Kwaliteit is de duidelijkheid van de weergave. Dynamiek is de luidheid (eigenlijk de verhouding tussen luid en zacht) ervan. Als beide goed zijn, duidelijkheid en luidheid, oftewel kwaliteit en kwantiteit, bereik je de allerhoogste echtheid. High-fidelity, dus. Vergelijk het met een zanger of toneelspeler: iemand met een duidelijke uitspraak hoeft niet te schreeuwen om verstaanbaar te zijn. En een brabbelaar wordt alleen nog maar onduidelijker als hij gaat brullen. Goede kwaliteit (duidelijkheid) van het geluid is dus heel belangrijk. Realistische kwantiteit (luidheid: hard en zacht) is ook belangrijk voor de "echtheid", maar mag niet ten koste gaan van de kwaliteit. De praktijk leert dat het bij goede installaties niet absoluut noodzakelijk is de muziek met realistische luidheid (dus op symfonie-orkest- of popconcertniveau) weer te geven, om toch met plezier (of ontroering) te kunnen luisteren. (Maar... ik geef toe dat ik zelf graag zonder dynamische beperkingen luister. Vrijstaand huis op 't Friese platteland, h
-
Beste Spido Vaak ontbreken er haartjes, maar ze zijn ook vaak beschadigd en daardoor minder gevoelig geworden. Door het volume dan te verhogen in dat gebied, compenseer je het weer een beetje. Als je op een equalizer, de 1 KHZ potmeter hoger instelt dan speelt dat gebied wat luider en hoor je weer iets meer in dat gebied. Als de receptoren ontbreken dan heeft het inderdaad weinig zin. Waar niets is kun je niets aanbieden. Groeten Edwin Beste Edwin, Als jij het zegt, dan zal het wel zo zijn! Ik moet dan tenminste
-
Beste Edwin, Stel dat een muzikant inderdaad middentoondoof is... dan luistert hij toch met dezelfde handicap naar live muziek
-
Oud Chinees spreekwoord: De snoek is de laatste die het water ontdekt...
-
De reacties op het verhaal van Bas tonen aan dat audiofielen zoeken naar weergave van een werkelijkheid... die zij helemaal niet kennen! Gisteravond nog een luistersessie meegemaakt waarbij
-
Beste Snarf, Zelfs wanneer een muzikant voor 80% doof is, a. is zijn muzikaal gehoor nog altijd beter dan dat van de meeste audiofielen. b. weet hij nog altijd beter waar hij op moet letten dan de meeste audiofielen. c. is zijn muzikaal gehoor nog altijd beter dan dat van alle audiofielen bij elkaar. d. weet hij nog altijd beter waar hij op moet letten dan alle audiofielen bij elkaar. Kruis het juiste antwoord aan en stuur uw oplossing naar Spido@hear.nl. Onder de goede inzenders wordt een gratis luistersessie PP met ballensoep verloot!
-
Beste Hans, MC is ouder dan MM! En de beste elementen van 1974 werden nog niet genoemd: de SPU- en SL-types van Ortofon en de EMT (ElektroMessTechnik). Dat waren professionele MC elementen, die o.m. bij de Nederlandse Radio Unie werden gebruikt. Stanton type 681 EEE bestond nog niet in 1974. De lezers van Luister! en Disk lieten zich toen nog door Jan Kool en Jan de Kruyff type EE met elliptische naald aanpraten. Micro Seiki had twee direct drive draaitafels op de Nederlandse markt: type MR-711 met MA-202L arm, en type MD 700.
-
Beste Bas, Je vraag heeft tot n
-
Beste Don, DNR (Dynamic Noise Reduction) was een soort voorloper van Dolby: het was alleen actief bij weergeven van (cassette)tape, en kwam erop neer dat bij zachte muziekpassages het hoog werd onderdrukt om ruis onhoorbaar te maken. Het was een ontwikkeling van Philips, dat natuurlijk door B&O werd toegepast. B&O was in die tijd voor de helft eigendom van Philips. (Net zoals Marantz en Panasonic/Technics.) Voor mij was B&O's bijdrage aan de spiekerologie het belangrijkste: het faserechte ("UniPhase") driewegsysteem met "filler line". En dan vooral de theorie ervan... de praktische uitwerking van B&O zelf viel wat tegen.
-
Aan die laaste zin kun je ook merken hoe je posting tot stand gekomen is. Wat een slimmerik, die CJ!
-
Beste Ome Henk, Allereerst valt op dat het filter van de Silver Signature de eenvoud zelve is. Geen compensaties, boosters, dempingskringen en zo meer... want die zijn niet nodig als je goede units gebruikt in een goed systeem met een goede behuizing, goede demping en goede afstemming. En 't is een buitenboordfilter: het zit in een apart kastje, tussen de versterker en de luidspreker in. Bij het filter van de 802 valt op, dat het complex is. En dat vind ik een veeg teken - om hierboven reeds aangegeven redenen. Het valt verder op dat het filter uit een aantal modules op aparte montagekaarten bestaat, die kennelijk aan verschillende montagetafels zijn geproduceerd, en later tot
-
Beste Bas, Als jij aan overigens dezelfde keten wel eens de 801 en de 802 hebt kunnen vergelijken, zul je vermoedelijk begrijpen wat ik met de "modderigheid" in het lage middengebied bedoel. Het is een probleem dat de 802 types eigenlijk altijd al hebben gehad, ongeacht de kwaliteiten van de aansturing. Wat de versterker betreft: dat was feitelijk een nabouwsel van jouw (en mijn) favoriete krachtpatser, maar nu in een vrijwel trillingsvrije spekstenen behuizing, voorzien van zilver/teflon bekabeling, en superdesuperklasse componenten in plaats van de "gewone superklasse" onderdelen die de Canadese fabrikant er standaard instopt...
-
Hallo Jeroen, Het triootje kwam prima uit de verf, vannacht. En zelfs de Japanse trom - dat brute bewijs van vele eeuwen culturele zelfoverschatting - bleef onder controle. Het oor tegen de spekstenen wand gedrukt, vangt nu vrijwel geen geroezemoes uit het inwendige van de behuizing meer op. Van de low-pass filtering vreesde ik tenminste twee nadelige effecten:
-
Beste Joopus, 't Is mij al vaker opgevallen dat jij een intu
-
Beste Jeroen, Beide versies van het derde-ordefilter (ca. 275 Hz) hebben hun vuurdoop ondergaan. Voorlopig alleen nog maar met muziek, om (met ongerustheid in 't bange hart) te horen of nu bij luide weergave nog steeds dat ongecontroleerde dreunen zou optreden. Maar neen! Zelfs bij een naar audiofiele normen & waarden opzienbarend geluidsniveau - "liggen er nog st
-
Zulke verzuchtingen horen wij in de praktijk van onze psychosociopathische behandelingskliniek ook zo vaak van onze cli